
Schoolweging
De schoolweging van ’t Ven Veghel is 27,97 , met een spreiding van 5,95 . De schoolweging en spreiding zijn in opdracht van de Inspectie van het Onderwijs door het CBS bepaald. Het CBS kijkt hierbij naar de thuissituatie van de leerlingen en drukt dit uit in een score. Hoe hoger de schoolweging, hoe complexer de leerlingenpopulatie en hoe lager de verwachte leerresultaten. Hoe hoger de spreiding, hoe groter de verschillen tussen de uitgangsposities van leerlingen. De inspectie rondt de scores lager dan 20 af naar 20 en de scores hoger dan 40 naar 40. De gemiddelde schoolweging voor alle scholen in Nederland is 29,77.
Fundamenteel niveau
Met 96,1% scoort de school uitstekend op het fundamenteel niveau, ruim boven de landelijke norm van 85%. Dit resultaat benadrukt dat vrijwel alle leerlingen de kernvaardigheden voor taal en rekenen beheersen. De score ligt iets onder het gemiddelde van vergelijkbare scholen (96,4%), maar blijft indrukwekkend.
Grafiek
Grafiek laden...
Streefniveau
55,6% van de leerlingen behaalt het streefniveau, ruim boven de signaleringswaarde van 50,1%. Hoewel dit lager is dan het gemiddelde van vergelijkbare scholen (61,1%), toont de school hiermee aan dat ze voldoet aan de basiskwalificatie. De focus op maatwerk, zoals beschreven in het schoolplan, draagt hier waarschijnlijk aan bij.
Grafiek
Grafiek laden...
Welk schooladvies kregen de leerlingen van deze school?
De school geeft duidelijk ambitieuze adviezen: 41,5% havo en 17,1% vwo, samen goed voor 58,6% theoretische richtingen. Dit is aanzienlijk hoger dan regionale trends (26,4% havo/vwo). Toch is er aandacht voor diversiteit: 7,3% vmbo-b en 9,8% vmbo-k advies. De brede adviesmix sluit aan bij de gemiddelde schoolweging van 27,97.
Grafiek
Grafiek laden...
Eindtoets Resultaten
Grafiek
Grafiek laden...
Toetsscores 2014-2015
Toets | Gemeente Meierijstad | Gemeente Amsterdam | Nederland |
---|---|---|---|
199.71 |
Groep 8 Toetsen 2023-2024
Hoe gebruikt deze school tussentijdse toetsen?
Om leerlingen te kunnen volgen in hun ontwikkeling worden er naast de methodetoetsen twee keer per jaar niet-methodegebonden toetsen afgenomen. Deze worden vooral gebruikt om een objectief beeld te krijgen van de ontwikkelingen van de kinderen. De uitslag van de niet-methodegebonden toets geeft weer wat kinderen over een langere periode van inoefenen toe kunnen passen. Daarin worden ook bewust zaken getoetst die minimaal aan bod zijn geweest. De methodetoetsen geven een uitslag van een korte intensieve inoefenperiode en toetst alleen dat wat recent aangeboden is. De afnamemomenten van de niet-methodegebonden toetsen zijn vastgelegd in een toetskalender. De groepsleerkracht maakt na afname een analyse, past waar nodig het programma voor de leerling/groep aan. Dit gebeurt in overleg met de intern begeleider en wordt vastgelegd in een onderwijsplan. De volgende toetsen worden elk jaar afgenomen bij alle leerlingen van de betreffende jaargroep: CITO DMT woordleestoets groep 3 en 4 CITO AVI tekst lezen groep 3 t/m 8 Leerling in Beeld - Spelling groep 3 t/m 8 Leerling in Beeld - Rekenen-wiskunde groep 3 t/m 8 Leerling in Beeld - Begrijpend lezen groep 5 t/m 8 Leerling in Beeld - Werkwoordspelling groep 7 en 8 Leerling in Beeld - Leestekens groep 7 en 8 Route 8 - Doorstroomtoets groep 8 Voor kinderen die extra zorg behoeven, omdat hun ontwikkeling boven- of onder gemiddeld is, worden er zo nodig extra toetsmomenten ingelast of andere toetsen ingezet. Het kan voorkomen dat een leerling gaandeweg het schooljaar te weinig ontwikkeling door maakt. Afhankelijk van de sociaal emotionele ontwikkeling van een kind en de leerstofgebieden waar de problemen zich voordoen, maakt de groepsleerkracht, in overleg met de IB-er en directie, een keuze tussen doubleren of overgaan en met een aangepast programma starten in de vervolggroep. Om te komen tot een weloverwogen keuze is een stappenplan opgesteld, waarin o.a. het schrijven van een motivatie voor een mogelijke doublure, als ook het delen van de zorg met de ouders is opgenomen. Het besluit dat door de groepsleerkracht en intern begeleider /directie is gemaakt is bindend. In een enkel geval kan het zijn dat een kind versneld door de leerstof gaat vanwege een bovengemiddelde ontwikkeling. In overleg met ouders, groepsleerkracht en IB-er wordt bepaald of verrijking of verdieping van de leerstof een oplossing biedt. Als een kind in zijn jaargroep onvoldoende uitdaging vindt en zijn/haar ontwikkeling niet voldoende kansen krijgt, kan versnellen tot de mogelijkheden behoren. Er wordt gekeken naar de totale ontwikkeling van een kind en middels een zorgvuldig opgesteld plan wordt het kind dan voorbereid op de voortijdige overstap naar een hogere groep.
Zitten de oud-leerlingen van deze school in het voortgezet onderwijs boven, op of onder hun schooladvies?
Grafiek
Grafiek laden...
19,4% van de leerlingen presteert onder advies, wat hoger is dan het landelijk gemiddelde (11,8%). Dit kan samenhangen met de relatief hoge ambities van de adviezen. Positief is dat 74,2% op advies presteert, tegenover 62,9% bij vergelijkbare scholen. De school zet blijkbaar realistische adviezen in, met ruimte voor groei.
Sociale ontwikkeling
Je veilig voelen en lekker in je vel zitten Leerlingen zitten op school om te leren. Ze zijn pas in staat om te leren en zichzelf te ontwikkelen als ze zich veilig voelen en zichzelf kunnen zijn. Daarvoor is het nodig dat ze zich kwetsbaar kunnen opstellen, dat ze zich gezien en geaccepteerd voelen en dat ze het gevoel hebben erbij te horen. Leerlingen hebben ruimte nodig om te mogen ontdekken waar grenzen liggen, om fouten te maken, om te leren verantwoordelijkheid te nemen en daarop te worden aangesproken. Voor leerlingen is de school niet alleen de plek waar ze lesstof leren, maar ook de plek waar zij leeftijdsgenoten ontmoeten en waar zij kennismaken met de samenleving en verschillen in normen, waarden en omgangsvormen. Wij als basisschool ’t Ven zijn voortdurend bezig met het realiseren van een veilig schoolklimaat en werken aan het voorkomen, herkennen en aanpakken van grensoverschrijdend gedrag (denk aan: brutaal gedrag, ongehoorzaamheid of iemand pijn doen). Lastige situaties komt iedereen tegen. Door kinderen probleemoplossende strategieën te leren, bieden we handvatten om hier beter mee om te kunnen gaan. Dit met als doel: de verkleining van de kans op een nieuw incident en grensoverschrijdend gedrag. Hoe doen wij dit? 1. Door open in gesprek te gaan met leerlingen en hen aan het denken zetten over hun houding en handelen. 2. Door direct ouders te informeren en betrekken bij de aanpak. 3. Door afspraken vast te leggen en evaluatie momenten te plannen. 4. Door op te schalen in hulp. Wanneer het nodig is kunnen anderen meedenken met leerkracht/ouders en kind. Denk hierbij aan IB, (externe) deskundige, directie. Grensoverschrijdend gedrag is vaak een hulpvraag vanuit het kind. Daarom streven wij naar een goede samenwerking tussen school, kind en ouders. We zijn samen verantwoordelijk om uw kind goed te kunnen ondersteunen bij moeilijke situaties. Bij nieuwe ontwikkelingen zullen wij u weer op de hoogte brengen. LEES MINDER
SAMEN
VERTROUWEN
VERANTWOORDELIJK
Wat is de werkwijze van Basisschool 't Ven voor sociale ontwikkeling?
Basisschool 't Ven bevordert de sociale ontwikkeling door middel van ankerweken, het project Lentekriebels (over relaties en seksuele ontwikkeling), aandacht voor mediawijsheid, groepsposters met groepsdoelen voor de sociaal/emotionele ontwikkeling, vragenlijsten voor leerlingen en leerkrachten (vanaf groep 5) en besprekingen binnen het team. Dit wordt begeleid door de onderzoeksgroep pedagogisch klimaat.
Welke registratievorm(en) gebruikt Basisschool 't Ven om sociale opbrengsten in kaart te brengen?
Basisschool 't Ven gebruikt Leerling in Beeld en Digikeuzebord om sociale opbrengsten in kaart te brengen.
Welke methode(s) voor sociaal-emotioneel leren gebruikt Basisschool 't Ven?
Basisschool 't Ven gebruikt Ankerweekkaarten als methode voor sociaal-emotioneel leren.