De resultaten van De Stapvoorde in Almelo

Op welke manier worden de tussenresultaten gemeten? Hoe ondersteunt onze school de leerlingen in het behalen van de tussenresultaten? Hoe reflecteert onze school hierop? Tussenresultaten zijn de resultaten die gedurende een schooljaar worden afgenomen in de groepen 1 t/m 8. Dat betreft de resultaten op sociaal gebied, de veiligheidsbeleving en op cognitief gebied. Deze resultaten worden intern volgens een vaste structuur besproken. Daarbij zijn leerkrachten, de intern begeleiders en de directie betrokken. Soms ook externen (schoolcoach, leerplicht, zorg coördinator st. OPOA of de kwaliteitsmedewerker van st . OPOA. Afhankelijk van de bevindingen (analyse) wordt vervolgens bepaald welke acties(intern/extern) ondernomen moeten worden (wie, wat, waarom, wanneer, waar?). Dat kan op kindniveau, groepsniveau en op schoolniveau zijn. Twee keer per jaar bespreken we de cognitieve resultaten ook de stafmedewerkers van onze stichting die hierbij betrokken zijn. De resultaten worden periodiek met de ouders/verzorgers besproken. In een rapport wordt verslaglegging gedaan van de resultaten. Sociaal gebied: Aanbod: Naast de schoolregels en de drie kernwaarden die we hanteren hebben we ook een aanbod in de groepen op dit gebied. In alle groepen worden gewerkt met stimulerende interventies (energizers) die de groepsdynamiek positief beïnvloeden. Daarnaast is in alle groepen het aanbod vanuit het programma "Rots en Water". Per jaar worden hiervoor in alle groepen 10 lessen gegeven. De leerkrachten zijn hiervoor opgeleid. Ook in methoden staan activiteiten die een positieve bijdrage leveren. In de groepen 1 en 2 worden de leerlingen dagelijkse geobserveerd. Het observatie-instrument dat daarbij gehanteerd wordt komt uit de methode van Kleuterplein. Dit instrument is gebaseerd op de leerdoelen die behaald moeten worden. In de groepen 3 t/m 8 wordt het instrument 'SCOL' gebruikt. De ontwikkeling van sociale competenties op groeps- of op schoolniveau planmatig worden vervolgens planmatig aangepakt zodat we met de uitkomsten van de SCOL-scores ons onderwijs inhoudelijk vorm geven. leerlingen, die extra ondersteuning nodig hebben komen we , naast de dagelijkse observaties, ook op het spoor. Daarnaast wordt het welbevinden en de sociale veiligheid van de leerlingen gemonitord. Veiligheidsbeleving: Een keer per jaar worden de leerlingen uit de groepen 6,7,8 gevraagd om een vragenlijst in te vullen m.b.t. hun tevredenheid en veiligheid. De coördinatoren 'Sociale veiligheid' analyseren de gegevens en geven advies m.b.t. het beleid. Cognitieve ontwikkeling: we werken hierbij met 2 soorten toetsen. A: Methode onafhankelijke toetsen in de groepen 3 t/m 8. Deze van Het Cito. We gebruiken hiervoor de midden- en een eindtoets (M/E-toetsen). De langere termijn toetsen. We toetsen onze schoolresultaten aan scholen met eenzelfde populatie (scholengroep)Deze toetsen gebruiken we om de vaardigheid van de leerlingen te volgen. Dat doen we 2x per jaar m.b.t. een schoolbespreking. Op school- en groepsniveau. Daar waar nodig passen we ons onderwijs op deze niveaus aan. Op leerlingniveau bespreekt de leerkracht de voortgang met de intern begeleider. Ouders worden 2 x per jaar mondeling en schriftelijk(rapport) op de hoogte gebracht van de ontwikkeling van hun kind. B: Methode gebonden toetsen: We gebruiken de toetsen om op kortere termijn te beoordelen wat de leerlingen hebben geleerd in de afgelopen maand/periode. Daarvoor gebruiken wij in de groepen 3 t/m 8 de toetsen die bij de methoden voor rekenen, taal, spelling etc. horen. Deze toetsen worden omgezet naar een cijfer of bolletje (ontwikkelingsgericht) in het rapport. Ouders worden 2 x per jaar mondeling en schriftelijk(rapport) op de hoogte gebracht van de ontwikkeling van hun kind. Welke plaats hebben de tussenresultaten in het onderwijsproces en hoe worden deze gerealiseerd? De school verantwoordt zich aan de ouders en aan het bestuur. We meten de opbrengsten twee keer per jaar d.m.v. Cito toetsen ( M en E afname) en middels de methode gebonden toetsen. Elke toets is een aanleiding om, indien nodig, op alle niveaus het onderwijs bij te sturen.