
Schoolweging
De schoolweging van Dorpsschool Wolvega is 34,88 , met een spreiding van 5,05 . De schoolweging en spreiding zijn in opdracht van de Inspectie van het Onderwijs door het CBS bepaald. Het CBS kijkt hierbij naar de thuissituatie van de leerlingen en drukt dit uit in een score. Hoe hoger de schoolweging, hoe complexer de leerlingenpopulatie en hoe lager de verwachte leerresultaten. Hoe hoger de spreiding, hoe groter de verschillen tussen de uitgangsposities van leerlingen. De inspectie rondt de scores lager dan 20 af naar 20 en de scores hoger dan 40 naar 40. De gemiddelde schoolweging voor alle scholen in Nederland is 29,77.
Fundamenteel niveau
Met 94,3% score voor het fundamenteel niveau overtreft de school ruimschoots de landelijke norm van 85%. Dit is opmerkelijk gezien de complexe leerlingenpopulatie, en onderstreept de kwaliteit van basisvaardigheden. Ter vergelijking: scholen met vergelijkbare schoolweging scoren gemiddeld 93,0%.
Grafiek
Grafiek laden...
Streefniveau
37,9% van de leerlingen behaalt het streefniveau, ruim boven de signaleringswaarde van 34,3%. Toch blijft dit achter bij vergelijkbare scholen (47,6%), wat mogelijk samenhangt met de hoge schoolweging. De focus op maatwerk in het 'persoonlijk ontwikkelplan' lijkt effectief voor deze populatie.
Grafiek
Grafiek laden...
Welk schooladvies kregen de leerlingen van deze school?
De adviezen tonen een tweedeling: 37,5% vmbo-(g)t als meest voorkomend advies, gevolgd door 12,5% voor zowel havo als vwo. Opvallend is het relatief hoge aandeel praktijkgericht advies (12,5% vmbo-b/k) versus 9,2% bij vergelijkbare scholen. Dit past bij de combinatie van een complexe populatie en de beschreven focus op 'realistisch en kansrijk adviseren'.
Grafiek
Grafiek laden...
Eindtoets Resultaten
Grafiek
Grafiek laden...
Toetsscores 2014-2015
Toets | Dorpsschool Wolvega | Gemeente Amsterdam | Nederland |
---|---|---|---|
197 | 199.71 |
Groep 8 Toetsen 2023-2024
Hoe gebruikt deze school tussentijdse toetsen?
Cito Leerling in Beeld Tweemaal per jaar (januari en juni) worden er toetsen afgenomen die los staan van onze methoden. Wij gebruiken hiervoor het leerlingvolgsysteem Leerling in Beeld van CITO. Bij Leerling in beeld horen uiteenlopende toetsen, die de leerkracht goed inzicht geeft in de groei van iedere leerling. Zo weet de leerkracht precies waarbij een leerling wat extra hulp of juist meer uitdaging nodig heeft. Zo krijgt iedere leerling bij ons op school de aandacht en afstemming die nodig is. Met de gegevens uit deze toetsen volgen wij naast de ontwikkeling per leerling, ook die van de groepen en van de school als geheel. Methodetoetsen Voor onze schoolvakken werken wij met diverse methodes. Bij deze methodes horen methodegebonden toetsen. Deze toetsen controleren na ieder onderdeel (hoofdstuk, blok, thema) in welke mate de leerling de aangeboden kennis en vaardigheden uit de methode beheerst. Op basis van deze data stelt de leerkracht vast of de doelen zijn bereikt of dat er nog extra acties nodig zijn. Periodeplanning Wij werken opbrengstgericht. Onze school werkt daarom met een periodeplanning voor spelling, lezen en rekenen. Dat betekent dat wij het schooljaar opdelen in 4 perioden van 10 weken. Per periode leggen wij voor onze groepen streefdoelen vast op drie niveaus; basis, intensief en verdiept. Dat doen leerkrachten beredeneerd op basis van data uit de toetsen en hun eigen observaties. De aanpak en afstemming wordt per vak bepaald door onze kwaliteitskaarten. De doelen en leerlijnen van de methode zijn leidend voor de periodeplanning. Daarnaast worden in hiaten vanuit de voorgaande Citotoets in het plan opgenomen. De leerkracht legt voor ieder niveau vast hoe er de komende periode aan de doelen worden gewerkt. Tijdens de uitvoering van de periodeplanning wordt de aanpak en ontwikkeling van de doelen geëvalueerd. De leerkracht beschrijft na iedere tussentijdse evaluatie welke interventies worden gedaan om de doelen te behalen. Week en dagplanning In de klas is de leerkracht dagelijks bezig met het begeleiden van leerlingen. Vanuit de periodeplanning vertalen leerkrachten de doelen en het lesaanbod naar een weekplanning en dagplanning. De groepsleerkracht volgt dagelijks de ontwikkelingen van de leerlingen door middel van observaties, het beoordelen van het dagelijks werk, toetsen die bij de methoden horen en toetsen die los staan van de methoden. Door dagelijkse evaluatie van deze data signaleren leerkrachten leerlingen die extra begeleiding bij de actuele doelen nodig hebben. Voor deze leerlingen wordt in de volgende dagen extra begeleidingsmomenten ingepland. Het is mogelijk dat leerlingen een aangepaste instructie of aangepaste taak krijgen. Het gaat hier om extra hulp bij een kleine leerachterstand, die in korte termijn op te lossen is. De leerkracht zal op deze wijze in de ondersteuningsbehoefte van de leerling voorzien. De begeleiding van leerlingen vindt in principe plaats in de klas door de leerkracht. Onder verantwoordelijkheid en aansturing van de leerkracht kan extra ondersteuning ook gedaan worden door een andere leerkracht of onderwijsassistent. Doublure of klas overslaan Voor de kleuters maken we gebruik van de protocollen 'van groep 1 naar 2' en 'van groep 2 naar 3'. Met deze protocollen bepalen we aan de hand van cruciale doelen en de sociaal emotionele ontwikkeling of een leerling voldoende basis heeft voor de volgende groep. In principe laten we kinderen niet een jaar zitten of een klas overslaan. Wanneer het voor een leerling in het belang van de sociaal-emotionele ontwikkeling beter is, kan besloten worden een kind te laten doubleren of een klas hoger te plaatsen. Bij een dergelijk besluit zijn directie, intern begeleider en de ouders altijd betrokken. Portfolio We betrekken leerlingen en ouders (tussentijds) bij de resultaten. Het portfolio is daarvoor het middel. Ons rapport is onderdeel van het portfolio. De kinderen krijgen twee keer per jaar een portfolio. De beoordelingen in het portfolio zijn gebaseerd op observaties, methode gebonden toetsen en de toetsen van het leerlingvolgsysteem (Cito Leerling in beeld). Daarnaast bevat het portfolio werkstukken van leerlingen waar zij trots op zijn en het verslag van de kindgesprekken. In januari en juni zijn de portfoliogesprekken. Deze gesprekken zijn voor ouders verplicht. De leerlingen krijgen het portfolio voor het portfoliogesprek mee naar huis. De leerlingen presenteren thuis het portfolio aan de ouders. Daardoor kunnen ouders en de leerling samen goed voorbereid het gesprek met de leerkracht aangaan. Zelfevaluatie Wanneer de Cito Leerling in beeld toetsen zijn afgenomen analyseren wij halfjaarlijks onze opbrengsten. De gezamenlijke zelfevaluatie doen wij met het hele team. Hiermee houden wij zicht op de ontwikkeling, ambities, onze kwaliteiten en verbeterpunten. Op basis van deze zelfevaluatie stellen wij de doelen voor de komende periode bij. De leerkrachten vertalen dit naar een nieuwe periodeplanning. De vergadering wordt geleid door de directeur en de intern begeleider. De directeur en de intern begeleider stellen na afloop een rapportage zelfevaluatie op. De bevindingen worden verantwoord aan ons bestuur Comprix, onze medezeggenschapsraad en de onderwijsinspectie. In dit rapport komt informatie over de opbrengsten uit de Cito afname in januari (M-toetsen). De directeur verbindt aan de beschikbare overzichten conclusies voor een vervolg (kwaliteitsbeleid en jaarplan). Een bezoekende inspecteur wordt de laatste versie van deze rapportage voorgelegd.
Zitten de oud-leerlingen van deze school in het voortgezet onderwijs boven, op of onder hun schooladvies?
Grafiek
Grafiek laden...
85,7% van de leerlingen presteert op adviesniveau, tegen 62,9% landelijk. Het percentage onderadvisering (14,3%) ligt echter hoger dan het Nederlandse gemiddelde (11,8%). Dit kan samenhangen met de hoge schoolweging. De 0% bovenadvisering benadrukt het voorzichtige adviesbeleid, zoals beschreven in het 'intensieve monitoring via de Plaatsingswijzer'.
Sociale ontwikkeling
Wij zijn een gezonde school. Met het themacertificaat Welbevinden laten wij zien dat sociale veiligheid ons speerpunt is en wij dit goed op orde hebben. Onze school wordt door leerlingen, ouders en inspectie dan ook gewaardeerd om het goede pedagogische klimaat. In onze tevredenheidspeilingen en monitor sociale veiligheid scoren sociale veiligheidsaspecten hoog. Er heerst in onze school dan ook een fijne en gemoedelijke sfeer, waarin leerlingen zich gezien voelen. Wij zijn hier tevreden over. Een veilig gevoel is de basis voor een brede ontwikkeling. Uitgangspunt in ons onderwijs is in verbinding staan met de ander, de groep, de school en zelfs de wijk. Wij willen een kansrijke toekomst voor onze leerlingen. Onze school is een oefenplaats voor sociale competenties en burgerschap. Wij zetten in op zelfstandigheid, weerbaarheid, verantwoordelijkheid en (zelf)vertrouwen. Onze school is een leefgemeenschap, waarin leerlingen zich gehoord en gezien voelen, een stem krijgen, en waarin zij leren wat het betekent om een ‘democratisch burger’ te zijn. Voor ons betekent dit open staan voor en overbruggen van verschillen tussen mensen, een bijdrage leveren aan het algemeen belang, en actief verantwoordelijk willen zijn voor de gemeenschap. Daarmee ervaren onze leerlingen dat het uitmaakt dat ze er zijn, dat ze ‘er toe doen’. In onze aanpak willen we leerlingen leren: op een democratische manier met elkaar beslissingen te nemen constructief conflicten op te lossen verantwoordelijkheid te nemen voor elkaar en voor de gemeenschap en open houding aan te nemen tegenover verschillen tussen mensen volgens welke principes onze democratische samenleving is ingericht, en de sociale, emotionele en communicatieve vaardigheden die nodig zijn voor bovenstaande doelen. We monitoren onze sociale opbrengsten. De tevredenheid van onze leerlingen meten we ieder voorjaar. De sociale veiligheid meten wij jaarlijks met Cito Leerling in beeld. De burgerschapscompetentie smeten we in groep 7/8 met Rovict. Zo ontstaat een breed beeld van de sociale opbrengsten. De school- en groepsrapportages en benodigde interventies worden besproken met de leerlingenraad, de MR en het team. De interventies doen we altijd met behulp van het programma De Vreedzame School. In ons aanpak en aanbod grijpen we terug op aspecten in de leerlijn die aandacht vragen. Dat kan binnen het aanbod van het actuele leerjaar, maar ook van eerdere leerjaren. Op groepsniveau kan het ondersteuningsteam van De Stipe ingeschakeld worden om het sociaal functioneren van de groep te verbeteren. Op leerlingniveau kunnen vanuit de monitor sociaal emotioneel functioneren signalen naar voren komen. In dat geval gaan we met de handreikingen vanuit Cito Leerling in Beeld aan de slag. De leerkracht voert met de leerling een verdiepend gesprek. Indien nodig wordt er samen met de leerling een plan gemaakt om het welbevinden te verbeteren. Desgewenst kan voor een enkele leerling besloten worden tot nader onderzoek. Ouders, de intern begeleider en eventueel het ondersteuningsteam De Stipe wordt dan betrokken. LEES MINDER
Iedereen hoort erbij
We lossen zelf conflicten op
Samen verantwoordelijk
Wat is de werkwijze van Dorpsschool voor sociale ontwikkeling?
Dorpsschool gebruikt de methode 'De Vreedzame School' voor sociale competenties en burgerschap, passend bij de visie en kernwaarden van de school. Dit programma helpt de school een gemeenschap te vormen waar leerlingen actief worden aangesproken op hun verantwoordelijkheid voor elkaar, hun omgeving, de schoolgemeenschap en de samenleving. 'De Vreedzame School' besteedt aandacht aan sociale-emotionele en burgerschapscompetenties, zoals inlevingsvermogen, democratische besluitvorming, openstaan voor verschillen, constructieve conflictoplossing, omgangsvaardigheden en verantwoordelijkheid nemen. De school werkt met een jaarplanning voor 'Vreedzaam', bestaande uit een wekelijkse les of activiteit in alle groepen van 30-45 minuten, verdeeld over zes blokken: We horen bij elkaar, We lossen conflicten zelf op, We hebben oor voor elkaar, We hebben hart voor elkaar, We dragen allemaal een steentje bij, We zijn allemaal anders. Dorpsschool doet veel om sociale veiligheid te bevorderen en pesten te voorkomen. Bij signalering van pestgedrag wordt dit besproken met de directeur en de intern begeleider, wordt een plan van aanpak gemaakt en worden de betreffende ouders op de hoogte gebracht. Er is een protocol gewenst gedrag en een pestprotocol beschikbaar. Aanspreekpunt voor ouders is de leerkracht van hun kind. Bij ontevredenheid over de aanpak kan men zich wenden tot de directeur van de school.
Welke registratievorm(en) gebruikt Dorpsschool om sociale opbrengsten in kaart te brengen?
Dorpsschool gebruikt Cito Leerling in beeld om sociale opbrengsten in kaart te brengen.