Vaststellen van resultaten, onderzoeken en bijsturen Op de Theo Thijssenschool volgen we de ontwikkeling van onze leerlingen nauwgezet en bieden waar nodig passende begeleiding en extra ondersteuning. We doen dat door vanaf binnenkomst systematisch toetsinformatie te verzamelen in het leerlingvolgsysteem door middel van observaties in groep 1-2 en methodegebonden en leerstofonafhankelijke toetsen in de groepen 3-8 (voorheen Cito, vanaf 2022-2023 IEP: Inzicht Eigen Profiel) op -met name- de basisvaardigheden taal- rekenen en burgerschap. Aan de hand van de behaalde resultaten stemmen we het leerstofaanbod af op de groeps- en individuele ondersteuningsbehoeften van de leerlingen. Naast deze 'harde data' volgen de leerkrachten de ontwikkeling van kinderen ook aan de hand van observaties tijdens de les. Naast observaties van de vorderingen wordt daarbij ook gelet op bv de taak- werkhouding. We vinden de sociaal-emotionele ontwikkeling van leerlingen ook belangrijk: kennis en vaardigheden leren gaan immers hand in hand met het welbevinden in de klas. We helpen de leerling ook op dit gebied zicht te krijgen op zijn/haar ontwikkeling. Bijvoorbeeld door hen te helpen benoemen wat hun sterke punten zijn en hen handvatten te bieden bij voor hen moeilijke aandachtspunten. Bewustwording hiervan kan hun leerproces versterken. We volgen de sociaal-emotionele ontwikkeling van de leerlingen in groep 3-8 via vragenlijsten in het programma Kanjer! en in groep 7-8 tevens m.b.v. de vragenlijsten sociale veiligheid. In de groepen 1/2 maken we gebruik van het observatie-instrument KIJK!. Dit programma stelt ons in staat een groot aantal ontwikkelingsgebieden in kaart te brengen. Het totaal van bovenstaande informatie wordt digitaal verzameld in het schooladministratie- en leerlingvolgsysteem Parnassys en vormt het uitgangspunt voor afstemming van ons handelen op pedagogisch vlak. Het verzamelen en duiden van data stelt ons in staat een leerling goed te helpen in zijn/haar ontwikkeling/leerproces. Voor de leerling kan dit betekenen dat hij/zij extra hulp binnen de basisondersteuning van de school krijgt, dat er nader onderzoek gewenst is of dat er extra ondersteuning van buiten de school wordt ingezet. Het mogelijk aangepaste aanbod van extra ondersteuning wordt verwerkt in een handelingsplan dat we in overleg met de ouders/verzorgers opstellen. Als de leerling zich conform verwachting ontwikkelt zegt het ons dat we op de goede weg zitten. Wijkt de ontwikkeling af van wat we er van verwachten, dan zoeken we naar de oorzaak en wordt indien nodig extra ondersteuning geboden. Dit laatste vindt niet alleen plaats op leerlingniveau, maar ook op groeps- en schoolniveau. Twee keer per jaar houden we schoolbrede geplande evaluaties, waarbij de schoolontwikkeling (en de resultaten) plus de daarmee samenhangende beleidsvoornemens en ambities geanalyseerd worden. We doen dat volgens een aantal vragen: doen we de goede dingen, doen we de dingen goed, vinden anderen dat ook, hoe weten we dat en wat doen we met wat nu weten? Tijdens deze evaluatie gaan we na of ingezette interventies voldoende resultaat hebben gehad of we stellen de aanpak bij. Dit proces van het zicht houden op de ontwikkeling en begeleiding van leerlingen wordt ondersteund door de intern begeleider en/of de kwaliteitsmedewerker van Obase.