De leerlingen bij ons op school hebben voor elk vak een ontwikkelprognose (Technisch lezen, begrijpend lezen, spelling en inzichtelijk rekenen). Deze ontwikkelprognose wordt aan de hand van didactische gegevens (toetsresultaten) en IQ ingesteld. Deze ontwikkelprognose vertelt voor elk vak wat de uitstroomverwachting qua niveau is (Praktijkonderwijs/VMBO basis/VMBO kader etc.). Dit geeft ons handvatten het onderwijs voor deze leerling goed te plannen en het onderwijsaanbod eventueel hierop aan te passen. Bij de inzichtelijke vakken (begrijpend lezen en rekenen) is de invloed op het uiteindelijke uitstroom niveau het grootst. Er wordt in het Ontwikkelings Perspectief Plan ook het verwachte uitstroomniveau voor het vervolgonderwijs gegeven. Wanneer een leerling bij een vak twee keer achter elkaar een jaar hoger (10 dle = 10 maanden onderwijs) scoort, of een jaar lager (10 dle) dan het te verwachten resultaat bij de afgenomen toets, dan wordt de ontwikkelprognose aangepast om zo weer realistische en haalbare doelen te kunnen stellen voor de leerling. Dit gebeurt soms pas na 3 keer wanneer er nog aanvullende informatie nodig is. De leerkrachten evalueren de (Cito) toetsresultaten en geven in groepsplannen en Analyse Opbrengsten notities aan wat verklaringen zijn voor het wel of niet behalen van de ontwikkelprognose. Voor het plannen van een passend aanbod na deze analyse worden ook nadrukkelijk de resultaten uit de methodetoetsen gehaald. Bij deze toetsen wordt het vaak duidelijk welke onderdelen nog extra aandacht behoeven. Wat betreft de Cito-toetsen worden de kinderen adaptief getoetst. Dat betekent dat er wordt gekeken naar het actuele beheersingsniveau van een leerling en dat daar de toets op wordt afgestemd. Zo kunnen we ons onderwijs en wat een leerling nodig heeft nog beter afstemmen op elkaar en krijgen we een realistisch beeld van wat een leerling kan. ook geeft het informatie wat een leerling nog nodig heeft om een bepaald uitstroom niveau te bereiken. Dat kan betekenen dat een leerling soms een lagere toets maakt dan het aangeboden niveau uit de methode. Het tegenovergesteld is ook het geval en dan worden kinderen door getoetst.