De basis om goed zicht te hebben en houden op de resultaten van onze leerlingen is de cyclus van handelingsgericht werken. 1. Observatie en Informatie Verzamelen Aan het begin van het schooljaar verzamelen leerkrachten gegevens over de leerlingen, zowel vanuit voorgaande resultaten als observaties in de klas. Dit vormt de basis voor het in kaart brengen van de behoeften van elke leerling en de (jaar)groep. In de groepsbespreking bij de start van het schooljaar bespreekt de leerkracht met de Kwaliteitscoördinator zijn groep door. 2. Toetsmomenten Formatief handelen bij elke les: Het stellen van controle van begripvragen geeft de leerkracht bij elke les inzicht of de leerlingen de lesstof voldoende begrijpen of dat zij nog verlengde instructie nodig hebben. Methodegebonden toetsen: Daarnaast worden de methode gebonden toetsen die specifiek gericht zijn op de leerdoelen van de gebruikte lesmethodes na elke toets geanalyseerd. Dit biedt inzicht in de voortgang binnen de specifieke vakken en methoden en of er nog bepaalde onderdelen extra aandacht behoeven. Methode onafhankelijke toetsen: Twee keer per jaar worden de CITO-toetsen afgenomen. Deze gestandaardiseerde toetsen bieden inzicht in de brede ontwikkeling van leerlingen op verschillende vakgebieden, zoals rekenen, taal en spelling. 3. Analyse van Resultaten Na elke toetsperiode worden de resultaten van zowel de CITO-toetsen als de methodegebonden toetsen geanalyseerd. Leerkrachten kijken naar de individuele prestaties, groepen en trends binnen de klas en jaargroep. Belangrijke aspecten zijn: Identificeren van sterke en verbeterpunten per leerling en per groep. Vergelijken van de resultaten met de eerder vastgestelde doelen. 4. Acties en Interventies Op basis van de analyse worden acties uitgezet: Individuele leerdoelen: Voor leerlingen die extra ondersteuning nodig hebben, worden specifieke doelen opgesteld. Dit kan inhouden dat er gerichte interventies of aangepaste lesmaterialen ingezet worden. Groepsplannen: Voor groepsoverstijgende doelen kunnen groepsplannen worden gemaakt, waarin op basis van de analyse van de resultaten aanpakken worden besproken en uitgevoerd. Professionele ontwikkeling: In de leerteams bespreken de leerkrachten hun analyses, acties en interventies om de leerkrachten te ondersteunen bij het inzetten van effectieve onderwijsmethoden. 5. Evaluatie en Bijsturing Na de uitvoering van de acties evalueren leerkrachten de effectiviteit van de interventies. Dit gebeurt door opnieuw observaties en feedback te verzamelen van de leerlingen. Indien nodig worden de acties bijgestuurd om de doelstellingen te bereiken. 6. Reflectie en Rapportage Tenslotte wordt er door de Kwaliteitscoördinator een trendanalyse gemaakt van de voortgang en de resultaten in het midden en aan het eind van het schooljaar. Tijdens een performancegesprek met de directie wordt 2x per jaar in de Leerteams de verworven kennis binnen het team geëvalueerd. Dit zorgt voor continuïteit in de kwaliteitsverbetering van het onderwijs. Het handelingsgericht werken wordt cyclisch ingezet, waardoor het onderwijs afgestemd blijft op de behoeften van de leerlingen en kan de school haar onderwijskwaliteit continu verbeteren.