
Schoolweging
De schoolweging van De Kleine Dichter is 22,76 , met een spreiding van 6,41 . De schoolweging en spreiding zijn in opdracht van de Inspectie van het Onderwijs door het CBS bepaald. Het CBS kijkt hierbij naar de thuissituatie van de leerlingen en drukt dit uit in een score. Hoe hoger de schoolweging, hoe complexer de leerlingenpopulatie en hoe lager de verwachte leerresultaten. Hoe hoger de spreiding, hoe groter de verschillen tussen de uitgangsposities van leerlingen. De inspectie rondt de scores lager dan 20 af naar 20 en de scores hoger dan 40 naar 40. De gemiddelde schoolweging voor alle scholen in Nederland is 29,77.
Welk schooladvies kregen de leerlingen van deze school?
De school toont een sterke focus op theoretische leerwegen: 43,9% vwo-advies (vs. 18,6% regio) en 19,3% havo-advies. Opvallend is het lage percentage praktijkonderwijs (0% vs 1,01% regio), wat aansluit bij de relatief gunstige schoolweging.
Grafiek
Grafiek laden...
Eindtoets Resultaten
Grafiek
Grafiek laden...
Toetsscores 2023-2024
Toets | De Kleine Dichter | Gemeente Amsterdam | Nederland |
---|---|---|---|
LIB | 178.5 | 177.04 | 175.23 |
Groep 8 Toetsen 2023-2024
Hoe gebruikt deze school tussentijdse toetsen?
Wij volgen de ontwikkeling van de leerlingen nauwgezet door het observeren van hun dagelijks werk en houden de gegevens van resultaten bij in ons leerlingvolgsysteem (ParnasSys). De leerlingen worden regelmatig getoetst met methodegebonden toetsen. Daarnaast gebruiken we halfjaarlijks op het gebied van bijvoorbeeld rekenen/wiskunde, technisch en begrijpend lezen en spelling, landelijk genormeerde toetsen. Op basis van de gegevens uit de toetsen worden de planning van het onderwijs in de groep (het leerstofaanbod en de aanpak van de groepen, kleine groepjes of individuele leerlingen) op- of bijgesteld. Zie meer informatie over hoe de school omgaat met de privacy/persoonsgegevens van uw kind in hoofdstuk 4, onder privacy. Observeren en toetsen in groep 1/2 Wij volgen de ontwikkeling van kinderen in de groepen 1/2 onder andere met de observatiemethode ‘KIJK.’ De leerkrachten van de onderbouw zijn gespecialiseerd in het observeren van het jonge kind. KIJK biedt een totaalbeeld van de ontwikkeling van kleuters. De observatie gebeurt met behulp van ontwikkelingslijnen. Er wordt gesignaleerd, geanalyseerd en gediagnosticeerd aan de hand van diverse toetsen. Observeren en toetsen in groep 3 t/m 8 Ook in de midden- en bovenbouwgroepen blijven observaties belangrijk. Opvallende gegevens worden genoteerd. Net als de kleuterbouw hebben de groepen 3 t/m 8 een sociaal-emotioneel leerlingvolgsysteem. De methode die gebruikt wordt heet 'leerling in beeld'(van Cito). Naast de methode gebonden toetsen worden landelijk genormeerde toetsen afgenomen. Dit zijn de CITO–toetsen. Het CITO leerlingvolgsysteem verwerkt digitaal de resultaten. Getoetst wordt o.a. spelling, taal, lezen, begrijpend lezen en rekenen. De toets resultaten worden ook met de kinderen besproken. Aan de hand van een grafiek wordt met het kind gekeken naar sterke kanten en aandachtspunten. Wij vinden het erg belangrijk dat de kinderen zich bewust zijn van hun eigen kunnen en inzicht hebben in hun eigen leerproces. Ouders zien de resultaten bij het rapport vermeld. Er zijn twee vaste CITO-momenten in het schooljaar, namelijk rond januari en rond juni. Procedures en afspraken Voor een goed lopende leerlingenzorg zijn verschillende zaken van belang. Te denken valt aan een goede communicatie tussen de intern begeleider en de leerkracht, duidelijke procedures voor het volgen van het leerlingvolgsysteem, de periodieke leerling- en groepsbesprekingen en dossiervorming. De school heeft een goed onderbouwd zorgplan, dit is een onderdeel van het schoolplan, waarin de verschillende procedures en afspraken binnen de leerlingenzorg en de zorgstructuur op De Kleine Dichter helder zijn beschreven. De vorderingen van de leerlingen worden drie keer per jaar in de groeps-, toets- en leerlingenbesprekingen besproken. Natuurlijk kunnen er daarnaast ook tussentijdse besprekingen plaatsvinden. In gesprek met ouders en leerlingen over de voortgang Vanaf de tweede week van het schooljaar worden alle ouders/verzorgers met hun zoon of dochter uitgenodigd voor een startgesprek door de (nieuwe) leerkracht. In dit gesprek mag u als ouder, samen met uw kind, vertellen aan de leerkracht wat u als ouder denkt dat stimulerende, dan wel belemmerende factoren zijn in de ontwikkeling van uw kind en worden gezamenlijke leerdoelen opgesteld. Tweemaal per jaar ontvangen ouder(s)/verzorger(s) een schriftelijke rapportage naar aanleiding van de vorderingen van hun kind. Belangrijk bij de rapporten zijn de rapportbesprekingen van de ouder(s)/verzorger(s) met het kind en de leerkracht. Het welbevinden en de vorderingen van het kind staan centraal in deze 10-minutengesprekken. Dit gesprek geeft de leerling meer inzicht in zijn/haar eigen ontwikkeling en levert een goede afstemming tussen ouders, leerling en leerkracht op. De ouder-kind gesprekken zijn vanaf groep 2 t/m 8. De kleutergroepen krijgen een rapport gebaseerd op de observatiemethode KIJK. De groepen 3 t/m 8 krijgen een rapport met beoordelingen in woorden en cijfers (van zwak tot zeer goed). In de jaarkalender van elk schooljaar staan de data waarop het rapport wordt uitgedeeld. In november worden alle ouders en kinderen uitgenodigd voor een ouder-kindgesprek. In januari/februari worden de rapporten besproken en in juni weer. Het laatste rapport wordt alleen besproken als daar een reden voor is. De leerkracht kan de ouders uitnodigen voor een gesprek, maar ook ouders kunnen zich intekenen voor een gesprek met de leerkracht. Mocht er tussentijds een reden zijn om in gesprek te willen gaan met de leerkracht van uw kind, dan kunt u natuurlijk altijd een afspraak maken.
Zitten de oud-leerlingen van deze school in het voortgezet onderwijs boven, op of onder hun schooladvies?
Grafiek
Grafiek laden...
Slechts 6,98% van de leerlingen presteert onder advies (vs. 11,81% landelijk), terwijl 30,23% boven advies presteert. Deze cijfers benadrukken de kwaliteit van het adviesproces en de doorlopende begeleiding, zoals beschreven in het intensieve monitoringssysteem.
Sociale ontwikkeling
Om goed te kunnen leren is een veilig klimaat essentieel. Alleen dan kunnen kinderen tot volledige ontwikkeling komen. De leerkracht vindt het belangrijk, dat kinderen zich op sociaal-emotioneel gebied goed kunnen ontwikkelen. Met elkaar kunnen we ervoor zorgen dat de school een fijne (werk)plek is, waar iedereen zich betrokken en verantwoordelijk voelt en op een positieve manier met elkaar omgaat. Een goede sfeer is de basis voor een leef- en werkgemeenschap waar men respect en aandacht heeft voor elkaar. We streven ernaar om de klas en de school tot een democratische gemeenschap te maken, waarin iedereen zich betrokken en verantwoordelijk voelt. We gebruiken hiervoor o.a de lessen van Vreedzaam LEES MINDER
Positiviteit
Respect en aandacht
Betrokken en verantwoordelijk
Wat is de werkwijze van Openbare Basisschool De Kleine Dichter voor sociale ontwikkeling?
Openbare Basisschool De Kleine Dichter gebruikt de Vreedzame School methode om kinderen meer verantwoordelijkheid te geven voor hun gedrag en op een goede manier met conflicten om te leren gaan. Door middel van een lessenserie en jaarlijkse nascholing leren directie, team, ouders en kinderen beter met conflicten om te gaan. Respect, verantwoordelijkheid en samenwerken zijn hierbij belangrijk. In iedere groep wordt aan het begin van het schooljaar het Vreedzame School Protocol gemaakt en ondertekend. Iedere vorm van geweld wordt niet getolereerd.
Welke registratievorm(en) gebruikt Openbare Basisschool De Kleine Dichter om sociale opbrengsten in kaart te brengen?
Openbare Basisschool De Kleine Dichter gebruikt Kijk! en Kindbegrip om sociale opbrengsten in kaart te brengen.