
Schoolweging
De schoolweging van De Smelen is 30,58 , met een spreiding van 6,09 . De schoolweging en spreiding zijn in opdracht van de Inspectie van het Onderwijs door het CBS bepaald. Het CBS kijkt hierbij naar de thuissituatie van de leerlingen en drukt dit uit in een score. Hoe hoger de schoolweging, hoe complexer de leerlingenpopulatie en hoe lager de verwachte leerresultaten. Hoe hoger de spreiding, hoe groter de verschillen tussen de uitgangsposities van leerlingen. De inspectie rondt de scores lager dan 20 af naar 20 en de scores hoger dan 40 naar 40. De gemiddelde schoolweging voor alle scholen in Nederland is 29,77.
Fundamenteel niveau
95,8% van de leerlingen behaalt het fundamenteel niveau, wat – net als de vergelijkingsgroep (95,7%) – ruim boven de landelijke signaleringswaarde van 85% ligt. De consistente scores sinds 2018 tonen een stevige basiskwaliteit.
Grafiek
Grafiek laden...
Streefniveau
63,5% van de leerlingen behaalt het streefniveau, ruim boven de inspectienorm van 45,5% en het regionale gemiddelde van 57,3%. Deze score onderstreept de effectiviteit van de gehanteerde rekenmethodiek en taalondersteuning.
Grafiek
Grafiek laden...
Welk schooladvies kregen de leerlingen van deze school?
De adviezen tonen een tweeledig beeld: 33,3% van de leerlingen krijgt een vmbo-gerelateerd advies (hoger dan regionale 29,3%), terwijl 31,6% havo/vwo of vwo-advies ontvangt (iets onder regionale 31,5%). Opvallend is het relatief hoge percentage dubbele adviezen (52,6% van de vmbo-adviezen), wat wijst op zorgvuldige doorstroomkeuzes.
Grafiek
Grafiek laden...
Eindtoets Resultaten
Grafiek
Grafiek laden...
Toetsscores 2023-2024
Toets | De Smelen | Gemeente Amsterdam | Nederland |
---|---|---|---|
LIB | 180.04 | 175.24 | 175.23 |
Groep 8 Toetsen 2023-2024
Hoe gebruikt deze school tussentijdse toetsen?
De kwaliteit van een school wordt bepaald door diverse factoren. Om iedere leerling optimaal te kunnen ondersteunen in zijn/haar ontwikkeling zijn bijvoorbeeld naast een sterk team en eigentijdse methodes en bronnen ook meetinstrumenten nodig. Meten Om de kwaliteit van ons onderwijs en de vorderingen van de leerlingen te bewaken en te verhogen, is het meten van resultaten en evalueren van werkwijzen van belang. We willen weten hoe effectief ons onderwijs is en met welke verschillen tussen kinderen rekening dient te worden gehouden. Dit doen we door het afnemen van methodegebonden en methodeonafhankelijke toetsen. Voor dit laatste gebruiken we de toetsen uit het CITO- leerling- en onderwijsvolgsysteem (LOVS). We maken trendanalyses waarin we resultaten vergelijken met voorgaande jaren, tussen groepen onderling en we volgen de ontwikkeling van ieder kind afzonderlijk. Hiermee zijn we in staat tijdig bij te sturen als dat nodig is. Gedurende het schooljaar monitoren we de gegevens (zowel cognitief als sociaal emotioneel) en sturen we daar waar nodig bij. Leerlingvolgsysteem Wij volgen de ontwikkeling van uw kind gedurende de gehele basisschooltijd zo goed mogelijk en hierop stemmen we ons aanbod en begeleiding af. In de groepen 1 en 2 registreert de leerkracht de ontwikkelingen in KIJK!. Dit is een observatie- en registratiesysteem, dat wij gebruiken voor kleuters. Observaties, die onder andere worden verkregen door naar de kinderen te kijken en met ze te werken, staan daarin centraal. In de groepen 1 en 2 nemen we geen CITO toetsen af. In de groepen 3 t/m 8 maken de kinderen twee keer per jaar een methodeonafhankelijke toets voor de vakgebieden (begrijpend) lezen, spelling en rekenen. Al deze toetsen noemen we het Cito- leerling- en onderwijsvolgsysteem (LOVS). Door middel van deze toetsen, de methodegebonden toetsen en niet te vergeten door de dagelijkse praktijk in de klas, krijgen we duidelijk de onderwijsbehoeften van alle leerlingen in beeld. 2 tot 3 keer per schooljaar houdt de Kwaliteitsondersteuners (KO’er) een groepsbespreking met elke leerkracht van de groepen 1 t/m 8. Hier wordt gesproken over de ontwikkeling van de groep als geheel, de inhoud van het onderwijs en individuele leerlingen.
Zitten de oud-leerlingen van deze school in het voortgezet onderwijs boven, op of onder hun schooladvies?
Grafiek
Grafiek laden...
Slechts 2,7% van de leerlingen presteert onder advies (landelijk 11,8%), terwijl 29,7% boven advies scoort. Dit weerspiegelt de nauwkeurige advisering en de beschreven 'doorlopende leerlijnbegeleiding'. De school hanteert een succesvol protocol voor vroegtijdige signalering van onderadvisering.
Sociale ontwikkeling
Welbevinden Welbevinden is te herkennen aan diverse signalen, zoals de mate van openheid, flexibiliteit, zelfvertrouwen, weerbaarheid en spontaniteit. Een persoon met een hoog welbevinden straalt innerlijke rust uit en kan genieten van dingen. Welbevinden ontstaat, als tegemoetgekomen wordt aan de basisbehoeften. We streven ernaar om alle kinderen te laten stralen door ze trots te laten zijn op wie ze zijn en wat ze kunnen op wat voor gebied dan ook. Leerlingen functioneren beter in een schoolomgeving waarin zij zich veilig voelen (weten waar ze aan toe zijn, weten dat ieders mening van belang is dat iedereen meetelt, dat ieder voor zijn mening mag uitkomen) en gewaardeerd worden door de leerkrachten en medeleerlingen. Kortom; waar een goede en positieve sfeer hangt. Betrokkenheid Betrokkenheid in de klas kan onderverdeeld worden in betrokkenheid van de leerkracht en de betrokkenheid van de leerling. Een goede leerkracht is betrokken op bij zijn leerlingen. Betrokkenheid houdt hierbij in dat je elke leerling persoonlijke, positieve aandacht geeft. Betrokkenheid van de leerkracht heeft invloed op het welbevinden van kinderen en zorgt ervoor dat het zelfvertrouwen van de leerlingen toeneemt. Als de leerkracht zich betrokken toont bij het wel en wee van zijn leerlingen, zorgt dat ook voor een sterkere band met hen. Een goede relatie met de leerlingen heeft invloed op het onderwijs en de sfeer in de klas. Een leerkracht moet ervoor zorgen dat zijn leerlingen betrokken blijven bij de les. Als we het hebben over de betrokkenheid van de leerlingen, dan heeft dat betrekking op de lesstof, de medeleerlingen en de leerkracht. Doordat de leerling betrokken is, zal deze ook een persoonlijke groei doormaken (zowel sociaal-emotioneel als cognitief) en beter in zijn/ haar vel zitten. Ook de betrokkenheid van ouders is bevorderend voor het welbevinden én de ontwikkeling van de leerling. Samenwerken Leren gebeurt in interactie. Je hebt de relatie met anderen nodig om te worden wie je bent, om zelfkennis op te doen, om zelfvertrouwen te ontwikkelen en om te groeien. Anderen kunnen je motiveren en stimuleren. Het stimuleren van interactie zorgt ervoor dat je met elkaar in gesprek gaat over de inhoud, aanpak en uitvoering van het werk. Dat geeft sterke impulsen tot ontwikkeling op zowel cognitief vlak als op emotioneel vlak. Plezier beleven in het samenwerken met anderen werkt stimulerend voor ieders eigen en voor de gezamenlijke ontwikkeling. Als leerlingen samenwerken, nemen ze op gelijke wijze deel aan een gezamenlijke taak. Ze zijn niet alleen verantwoordelijk voor hun eigen prestatie, maar voor de prestatie van de hele groep. LEES MINDER
Welbevinden
Betrokkenheid
Samenwerken
Wat is de werkwijze van De Smelen voor sociale ontwikkeling?
In de groepen 1 en 2 worden kinderen gevolgd met het registratiesysteem KIJK!, waarbij de algemene ontwikkeling, basiskenmerken, betrokkenheid en sociaal-emotionele ontwikkeling in kaart worden gebracht. In de groepen 3 tot en met 8 wordt Kindbegrip gebruikt om systematisch de sociaal-emotionele ontwikkeling in kaart te brengen. Kindbegrip geeft inzicht in eventuele ondersteuningsvragen en helpt de leerkracht het gedrag van het kind beter te begrijpen. De leerkracht kan hierdoor de eventuele sterke kanten van een kind benutten, want ook hierin geeft Kindbegrip inzicht.
Welke registratievormen gebruikt De Smelen om sociale opbrengsten in kaart te brengen?
De Smelen gebruikt Kijk! en Kindbegrip om sociale opbrengsten in kaart te brengen.
Welke methode(s) voor sociaal-emotioneel leren gebruikt De Smelen?
De Smelen gebruikt de methode KWINK voor sociaal-emotioneel leren.