
Schoolweging
De schoolweging van Koningshaven is 33,92 , met een spreiding van 6,41 . De schoolweging en spreiding zijn in opdracht van de Inspectie van het Onderwijs door het CBS bepaald. Het CBS kijkt hierbij naar de thuissituatie van de leerlingen en drukt dit uit in een score. Hoe hoger de schoolweging, hoe complexer de leerlingenpopulatie en hoe lager de verwachte leerresultaten. Hoe hoger de spreiding, hoe groter de verschillen tussen de uitgangsposities van leerlingen. De inspectie rondt de scores lager dan 20 af naar 20 en de scores hoger dan 40 naar 40. De gemiddelde schoolweging voor alle scholen in Nederland is 29,77.
Fundamenteel niveau
95.2% van de leerlingen behaalt het fundamenteel niveau, ruim boven de landelijke norm van 85% en het vergelijkingsgemiddelde van 93.4%. Dit onderstreept de effectieve basisondersteuning, zelfs in een context met hogere onderwijsachterstanden.
Grafiek
Grafiek laden...
Streefniveau
Met 39.4% score op het streefniveau overtreft de school de eigen signaleringswaarde van 36.3%, maar blijft achter bij het gemiddelde van vergelijkbare scholen (49.2%). Dit weerspiegelt de uitdagingen binnen de complexe leerlingenpopulatie, waarbij het onderwijs zich succesvol richt op minimumdoelen.
Grafiek
Grafiek laden...
Welk schooladvies kregen de leerlingen van deze school?
De adviezen tonen een nadruk op de theoretische leerweg: 62.5% krijgt vmbo-(g)t+ advies (vs. 44.7% in vergelijkbare scholen). Toch valt 12.5% vwo-advies lager uit dan het regionaal gemiddelde (18.6%), mogelijk gerelateerd aan de schoolweging. Opvallend is de afwezigheid van praktijkonderwijsadviezen in een populatie waar dit landelijk 1% bedraagt.
Grafiek
Grafiek laden...
Eindtoets Resultaten
Grafiek
Grafiek laden...
Toetsscores 2023-2024
Toets | Koningshaven | Gemeente Amsterdam | Nederland |
---|
Groep 8 Toetsen 2023-2024
Hoe gebruikt deze school tussentijdse toetsen?
Opbrengst gericht werken. Op basisschool Koningshaven werken we opbrengst gericht. Dit betekent dat we toetsresultaten evalueren en bekijken of de leerlingen naar verwachting gescoord hebben. Als dat niet het geval is wordt gekeken naar mogelijke oorzaken waardoor de leerlingen onvoldoende groei heeft laten zien. Hierbij wordt gekeken naar de totale leerling, niet alleen naar zijn of haar toetsresultaten. Daarna wordt gekeken of en welke interventies nodig zijn voor een leerling of een groepje leerlingen. De interventies die worden ingezet, worden na een nieuwe periode geëvalueerd en bijgesteld waar nodig. De resultaten van de leerlingen is een gedeelde verantwoordelijkheid van het hele team. Het gehele team wordt daarom ook betrokken bij het evalueren van toetsgegevens, gezamenlijk wordt gekeken naar welke interventies ingezet kunnen worden. Na een meting van de IEP toetsen wordt op leerlingniveau, op groepsniveau, op bouwniveau en op schoolniveau naar de gegeven gekeken. Op leerling- en groepsniveau is de leerkracht verantwoordelijk voor de evaluatie. De evaluatie wordt met de intern begeleider besproken en in overleg worden interventies ingezet waar nodig. Op bouwniveau zijn de leerkrachten uit de bouw verantwoordelijk, de intern begeleider zorgt hierbij voor de helicopterview. Tijdens de groepsbesprekingen worden de resultaten per bouw besproken. Hierbij wordt gekeken naar overeenkomsten en verschillen in de gegevens. Per bouw wordt gekeken welke interventies nodig zijn, deze interventies kunnen groepsoverstijgend worden ingezet waar dit gewenst is. Op schoolniveau zijn de intern begeleiders en directie verantwoordelijk voor de evaluatie van de gegevens. Tijdens de schoolanalyse wordt gekeken naar de resultaten van de hele school. Hierbij wordt goed gekeken naar de schoolnorm, ook wordt gekeken of er een trend zichtbaar is. Omdat de evaluatie op schoolniveau een goed beeld geeft van de gegevens over de gehele school, wordt deze analyse gedeeld met alle teamleden. Het doel van het opbrengst gericht werken is om in beeld te hebben wat werkt en waar nog iets meer nodig is. Wij willen leerlingen niet afrekenen op hun resultaten. De focus ligt daarom op de vaardigheidsscore van een leerling. Aan deze score kunnen wij zien of een leerling in een bepaalde periode voldoende groei heeft laten zien. Deze groei kan elke leerling op hun eigen niveau laten zien. Als een leerling onvoldoende groei heeft laten zien zal gekeken worden naar interventies die ingezet kunnen worden om de groei te vergroten. Om goed te kunnen bepalen welke interventies nodig zijn, wordt naast de resultaten ook goed gekeken naar het welbevinden van de leerling. Om goed tot leren te komen is het belangrijk dat leerlingen goed in hun vel zitten. Interventies kunnen dus ook op dat gebied ingezet worden. Op weg naar een portfolio In onze manier waarop we de ontwikkeling communiceren met de kinderen en de ouders gaan we zoeken naar een alternatief voor het rapport. De huidige rapporten met cijfers sluiten onvoldoende aan bij het in beeld brengen van de ontwikkeling van de kinderen. We zoeken naar een manier waarop we resultaten op toetsen kunnen gebruiken als input om van te leren. Ook willen we kinderen vanuit eigenaarschap bewijsmateriaal laten leveren dat ze bepaalde doelen hebben behaald. We willen een portfolio ontwikkelen waardoor we zicht krijgen op de ontwikkeling van de kinderen en waarmee de kinderen samen met de ouders en de leerkrachten hieraan een bijdrage kunnen leveren. Het volgen van de ontwikkeling is niet weg te zetten in punten, wel in doelen en bewijzen van de doelen die bereikt worden. Dit portfolio kunnen de leerlingen ook meenemen naar het voortgezet onderwijs. In ons portfolio willen we zowel de groei op de cognitieve vakken in beeld brengen en ook de persoonlijke groei die kinderen doormaken: wie ben ik, wie ben ik naar de anderen en wie ben ik in de maatschappij.
Zitten de oud-leerlingen van deze school in het voortgezet onderwijs boven, op of onder hun schooladvies?
Grafiek
Grafiek laden...
76.9% van de leerlingen presteert op adviesniveau, significant boven het landelijk gemiddelde (62.9%). Slechts 7.7% zit onder advies, wat de zorgvuldige advisering bevestigt. De 'warme overdracht' en vervolgmonitoring lijken hier succesvol: 15.4% overtreft het advies, vergelijkbaar met scholen in vergelijkbare contexten.