Wat is voortgezet onderwijs?
Na de basisschool komt het voortgezet onderwijs (VO). Zie het als een brug naar een vervolgopleiding: het middelbaar beroepsonderwijs (mbo) of het hoger onderwijs (hbo of universiteit). Meestal stappen leerlingen rond hun twaalfde over naar het VO.
De verschillende niveaus
Binnen het voortgezet onderwijs vind je uiteenlopende niveaus, die aansluiten bij de talenten en wensen van leerlingen. De bekendste zijn: het voorbereidend middelbaar beroepsonderwijs (vmbo), het hoger algemeen voortgezet onderwijs (havo) en het voorbereidend wetenschappelijk onderwijs (vwo). In het vmbo kun je nog kiezen uit verschillende leerwegen, bijvoorbeeld gericht op techniek of zorg.
De Tweede Fase: profielkeuze in havo en vwo
Aan het einde van de havo en het vwo, in de zogeheten 'Tweede Fase', kiezen leerlingen een profiel. Denk aan Cultuur & Maatschappij, maar ook aan Natuur & Techniek. Binnen die profielen volg je zowel vakken die verplicht zijn, als keuzevakken. Zo bereid je je alvast voor op een bepaalde studierichting na de middelbare school.
Tot slot
Het voortgezet onderwijs is een belangrijke periode. Hier wordt een fundament gelegd voor de toekomst, voor een vervolgstudie en uiteindelijk een beroep. De diversiteit aan niveaus en leerwegen zorgt ervoor dat er voor ieder talent wel een passende route is.