Zicht op ontwikkeling We vragen van elke leerkracht om een goed beeld te hebben van de ontwikkeling van de leerlingen. Wij meten de resultaten van ons onderwijs met de volgende middelen: resultaat- en methode gebonden toetsen, eigen lesobservaties en de niet methode gebonden toetsen (zoals Cito en Adit). De Cito-toetsen worden elk schooljaar in januari / februari en in mei / juni afgenomen. Elke leerling start zijn schoolcarrière na een intake gesprek gevoerd door de intern begeleider/directie/de coördinator van unit 1 en de ouders. De leerkrachten bekijken de informatie van de (voor)schoolse voorziening die de leerling bezocht heeft en er is sprake van een warme overdracht. Op basis van de verkregen informatie maakt de leerkracht een inschatting welke onderwijsbehoefte de leerling heeft. Wij maken 1 keer per 2 jaar een analyse van de leerlingpopulatie. Op schoolniveau wordt een diepte analyse gemaakt en wordt onder andere gekeken naar bovenstaande input. School geeft in deze diepte analyse antwoord op de volgende vragen: Leren onze leerlingen voldoende? Krijgen onze leerlingen goed onderwijs? Voelen onze leerlingen zich veilig? Vanuit deze gegevens worden interventies uitgezet op groepsniveau. Deze komen ter sprake in de groepsbespreking en de vertaalslag wordt gemaakt in het groepsvoerzicht. Daarnaast worden interventies opgenomen in het schoolplan en het schooljaarplan. Concrete uitvoering van de ondersteuningsniveaus zijn terug te vinden in het ondersteuningsplan van onze school.