Wij volgen de vorderingen en de ontwikkeling van de kinderen op de volgende manieren: Methodegebonden toetsen op de vakgebieden rekenen en taal Elke methode maakt gebruik van toetsen om te controleren of datgene wat behandeld is wel of niet wordt beheerst. De resultaten van deze toetsen worden op klassenoverzichten bijgehouden. Methode-onafhankelijke toetsen op de vakgebieden rekenen en taal Met behulp van het leerlingvolgsysteem Leerling in Beeld (LIB) en diverse andere toetsen. I.s.m. Stichting Fortior is er afgesproken om het ontwikkelingsproces van de kinderen te volgen door structureel gebruik te maken van de diverse toetsen van het leerlingvolgsysteem LIB voor groep 3 t/m 8 en de leerlijnen van het Jonge Kind met ParnasSys voor groep 1-2. Het biedt ons de mogelijkheid om het proces te volgen via een ontwikkelingslijn. Daarnaast maken we ook nog gebruik van diverse andere toetsen om de ontwikkeling te kunnen volgen. Observaties Tijdens het werken in de klas en het buitenspel volgen we de ontwikkeling van de individuele kinderen en de groep door te observeren. Doel van het observeren is om te kijken naar gedrag (bijv. hoe verloopt de samenwerking?) en werkhouding (bijv. hoe wordt een probleem opgelost?). In groep 1-2 wordt de brede ontwikkeling van het kind geobserveerd. Gegevens vanuit deze observaties worden in een leerlingvolgsysteem voor het jonge kind vastgelegd. Mondelinge en schriftelijke verwerkingen van opdrachten Denk hierbij ook aan het vastleggen van de kindgesprekken die gevoerd worden vanaf de start van het schooljaar. Afname van de LIB-SEO en Sociogram Dit geeft een beeld van het welbevinden van kinderen. De registratie van de gegevens vindt plaats in ons administratie en volgsysteem ParnasSys en LIB. Leerling-besprekingen en groepsanalysegesprekken De leerling-besprekingen en groepsanalyse worden gevoerd met de groepsleerkracht en de teamleider. Deze besprekingen vinden altijd plaats in november, februari en einde schooljaar en zijn bedoeld om de ontwikkelingen van de kinderen en de groep te volgen en waar nodig acties in te zetten of aan te passen. Bij de uitstroom in groep 8 zien we dat voldoende kinderen het 1F niveau op het gebied van taal behalen. Te weinig kinderen behalen echter het hogere 2F streefniveau. (voor een toelichting wat referentieniveaus zijn verwijzen we naar het onderdeel 'resultaten eindtoets' hoofdstuk 5.2) Op rekengebied behalen nog niet alle kinderen het 1F niveau. Dit is wel wenselijk voor onze school. Toch stromen de kinderen wel uit naar een VMBO-T/HAVO/VWO niveau. Door het leren anders te organiseren en in te zetten op sterke didaktiek is het streven en de verwachting dat een groter aantal kinderen het streefniveau behaalt.