Handelingsgericht werken De belangrijkste manier waarop we tussenresultaten gebruiken is door gebruik te maken van Handelingsgericht Werken (HGW). Hieronder leest u meer over welke resultaten we gebruiken. HGW is een proces waarbinnen leerkrachten met elkaar en met de intern begeleiders hun handelingsplannen voor de vakken per periode bepalen. Binnen het groepsplan stemmen ze af op de ontwikkeling en behoeften van de leerlingen. Meerdere keren per jaar wordt een groepsbespreking georganiseerd met de intern begeleiders en collega's uit de bouw. Methodegebonden toetsen Op onze school worden toetsen afgenomen die bij een methode horen, zoals rekenen, spelling, topografie. Deze toetsen worden vooral gebruikt door de leerkracht om inzicht te krijgen in welke onderdelen leerlingen beheersen en waar nog extra aandacht voor nodig is. Niet-methodegebonden toetsen Er worden ook methodeonafhankelijke toetsen afgenomen. Sinds het schooljaar 2023-2024 werken we met IEP (Inzicht in Eigen Profiel). Na vergelijking van verschillende systemen en het delen van ervaring van andere scholen hebben we de keuze gemaakt om met het systeem van IEP te gaan werken. Het IEP Leerlingvolgsysteem sluit het beste aan bij onze visie op onderwijs en de manier van kijken naar kinderen. IEP heeft als onderdelen Hoofd, Hart en Handen en deze brede kijk op de ontwikkeling van leerlingen sluit bij onze visie aan. Algemene informatie voor ouders over IEP kunt u hier vinden: IEP - Voor ouders - Bureau ICE (bureau-ice.nl). Leerdoelen Tevens zijn er bewijsmomenten voor de leerlingen aan de leerkracht op basis van leerdoelen. De leerlingen bewijzen bepaalde doelen te beheersen. In de onderbouw wordt er gewerkt met leerdoelen vanuit de methode Kleuterplein. In de andere groepen bouwen we aan onze leerlijnen, waarbij we begonnen zijn met rekenen. Leerlingen hebben een doelenboekje en bewijzen hun het behalen van het doel aan de leerkracht. Doorstroomtoets groep 8 Met ingang van schooljaar 2023-2024 is de eindtoets in groep 8 vervangen door de doorstroomtoets. De doorstroomtoets vindt plaats in februari en geeft leerlingen een gelijke kans om zich eind maart aan te melden voor de middelbare school van hun voorkeur die het best past bij hun niveau. Dit betekent dat de leerlingen in groep 8 de tussentijdse IEP toetsen in delen al in november en januari maken. De IEP-doorstroomtoets bestaat uit een taal- en een rekentaak. Tijdens de taaltaak worden de vier vaardigheden leesvaardigheid, schrijfvaardigheid, mondelinge taalvaardigheid en begrippenlijst & taalverzorging gemeten. Tijdens de rekentaak worden de vier domeinen getallen, verhoudingen, meten & meetkunde en verbanden gemeten. De opgaven in de doorstroomtoets lopen op in moeilijkheidsgraad. Zo ervaart iedere leerling een succesgevoel. De IEP-toets gebruikt ook open vragen. Deze manier van vragen, waar de leerling zelf het antwoord mag invullen, verhoogt de validiteit van de toets. Door de prestaties van een leerling te meten langs een onafhankelijke meetlat en niet ten opzichte van zijn medeleerlingen, kan goed in kaart worden gebracht wat de persoonlijke ontwikkeling van het kind is. Ook een moment waarbij het belangrijk is te laten zien wat je hebt geleerd. Basisscholen zijn verplicht de score van de eindtoets aan de middelbare school door te geven. Sociaal emotionele ontwikkeling / sociale veiligheid Voor de sociaal emotionele ontwikkeling van leerlingen gebruiken we de methode Vreedzaam. In het schooljaar 2023-2024 hebben we gebruik gemaakt van de Monitoring Sociale Veiligheid van Vensters. Leerlingen vulden daarbij een vragenlijst in over hun ervaringen op school. In het schooljaar 2024-2025 voeren daarnaast we ook een monitoring Burgerschapsvaardigheden uit, waarin het schoolklimaat een onderdeel van is. Montessori observatie We observeren kinderen in een montessoriklas onder andere omdat we willen weten wat het kind interesseert. Je kunt gemakkelijker lesjes aanbieden op het juiste niveau als je gekeken hebt naar wat een kind pakt en hoe geboeid hij ermee bezig is. Verder is het belangrijk om de voortgang van zijn ontwikkeling bij te houden. Hoe leert het kind? Wat leert het kind? Als je hier meer over weet, kun je registreren en ouders informeren. Daarna is het mogelijk inhoudelijk te praten met collega’s over het kind. Je moet ook observeren voordat je kunt ingrijpen in een situatie. Bekijk eerst wat er gebeurt en of het kind zelf met een oplossing komt. Observeren heeft ook een doel dat verder gaat dan het individuele kind. Na meerdere observaties kun je beter inspelen op de individuele behoeften, maar ook op de groepsbehoeften. Kinderen inspireren elkaar met hun werk. Je ziet wat er leeft in je klas en waar je lesjes over kunt geven, welke werkjes in trek zijn en waar je meer van op de plank moet hebben liggen. Signalering Observatie Evaluatie Registratie Deze stappen vormen een belangrijk uitgangspunt in toetsing en handelen in de klas