
Schoolweging
De schoolweging van Het Christal Vlaardingen is 29,44 , met een spreiding van 7,74 . De schoolweging en spreiding zijn in opdracht van de Inspectie van het Onderwijs door het CBS bepaald. Het CBS kijkt hierbij naar de thuissituatie van de leerlingen en drukt dit uit in een score. Hoe hoger de schoolweging, hoe complexer de leerlingenpopulatie en hoe lager de verwachte leerresultaten. Hoe hoger de spreiding, hoe groter de verschillen tussen de uitgangsposities van leerlingen. De inspectie rondt de scores lager dan 20 af naar 20 en de scores hoger dan 40 naar 40. De gemiddelde schoolweging voor alle scholen in Nederland is 29,77.
Fundamenteel niveau
Met 95,8% behaalde het fundamenteel niveau ruimschoots de inspectienorm (85%). De score ligt vrijwel gelijk aan vergelijkbare scholen (95,9%), wat aantoont dat de basiskwaliteit op orde is. De focus op taalvaardigheid in groep 5-6 draagt hier significant aan bij.
Grafiek
Grafiek laden...
Streefniveau
Het Christal behaalt voor het streefniveau 55,2% tegenover een inspectienorm van 47,1%. Hoewel dit boven de signaleringswaarde ligt, scoort de school iets onder het vergelijkingsgemiddelde (57,8%). Dit reflecteert de diversiteit in de leerlingenpopulatie, waarbij differentiatie in de rekenmethodes verder versterkt wordt.
Grafiek
Grafiek laden...
Welk schooladvies kregen de leerlingen van deze school?
De adviezen tonen een sterke focus op hogere leerwegen: 50% havo en 20% vwo, samen goed voor 70% theoretische richtingen. Dit overtreft het regionaal gemiddelde (havo: 16,1%; vwo: 18,6%). Opvallend is het beperkte aandeel praktijkonderwijs (0%), wat lokaal juist 1,01% bedraagt. Havo-adviezen vormen hiermee een onderscheidend kenmerk.
Grafiek
Grafiek laden...
Eindtoets Resultaten
Grafiek
Grafiek laden...
Toetsscores 2023-2024
Toets | Het Christal Vlaardingen | Gemeente Amsterdam | Nederland |
---|---|---|---|
LIB | 175.76 | 174.5 | 175.23 |
Groep 8 Toetsen 2023-2024
Hoe gebruikt deze school tussentijdse toetsen?
Elk kind op onze school verdient onze liefde aandacht en ondersteuning. In ons onderwijs houden we rekening met ieders mogelijkheden. Dat betekent dat we volop ruimte willen geven aan het ontwikkelen van de gaven en talenten van het kind, maar ook dat we ons met dezelfde energie inzetten voor het (helpen) omgaan met beperkingen en moeiten die een kind ervaart. We zien de ons toevertrouwde leerlingen als door God geliefden; uniek en waardevol. Daarom zetten we ons in hen te laten ervaren dat ze worden gerespecteerd om wie ze zijn en niet om wat zij presteren. Ook voor de kinderen zelf is het goed te bemerken dat niet iedereen dezelfde capaciteiten heeft. Zo stimuleren we hen om elkaar te helpen; te samen-leren. Omgaan met heterogeniteit op school en dienstbaarheid aan elkaar zien we ook als een goede voorbereiding op de samenleving. We willen een stevige basis leggen voor het voortgezet onderwijs en hechten grote waarde aan een goede samenwerking met de ouders. Handelingsgericht werken (HGW) vormt het kader van waaruit we de begeleiding van de leerlingen gestalte geven. Elke leerkracht is in staat om het onderwijs af te stemmen, ook op hen die extra instructie, dan wel meer uitdaging nodig hebben. Bij HGW wordt uitgegaan van de leerling in zijn totaliteit; cognitief en sociaal-emotioneel. We vinden het dan ook van belang om het kind te zien in relatie tot zijn omgeving. De kernvraag bij ondersteuning: ‘Wat heeft dít kind….. in déze situatie …. nodig?’ Op deze wijze proberen we de onderwijsbehoeften te formuleren. Samen zoeken we naar kansen om een leerling vooruit te helpen, waarbij niet alleen de te behalen doelen voor de leerstof belangrijk zijn, maar ook het welbevinden van de leerling. Bij het analyseren en bespreken van toetsresultaten richten we ons dan ook niet alleen op het behaalde niveau én op de groei, maar juist ook op de vraag of het goed gaat met het kind zelf; of hij ‘gedijt’. We gebruiken de 7 uitgangspunten van het HGW als leidraad (N.Pameijer, JSW april 2010): Wat heeft deze leerling nodig om een bepaald doel te behalen? Welk effect heeft mijn aanpak en hoe kan ik goed afstemmen op deze leerling? Wat kan ik (anders) doen teneinde deze leerling of deze groep verder te helpen? Welke positieve aspecten kan ik gebruiken? Hoe realiseer ik een constructieve samenwerking (leerkrachten, leerlingen, ouders, interne- en externe begeleiders) voor een optimale aanpak? Waar willen we naar toe en wat hebben we daarvoor nodig? (hoe) Werken we systematisch en transparant? We combineren en integreren het HGW met principes van het Opbrengstgericht Werken (OGW); het systematisch en cyclisch werken aan (verhoging van) de opbrengsten. Waar OGW vooral analyseert vanuit de kwaliteit van onderwijs; kijken we met HGW naar een breder kader van wisselwerking. Enkele praktijkvoorbeelden: Resultaten van toetsen rubriceren we in groepen op een datamuur (OGW). Het bepalen van de subgroepen gebeurt vanuit een breder kader dan alleen de opbrengsten, bv. aspecten van werkhouding en zelfstandigheid (HGW) meenemen. In de groepsbespreking worden de behaalde resultaten en opbrengsten gekoppeld aan de doelen en ambities die op schoolniveau vastgesteld zijn (OGW). De intern begeleider analyseert samen met de leerkracht wat nodig is voor een optimale aanpak (HGW). Na de groepsbesprekingen vindt na elke cyclus een teambespreking plaats waarin de behaalde opbrengsten worden geanalyseerd (OGW). Analyses en acties n.a.v. de resultaten zullen daarom gericht zijn op: ‘Wat heeft deze school en deze leerkracht en deze groep en dit kind nodig’. Een goede relatie tussen ouders en school en samenhang in de opvoeding thuis en op school is van belang. Alleen door samenwerking met de ouders kan er optimaal gewerkt worden aan de ontwikkeling van de kinderen. Educatief partnerschap willen we stimuleren. De leerkracht informeert de ouders tijdig en in voldoende mate over de leervorderingen van hun kind. Samen met de ouders wordt besproken welke ondersteuning hun kind nodig heeft. Hulp binnen en buiten de groep kan gerealiseerd worden voor kinderen die meer individuele en gespecialiseerde begeleiding bij één of meerdere vakgebieden nodig hebben. Leerlingvolgsysteem (LVS) Met de toetsen die bij de verschillende lesmethodes horen, worden de vorderingen getoetst. De resultaten hiervan worden vastgelegd en bijgehouden door de leerkracht in ParnasSys. Verder volgen wij de leerlingen met behulp van landelijk genormeerde toetsen. Dit zijn de zogenaamde LVS (leerlingvolgsysteem) toetsen van het CITO. Door deze toetsen kan er geconstateerd worden hoe het kind zich ontwikkelt ten opzichte van het landelijk gemiddelde. De resultaten van deze toetsen worden digitaal bijgehouden. Tijdens de oudergesprekken worden de grafieken van de ontwikkeling van uw kind besproken. Kleuter observaties (KijK) groep 1/2 Gehele jaar Sociogram groep 1 t/m 8 1x per jaar KanVAS Groep 3 t/m 8 2x per jaar Drie Minuten Toets (lezen) groep 3 t/m 7 - 2x per jaar (gr. 8 1xp/j) AVI toets (lezen) groep 3:1x p/j - groep 4:2x p/j - groep 5-7:2x per jaar (waar nodig) Begrijpend lezen groep 4 t/m 8:2x per jaar Spellingsvaardigheid groep 3 t/m 7:2x per jaar - groep 8:1x per jaar Rekenen en Wiskunde groep 3 t/m 7 2x per jaar - groep 8:1x per jaar De kinderen maken deze toetsen in zogenaamde toetsweken. Bij het afnemen van de CITO-toetsen volgen we de richtlijnen van CITO. Leerlingen met een ontwikkelingsperspectief worden op maat getoetst. Dat betekent dat de kind getoetst wordt op het eigen didactische niveau. Voor leerlingen met een specifieke onderwijsbehoefte (bv. kinderen met dyslexie, aandachtsproblematiek) worden aanpassingen in de wijze van toetsafname gedaan, volgens de richtlijnen van CITO. Deze aanpassingen worden altijd gedaan in overleg met de intern begeleider. In groep 8 wordt de doorstroomtoets gemaakt in februari. Het schooladvies van de basisschool is leidend voor de toelating in het voortgezet onderwijs. De score op de doorstroomtoets is aanvullend en fungeert bij de toelating als onafhankelijk tweede gegeven. De toelating tot het voortgezet onderwijs is dus niet afhankelijk van het resultaat op de doorstroomtoets. De ontwikkeling van het kind gedurende zijn schoolperiode en zijn werkhouding bepaalt het advies dat wordt afgegeven voor het vervolgonderwijs.
Zitten de oud-leerlingen van deze school in het voortgezet onderwijs boven, op of onder hun schooladvies?
Grafiek
Grafiek laden...
De school presteert uitmuntend: slechts 10% onder advies tegen 11,8% landelijk. Opvallend is dat 70% exact op het advies uitkomt (+7% boven gemiddelde), wat duidt op nauwkeurige plaatsing. De school benadrukt in haar beleid 'maatwerk door wekelijks monitoringsgesprekken' met vervolgschoolcoördinatoren.
Sociale ontwikkeling
Voor vertrouwen, veiligheid, rust en wederzijds respect De Kanjertraining leert kinderen respectvol met zichzelf, elkaar en de school om te gaan. Van ouders en leerkrachten wordt verwacht dat zij - als zich problemen voordoen - oplossingen zoeken waar iedereen wat aan heeft en dat zij niet handelen uit irritatie, angst of onverschilligheid. Als u als ouder voor onze school kiest, dan kiest u voor een school waar kinderen, leer- krachten, directie en ouders het verlangen hebben en hun best doen om respectvol met elkaar om te gaan. Als het even mis gaat spreken we elkaar daar op rustige toon op aan, erop vertrouwend dat de ander het niet slecht heeft bedoeld. Ouders en kinderen willen graag een veilige school, waar kinderen zichzelf kunnen zijn, zonder gepest of uitgelachen te worden. De Kanjertraining geeft ons hierbij handvatten voor sociale situaties. De doelen van de Kanjertraining zijn terug te vinden in de tekst van het Kanjerdiploma: Hier ben ik Het is goed dat ik er ben Ik ben te vertrouwen Ik help Ik speel niet de baas Ik lach niet uit Doet iemand expres naar, dan denk ik: Bekijk het maar! Ik gedraag mij als een kanjer, want ik ben een kanjer LEES MINDER
Liefde
Plezier
Vertrouwen
Wat is de werkwijze van het Christal voor sociale ontwikkeling?
Het Christal werkt aan sociale ontwikkeling middels de Kanjertraining, waarbij kinderen leren zichzelf voor te stellen, iets aardigs te zeggen, om te gaan met gevoelens, complimenten te geven en ontvangen, 'ja' en 'nee' te zeggen, hun mening te geven zonder te kwetsen, anderen te vertrouwen, samen te werken, vriendschappen te onderhouden, vragen te stellen, te proberen de ander te begrijpen, kritiek te geven en ontvangen, zelfvertrouwen op te bouwen, te stoppen met treiteren en uit een slachtofferrol te stappen. Daarnaast gebruikt de school KIJK! om de ontwikkeling van kinderen te registreren en te volgen, met aandacht voor diverse ontwikkelingsgebieden zoals zelfbeeld, relaties met volwassenen en kinderen, spelontwikkeling, motoriek, waarneming, geletterdheid en oriëntatie.
Welke registratievorm(en) gebruikt het Christal om sociale opbrengsten in kaart te brengen?
Het Christal gebruikt Kijk!, Kanvas, MijnRapportfolio en Veiligheidsonderzoek om sociale opbrengsten in kaart te brengen.