Blink
Kweektuinlaan 11
3452 SR Vleuten

Schoolweging

Schoolweging
24.21
Spreiding
5.65

De schoolweging van De Twaalfruiter is 24,21 , met een spreiding van 5,65 . De schoolweging en spreiding zijn in opdracht van de Inspectie van het Onderwijs door het CBS bepaald. Het CBS kijkt hierbij naar de thuissituatie van de leerlingen en drukt dit uit in een score. Hoe hoger de schoolweging, hoe complexer de leerlingenpopulatie en hoe lager de verwachte leerresultaten. Hoe hoger de spreiding, hoe groter de verschillen tussen de uitgangsposities van leerlingen. De inspectie rondt de scores lager dan 20 af naar 20 en de scores hoger dan 40 naar 40. De gemiddelde schoolweging voor alle scholen in Nederland is 29,77.

Fundamenteel niveau

Met 99.0% van de leerlingen dat het fundamenteel niveau haalt, scoort Blink uitstekend vergeleken met de landelijke norm van 85%. De school presteert hiermee zelfs iets beter dan vergelijkbare scholen (97.3%), wat aantoont dat basisvaardigheden sterk worden gewaarborgd.

Grafiek

Grafiek laden...

Streefniveau

72.8% van de leerlingen behaalt het streefniveau voor taal en rekenen, ruim boven de door de inspectie gestelde signaleringswaarde van 56.2%. Dit overtreft ook het vergelijkingsgemiddelde van 66.9%, wat wijst op effectieve differentiatie in het onderwijsaanbod.

Grafiek

Grafiek laden...

Welk schooladvies kregen de leerlingen van deze school?

Blink toont een sterke focus op theoretische doorstroom: 35.3% vwo-advies (vs. 18.6% regio) en 22.2% havo-advies. Opvallend is het lage percentage praktijkonderwijs (0%), wat consistent lager is dan zowel gemeentelijk (1.0%) als landelijk gemiddelde. De brede adviesrange van vmbo-b tot vwo sluit aan bij de relatief lage schoolweging.

Grafiek

Grafiek laden...

Eindtoets Resultaten

Grafiek

Grafiek laden...

Toetsscores 2023-2024

ToetsDe TwaalfruiterGemeente AmsterdamNederland
LIB180.28177.04175.23

Groep 8 Toetsen 2023-2024

Score
162

Hoe gebruikt deze school tussentijdse toetsen?

Het systematisch volgen van de ontwikkeling van kinderen Groep 1/2 In de kleutergroepen volgen we de ontwikkeling van de leerlingen aan de hand van de leerlijnen Jonge Kind die we invullen in het leerlingvolgsysteem ParnasSys. Allereerst kijken we naar de basisgegevens welbevinden en betrokkenheid. Welbevinden en betrokkenheid zijn immers belangrijke voorwaarden voor een optimale ontwikkeling. We observeren of een kind nieuwsgierig, leergierig en ondernemend is en of het voldoende zelfvertrouwen heeft. Ook kijken we of het geconcentreerd, geboeid en vol overgave met iets bezig kan zijn en ten volle zijn mogelijkheden aanspreekt. Vervolgens kijken we naar verschillende ontwikkelingsaspecten als spelontwikkeling, taakgerichtheid, motoriek, zintuiglijke en auditieve waarneming, taal- en rekenontwikkeling, oriëntatie in ruimte en tijd. Op basis van deze informatie kunnen we zien hoe het kind zich ontwikkelt ten opzichte van datgene wat wij aanleren en ten opzichte van leeftijdsgenoten. Aan de hand van deze gegevens stemmen we de begeleiding en instructie in de klas af op de behoefte van groepen kinderen. We toetsen de kinderen in groep 2 mondeling op het gebied van fonemisch bewustzijn (lettertoets, analyse en synthesetoets). Kinderen die dit nog niet beheersen, worden extra begeleid en toetsen we nogmaals. De toetsen geven ons – naast de observaties in de klas – een beeld van de ontwikkeling van de kinderen. Groep 3 t/m 8 Vanaf groep 3 worden de ontwikkelingen van alle kinderen gevolgd met twee soorten toetsen: Methode gebonden toetsen: dit zijn de toetsen die in de lesmethodes zelf zijn opgenomen. Niet methode gebonden toetsen: dit zijn de toetsen van Leerling in Beeld (LiB). De LiB-toetsen rekenen, technisch lezen en spelling nemen wij twee keer per jaar af. De LiB-toets begrijpend lezen nemen we alleen in groep 4-7 twee keer per jaar af. In groep 7 krijgen de leerlingen hun indicatieadvies. In groep 8 geven de leraren eerst een voorlopig schooladvies en na de doorstroomtoets wordt het definitieve schooladvies gegeven. Het schooladvies is gebaseerd op de LiB-toetsen die de kinderen in groep 6, 7 en 8 gemaakt hebben, de kindkenmerken en methode gebonden toetsen. In februari maken de leerlingen van groep 8 de zogeheten doorstroomtoets. Het leerlingdossier Van iedere leerling wordt een leerlingdossier bijgehouden in het administratieprogramma ParnasSys. In dit dossier worden gegevens opgenomen over het kind, het gezin, gesprekken met ouders, toets- en rapportresultaten van de verschillende jaren en evt. bevindingen en resultaten van onderzoeken en handelingsplannen. De resultaten van de methode-onafhankelijke toetsen Leerling in Beeld worden ook vastgelegd in dit leerlingvolgsysteem. Wanneer u het leerlingdossier van uw kind in wilt zien, vraagt u dat schriftelijk aan bij de kwaliteitscoördinator. U hoeft niet aan te geven waarom u inzage wilt. De school heeft de tijd om binnen vier weken schriftelijk of per e-mail te reageren op het verzoek. Ouders worden uitgenodigd op school zodat wij het dossier kunnen toelichten, indien nodig, kan er na de afspraak een kopie van het dossier aan ouders meegegeven worden. De persoonlijke werkaantekeningen die de leerkracht als geheugensteuntje gebruikt worden, vallen niet onder de reikwijdte van het inzagerecht. Ze mogen dan ook niet opgenomen worden in het dossier.

Zitten de oud-leerlingen van deze school in het voortgezet onderwijs boven, op of onder hun schooladvies?

Grafiek

Grafiek laden...

12.3% van de leerlingen presteert onder advies, vrijwel gelijk aan het landelijk gemiddelde (11.8%). Het hoge percentage leerlingen dat op advies presteert (74.2% vs. 62.9% vergelijkingsgroep) benadrukt de nauwkeurigheid van de advisering. De doorstroombegeleiding, zoals beschreven in het POVO-protocol, lijkt hier succesvol te zijn.

Sociale ontwikkeling

Binnen onze school is een veilig en vertrouwd pedagogisch klimaat een voorwaarde om tot effectief onderwijs te komen. Vanuit de wetenschap is bekend dat, als leerlingen zich veilig voelen in een omgeving, ze sneller en beter in staat zijn kennis tot zich te nemen. Om ruimte te creëren voor kwalitatief hoogwaardig onderwijs zetten we in op een veilig en vertrouwd pedagogisch klimaat waarin kinderen door leraren in hun sociaal-emotionele ontwikkeling worden gestimuleerd en begeleid. Op de school heerst er een klimaat van rust, regelmaat en structuur waarin wangedrag en pesten niet wordt getolereerd. De leraren kennen effectieve pedagogische strategieën en dienen als rolmodel voor gedrag. Zij zijn eenduidig in hun aanpak voor belonen, corrigeren en straffen. Door het "modelen" van gedrag worden leerlingen een professionele schoolhouding aangeleerd. Om te komen tot een goed schoolklimaat waarin de leerlingen zich optimaal kunnen ontwikkelen, zorgen we voor een goed pedagogisch klimaat en voor een veilige omgeving voor leerlingen door ons veiligheidsbeleid. We maken hierbij gebruik van de methode KiVa. Op school is een positief pedagogisch klimaat met een duidelijk normatief kader dat alle leerlingen en medewerkers hanteren en uitdragen. Conform de wettelijke verplichtingen neemt de school de veiligheidsmonitor af en zet tevredenheidspeilingen (onder ouders en leerlingen) uit. De uitkomsten van deze metingen geven inzicht in het pedagogisch klimaat dat heerst op de school. N.a.v. de opbrengst zal er, als nodig, planmatig gewerkt worden aan klimaatsverbetering. Daarnaast werkt de school preventief aan het vormgeven van een veilig en vertrouwd pedagogisch klimaat. LEES MINDER

Respect

Veiligheid

Verantwoordelijkheid

Wat is de werkwijze van Blink voor sociale ontwikkeling?

Blink hanteert een effectieve samenwerking tussen school, ouders en kind als basis voor een goed pedagogisch klimaat. De school begeleidt kinderen op een eenduidige manier en besteedt aandacht aan klimaat en rust, fases van groepsvorming, regelmaat en structuur, open lokalen, normen en waarden, verantwoordelijkheid en oefensituaties voor sociale en maatschappelijke competenties. De school neemt tweejaarlijks DUO-tevredenheidsenquêtes af onder ouders en medewerkers en gebruikt de leerlingmonitor van KiVa in de groepen 3 tot en met 8. Ook wordt jaarlijks het DUO-tevredenheidsonderzoek voor kinderen met een meting van de sociale veiligheid van groep 6 tot en met 8 afgenomen. Blink werkt met de KiVa-methode. KiVa verbetert het welzijn van leerlingen, voorkomt/vermindert depressieve gevoelens, moedigt kinderen aan om waarde te hechten aan vriendschappen, bevordert een positief school- en leerklimaat en vermindert pesten aantoonbaar. KiVa is een holistische aanpak met interventies op school-, klassikaal- en individueel niveau. De aanpak is gestructureerd rond tien kernthema's voor zowel de onderbouw als de bovenbouw: Onderbouw: 1. Wie zijn wij? 2. Gevoelens 3. Wat is een fijne groep? 4. Iedereen is uniek 5. Plagen, ruzie of pesten? 6. Rollen in de groep 7. Samen zijn wij een fijne groep 8. We helpen elkaar 9. Wat kan ik doen? 10. KiVa - we doen het samen! Bovenbouw: 1. Iedereen verdient respect 2. In de groep 3. Wat is communicatie? 4. Plagen, ruzie of pesten? 5. Verborgen vormen van pesten en cyberpesten 6. Rollen in de groep 7. Samen zijn wij een fijne groep 8. Wij helpen elkaar 9. Wat kan ik doen? 10. KiVa - we doen het samen!

Welke registratievorm(en) gebruikt Blink om sociale opbrengsten in kaart te brengen?

Blink gebruikt het DUO Leerlingtevredenheidsonderzoek PO om sociale opbrengsten in kaart te brengen.

Welke methode(s) voor sociaal-emotioneel leren gebruikt Blink?

Blink gebruikt de KiVa-methode voor sociaal-emotioneel leren.