Binnen het SBO hebben alle leerlingen een ontwikkelingsperspectiefplan (OPP). In dit OPP worden aan het einde van ieder schooljaar de doelen van de leerlingen beschreven op de volgende vlakken: werkhouding rekenen begrijpend lezen technisch lezen spelling taal / woordenschat sociaal emotionele ontwikkeling De doelen die beschreven worden zijn de doelen die voor een kind individueel gelden en niet passen binnen ons basisaanbod in de klassen. Deze doelen worden 2 maal per schooljaar geëvalueerd en eventueel bijgesteld. Voor de leervakken wordt er gekeken naar de CITO resultaten in combinatie met de methodegebonden toetsresultaten. Er wordt gekeken of de prognoses behaald zijn. Op het moment dat dit het geval is, is het aanbod toereikend. Op het moment dat een leerling de doelen niet dreigt te halen wordt er gekeken wat er in het aanbod gedaan moet worden om hier wel voor te zorgen. Wat heeft de leerling nodig of is het gestelde doel wel een haalbaar doel? naar aanleiding hiervan wordt het onderwijs aangepast in de klas. Wanneer dit niet voldoende is, hebben wij als school de mogelijkheid om kinderen remedial teaching aan te bieden voor een korte periode. Als er bij ons twijfels zijn over waarom een kind zich niet voldoende blijft ontwikkelen hebben wij als school ook de mogelijkheid om een intelligentieonderzoek af te nemen. De score die hier uit komt kan ons antwoorden geven. De sociaal emotionele ontwikkeling monitoren we aan de hand van SCOL. Twee keer per jaar vullen de leerkrachten de SCOL in om te kijken waar de leerlingen staan en hoe we de leerlingen verder kunnen helpen en wat hier nodig voor is. De OPP's worden 3x per jaar met de ouders besproken. Daarnaast zijn er gesprekken met de leerkrachten en de zorgteam medewerkers tussentijds om op deze wijze het proces tussentijds ook te blijven monitoren en eventuele aanpassingen in het aanbod te kunnen doen om de uiteindelijke doelen te kunnen behalen. Jaarlijks geven wij ook antwoord op de vraag of de onderwijszetting nog passend is voor het kind. Dit betekent dat wij kijken of het kind nog voldoende profiteert van ons aanbod en of wij nog kunnen voldoen aan de onderwijsbehoeften van het kind. Wanneer dit niet meer het geval is gaan wij in overleg met ouders op zoek naar de juiste setting. Dit kan zijn dat er een andere vorm van speciaal onderwijs nodig is in de vorm van cluster 2, 3 of 4 onderwijs of dat behandeling voorliggend is aan onderwijs en dat een kind doorverwezen wordt naar een voltijd behandel setting. Ook kan het voorkomen dat een kind terug geplaatst kan worden naar het regulier onderwijs. In alle gevallen zullen wij het samenwerkingsverband betrekken om met ons mee te denken over de juiste plek voor het kind.