Op SBO Tijstroom wordt gewerkt met een toetskalender. Op de toetskalender staan de niet-methodetoetsen en de methodetoetsen ingepland. We volgen de leerlingen vanaf leerjaar 3 systematisch met een selectie van toetsen, behorende bij de basisvakken, uit het toetspakket van Leerling in Beeld. De sociaal emotionele ontwikkeling volgen we met het observatiesysteem Kindbegrip. Op schoolniveau analyseren we de opbrengsten met behulp van een externe partij, namelijk Effectief onderwijs. Alle leerlingen vanaf leerjaar 5 zijn, op basis van het behaalde leerrendement, ingedeeld in leerroutes: Praktijkonderwijs, VMBO Basis of VMBO kader en hoger. We analyseren de schoolopbrengsten aan de hand van 3 vragen: -Halen de verschillende leerroutes de streefniveaus? -Zijn de streefniveaus ambitieus genoeg? -Hoe presteren de verschillende leerroutes per didactische leeftijd? Op groepsniveau worden de leerlingen halfjaarlijks op basis van hun functioneringsniveau ingedeeld in niveaugroepen en arrangementen (basis, verdiept of intensief). Dit noemen wij een groepsplanning. We gebruiken hiervoor de methodetoetsen en de niet-methodetoetsen. Ieder half jaar worden de groepsplanningen geëvalueerd en opnieuw vastgesteld voor de volgende periode. De inhoud van de groepsplanning wordt overgenomen in het ontwikkelingsperspectief. Zo weten ouders precies welke doelen voor hun kind centraal staan in het aankomende half jaar. Alle resultaten worden na de afname op leerlingniveau geanalyseerd door de leerkrachten en besproken met de intern begeleider tijdens de groepsbespreking. Op leerlingniveau wordt gekeken naar de individuele groei bij sociaal emotionele ontwikkeling, technisch lezen, begrijpend lezen, spelling en rekenen. Iedere leerling heeft een ontwikkelingsperspectief waarin staat beschreven aan welk onderwijsaanbod het kind de komende periode werkt. De toetsen worden voor iedere periode ingepland en na de afname wordt geëvalueerd in het ontwikkelingsperspectief. Ieder half jaar wordt het ontwikkelingsperspectief bijgesteld en met ouders besproken. -Wat is het functioneringsniveau van de leerling? Op welke manier leest/rekent etc. de leerling? -Welke groei is zichtbaar? Wat heeft daaraan bijgedragen? -Wat is de onderwijs- en ondersteuningsbehoefte van de leerling voor de volgende periode? Er zijn binnen de arrangementen verschillende vormen van pedagogisch-didactische ondersteuning mogelijk: -preteaching met de onderwijsassistent buiten de groep: gericht op technisch lezen en woordenschat. -herhaalde/verlengde instructie; meer tijd; hulp bij plannen. -inzetten van extra remediërend materiaal vanuit de methode. -toegespitste (individuele) hulp op maat: leesbegeleiding, extra taalondersteuning, logopedische ondersteuning en gedragsondersteuning.