Het volgen van de ontwikkeling Door middel van periodiek terugkerende toetsing en doorlopende observaties bekijken wij hoe een kind zich voldoende ontwikkelt. De toetsen uit de methoden zijn hierbij van groot belang. Daarnaast maken we ook gebruik van een methodeonafhankelijke toetsing. Dit is een landelijk genormeerd Leerling Volg Systeem. Twee keer per jaar worden bij de leerlingen deze toetsen afgenomen op het gebied van technisch lezen, spelling, begrijpend lezen (vanaf groep 4). De uitslag van deze toetsen geeft een beeld van de ontwikkeling van de kinderen en hoe zich dat landelijk verhoudt tot leeftijdgenoten. Door de regelmaat waarmee dit gebeurt en vastgelegd wordt krijgen wij zicht op de ontwikkeling en kunnen wij hiaten vroegtijdig signaleren. De resultaten van het onderwijs worden geanalyseerd en met die opbrengsten wordt de komende periode gepland. Gedurende het schooljaar vinden twee hoofdmetingen en twee tussenmetingen plaats op school. Voor deze metingen maken wij gebruik van Leerling in Beeld van Cito. Bij de meeste kinderen worden alleen de hoofdmetingen afgenomen. Echter wanneer de ontwikkeling van een kind stagneert of juist heel erg vooruit loopt in de ontwikkeling, worden ook tussenmetingen afgenomen. Hoe ondersteunen wij onze kinderen? Bij de start van het schooljaar heeft de leerkracht a.d.h.v. de resultaten en overdracht van het vorig schooljaar een duidelijk beeld van de leerlingen die extra ondersteuning nodig hebben. Er wordt voor deze kinderen gewerkt vanuit een plan van aanpak die is opgesteld door de leerkracht. In november vindt de eerste tussenmeting plaats bij bovengenoemde kinderen. De resultaten van deze metingen worden geanalyseerd en wanneer nodig wordt het plan van aanpak bijgesteld. Eind januari vindt de eerste hoofdmeting plaats. Deze toetsen worden door alle kinderen gemaakt. De resultaten van alle leerlingen worden geanalyseerd. De plannen van de kinderen die extra ondersteuning hebben gehad worden geëvalueerd. Opnieuw wordt gekeken welke kinderen extra ondersteuning nodig hebben, voor deze kinderen wordt een nieuw plan van aanpak opgesteld. In april vindt de tweede tussenmeting plaats bij de kinderen die een eigen plan van aanpak hebben. De resultaten van deze metingen worden geanalyseerd en wanneer nodig wordt het plan van aanpak bijgesteld. In juni vindt de tweede hoofdmeting plaats. Deze toetsen worden door alle kinderen gemaakt. De resultaten van alle leerlingen worden geanalyseerd. De plannen van de kinderen die extra ondersteuning hebben gehad worden geëvalueerd. Opnieuw wordt gekeken welke kinderen extra ondersteuning nodig hebben, voor deze kinderen wordt een nieuw plan van aanpak opgesteld. Deze plannen worden weer overgedragen aan de leerkrachten van het volgende schooljaar. Op die manier zorgen wij ervoor dat het ontwikkelproces van kinderen ononderbroken is. We onderhouden goede contacten met andere (basis)scholen. We nemen altijd contact op met scholen waarnaar kinderen verwezen worden. We onderhouden goede contacten met de scholen voor Voortgezet Onderwijs. Door de zogenaamde 'warme overdracht' kennen we de contactpersonen. We ontvangen van alle kinderen die naar het Voortgezet Onderwijs gaan rapporten. Die rapporten worden besproken met de leerkracht van groep 8 en de interne begeleider van De Bonte Mol. Hoe gaan we om met taalachterstanden Taal is de toegangspoort tot ontwikkeling. Een kind dat de Nederlandse taal goed beheerst, heeft daar op allerlei gebieden in zijn leven voordeel van. Kinderen leggen in hun jonge jaren de basis voor hun verdere ontwikkeling. Het vermogen om taal te begrijpen en zelf te produceren is een belangrijke voorwaarde voor de ontwikkeling van allerlei andere vaardigheden. Met andere woorden: als er iets misgaat in de taalontwikkeling, heeft dat gevolgen voor de ontwikkeling op allerlei andere terreinen. Door hun taalachterstand missen kinderen (verbale) informatie: ze begrijpen niet wat er van hen gevraagd wordt, hebben een beperkte woordenschat, leggen moeilijk verbanden en hebben moeite met het herkennen van verschillende situaties in het dagelijks leven. Ook blijven ze vaak op sociaal-emotioneel vlak achter. Het is onze inzet dat alle kinderen de kans krijgen om hun gaven en talenten tot ontwikkeling te brengen. Daarbij is een goede taalbeheersing van groot belang. Op De Bonte Mol hebben we daarom voldoende lesuren ingeroosterd om in de groepen 1 t/m 8 te werken aan taal en lezen. Voor peuters met een taalachterstand bieden wij VVE aan. We volgen alle kinderen goed in hun ontwikkeling en signaleren daarom snel taalachterstanden. Leerkrachten geven extra instructie en bieden extra tijd voor taal en lezen aan. Alle activiteiten vinden zoveel als mogelijk plaats in de eigen groep. Daarnaast wordt regelmatig een onderwijsassistent ingezet voor deze doelgroep. Onze intern begeleider coördineert dit. Het spreekt voor zich dat de ondersteuning van ouders hierbij van grote toegevoegde waarde kan zijn.