De resultaten van School voor Speciaal Basisonderwijs Toermalijn in Zaltbommel

De basis van kwaliteitszorg Volgens het 4D-model (Data, duiden, doelen, doen). Onze ambitie is geformuleerd in een schoolstandaard. Deze is uitgedrukt in functioneeringsniveaus op een leerlijn. Zowel voor kernvakken als voor vakoverstijgende leergebieden ( in niveaus op een leerlijn). Het niveau van een leerling vormt de basis om leerlingen toe te wijzen aan een van de arrangementen binnen het groepsplan. De basis voor onze kwaliteitszorg is het opbrengstgericht werken (OGW). De onderwijsbehoeften van leerlingen vormen de basis voor het leerkrachthandelen binnen de verschillende arrangementen. Het werken met een OPP voor iedere leerling en het hierop gebaseerde groepsplan is de borging van bovengenoemde. Opbrengstgericht werken aan de hand van het 4D-model zien wij als denk- en werkwijze om het rendement te verhogen en de kwaliteit van kwaliteitszorg en onderwijs te vergroten. Er is een logische verbinding tussen schoolstandaard, groepsplan en ontwikkelingsperspectief. 3.2 Opbrengstgericht werken Opbrengstgericht werken is een systematische manier van werken in onze school gebaseerd op de theoretische uitgangspunten van het onderwijscontinuum van de CED-Groep (C. Struiksma, 2012). Het denk- en werkmodel van dit theoretisch kader is het 4D-model. Het centrale uitgangspunt is werken met een schoolstandaard als inrichting voor het onderwijs. De school verzamelt data. Data van leerlingen en leerkrachten. De data wordt geduid op beïnvloedbare onderwijskenmerken: leertijd, leerstofdoelen, didactisch handelen, pedagogisch handelen en klassenmanagement. Overige uitgangspunten die nauw met elkaar samenhangen. De onderwijsbehoeften vertaald naar de pedagogische- en didactische basisaanpak Afstemming van het onderwijsaanbod De leerkracht doet er toe Positieve benadering is van groot belang We werken constructief samen Ons handelen is doelgericht vanuit de schoolstandaard De werkwijze is systematisch, in stappen en transparant door het 4D-model Groepsplannen en individuele handelingsplannen De tussendoelen PO zijn de basis voor ons onderwijs voor alle vakgebieden. Voor de vakoverstijgende leerlijnen, worden de leerlijnen van de CED-groep gebruikt. De doelen voor de leerlingen worden opgesteld op basis van de schoolstandaard. De doelen staan benoemd in het groepsplan. Voor onze kernvakken (rekenen, spelling, technisch -en begrijpend lezen, stelt de leerkracht op grond van de OPP’s en de uitslagen van de niet-methode gebonden toetsen (zie bijlage 2) twee keer per jaar een groepsplan op. Dit plan bestaat uit een concrete beschrijving van de leerdoelen voor de komende periode. De leerlingen worden toegewezen aan een van de drie arrangementen (talent-, basis- en intensief arrangement.) In februari en juni wordt voor iedere leerling het groepsplan geëvalueerd en een nieuw plan opgesteld voor het volgende halve schooljaar. Geëvalueerd wordt of de (leer-) ontwikkeling nog conform het uitstroomprofiel is zoals beschreven in het OPP. Daar waar een kind afwijkt van de groep wordt een individueel plan opgesteld. Dit kan zijn een afbuigende leerlijn op het gebied van didaktiek (extra intensieve arrangement) of een individueel plan gericht op het gedrag van een leerling. Deze plannen worden altijd met ouders besproken en ondertekend. Jaarlijks worden de ouders/verzorgers uitgenodigd om het OPP van hun kind te bespreken en eventuele aanpassingen of toevoegingen te doen. Bij het opstellen van het groepsplan en bij een eventueel individueel handelingsplan is het OPP leidend. De leerkracht houdt daarbij rekening met de volgende zaken: De diagnose en de gevolgen daarvan voor het functioneren van de leerling. Het intelligentieniveau en de gevolgen daarvan voor het functioneren van de leerling. Het pedagogisch/didactisch niveau van de leerling. Welke doelen we dienen te behalen in de aangegeven periode. Hoe we dat gaan doen. Op welke manier maken we gebruik van de bevorderende factoren en houden we rekening met de belemmerende factoren. De onderwijsbehoeften van de leerling. Het volgen van de leerling door middel van observaties en toetsen We volgen de ontwikkelingen van de leerlingen op verschillende manieren. Naast observatiegegevens van de leerkracht hanteren wij op school methodegebonden en niet- methodegebonden toetsen. Twee keer per jaar, zijn de toetsweken. Twee keer per jaar worden de doelen voor sociaal emotionele ontwikkeling en leren leren gescoord. Alle toetsresultaten worden per leerling geregistreerd in het leerlingvolgsysteem. Van iedere leerling is een individueel overzicht met alle behaalde scores op de LOVS toetsen gedurende de schoolloopbaan. Deze worden ook twee keer per jaar aan ouders/verzorgers verstrekt. Zorgniveaus We hanteren op SBO de Toermalijn 4 zorgniveau’s Niveau: 1 De leerling is in staat om optimaal te functioneren in het geboden onderwijsklimaat. Leerkrachten zijn in staat om de hulpvraag van de leerling te beantwoorden. In principe heeft de leerling voldoende aan de basisaanpak. De leerling wordt 2x per jaar besproken in de groepsbespreking Tussentijds overleg tussen leerkracht en IB-er 2 De leerkracht heeft behoefte aan ondersteuning door de IB-er. Eventueel geplande acties kunnen worden uitgevoerd in de klas. De leerling wordt 2x per jaar besproken in de groepsbespreking Tussentijds overleg tussen leerkracht en IB-er IB-er vermeldt de leerling in de CvB ter info. 3 De leerling heeft behoefte aan ondersteuning die door andere disciplines dan enkel leerkracht en IB gerealiseerd kan worden. CVB leden kijken mee bij het in kaart brengen van de behoeften van de specifieke leerling en in de aanvullende ondersteuning op school. De leerling wordt 2x per jaar besproken in de groepsbespreking Tussentijds overleg tussen leerkracht en IB-er IB-er meldt de leerling aan in de CvB, bespreking zorgniveau 3, acties worden in gang gezet 4 De hulpvraag van de leerling is dermate problematisch dat de geleverde hulp op school niet afdoende is en externe hulpinstanties zijn betrokken of moeten betrokken worden. De leerling wordt 2x per jaar besproken in de groepsbespreking Tussentijds overleg tussen leerkracht en IB-er CvB-lid meldt de leerling aan in de CvB Samenwerkingsverband wordt betrokken Meting streefkwaliteit We nemen twee keer per jaar de LOVS toetsen af bij de leerlingen. We toetsen de aanbodslijn. Daarnaast scoren we ook twee keer per jaar de vakoverstijgende leerlijnen. Vervolgens maken we een analyse van de opbrengsten om te kijken of de resultaten overeenkomen met de gestelde ambities (schoolstandaarden) De resultaten worden ook besproken met het team in de twee jaarlijkse OPP-bespreking. Als de resultaten afwijken van schoolstandaard dan gaan we de oorzaak daarvan onderzoeken. Hierbij kijken we door middel van duidingsvragen onder andere naar: Leerkracht vaardigheden; Inzet methoden/middelen; Effectieve lestijd; Belemmerende factoren bij de leerlingen. Vervolgens wordt hieraan een actie gekoppeld: Bijscholing; Verdieping/aankoop methodes; Overige.