Het team van Openbare Jenaplanschool Fridtjof Nansen in Rotterdam

Onze stip op de horizon voor de komende vier jaar is duidelijk: uitgroeien tot de meest vooraanstaande Jenaplanschool in de regio. Dit betekent dat we collectief het Jenaplanconcept versterken en de visie van onze school, zowel voor stamgroepleiders, ouders als kinderen, verdiepen. Het schooljaar 2025-2026 legt de fundering voor toekomstige groei en borging van onze onderwijskwaliteit. We faciliteren gezamenlijk leren en zorgen voor een gedeelde visie binnen ons team via wekelijkse 'bordsessies'. Hierin bespreken, evalueren en stellen we onze lopende doelen bij, waarbij elke stamgroepleider een actieve rol speelt in het realiseren van schoolbrede ambities. Om de focus te behouden en te verleggen, vinden er om de drie weken bouw-specifieke bordsessies plaats, zodat we de voortgang van de onder-, midden- en bovenbouw monitoren ten opzichte van de schoolbrede doelstellingen. De volgende onderwijskundige doelen zijn leidend voor de ontwikkeling van de Fridtjof Nansenschool dit schooljaar. Via de bordsessies formuleren we concrete deeltrajecten om deze grotere ambities aan het einde van het schooljaar te realiseren: Taalontwikkeling: In het schooljaar 2024-2026 streven we naar een standaardtaalaanbod op 2F-niveau. We differentiëren binnen dit aanbod om optimaal aan te sluiten bij de diverse leerbehoeften binnen elke stamgroep. Hierbij maken we gebruik van de 'vrije tekst'-methodiek, een aanpak die perfect past binnen ons Jenaplanonderwijs. Rekenen: Voor het schooljaar 2025-2026 verstevigen we de basis voor effectief rekenonderwijs door onze rekenvisie schoolbreed te implementeren. Het standaard rekenaanbod richt zich op 1S-niveau. Stamgroepleiders worden voorzien van de nodige expertise en middelen om rekenlessen met succes te verzorgen. Differentiatie is hierbij essentieel, waarbij leerlingen gerichte ondersteuning of juist extra uitdaging ontvangen, afgestemd op hun individuele leerpad. Burgerschap: De kerndoelen voor burgerschap integreren we in gezamenlijk ontwikkelde projecten. Stamgroepleiders werken periodiek samen aan een doordacht onderwijsaanbod, waarin zowel de kerndoelen van burgerschapsonderwijs als de kernprincipes van Jenaplanonderwijs verweven zijn. Het Jonge Kind: De visie op het jonge kind is volledig omarmd door elke stamgroepleider. We verfijnen continu onze aanpak, geworteld in de kernwaarden van Jenaplan, en stimuleren leren en ontwikkeling door middel van een doordacht aanbod en een rijke leeromgeving. Wereldoriëntatie als Kern van Ons Onderwijs: In het schooljaar 2025-2026 zullen alle stamgroepleiders onze visie op wereldoriëntatie als centraal element binnen ons Jenaplanonderwijs volledig onderschrijven. Vijf schoolbrede projecten van elk 6 tot 8 weken worden zorgvuldig voorbereid met oog voor kerndoelen en na elke projectfase grondig geëvalueerd. Deze inzichten worden meegenomen en verfijnd in het aanbod voor de volgende projectperiode.

Gedurende het schooljaar werken we met vijf thematische, schoolbrede projecten. Bij de ontwikkeling van deze projecten integreren we de kerndoelen. Naast de kerndoelen maken we gebruik van diverse methodieken die de leerdoelen per periode specificeren. Dit periodieke plan vormt de leidraad voor het doordachte aanbod binnen de stamgroepen. Het periodieke plan is de macrocyclus die we vertalen naar een microcyclus in het weekplan. Dit weekplan dient als fundament voor stamgroepleiders en kinderen om tot een ritmisch en passend lesprogramma te komen, afgestemd op de specifieke onderwijsbehoeften van elk kind. Vanuit stichting BOOR hanteren we het 4D-model: data, duiding, doelen en doen. Stamgroepleiders evalueren dagelijks of de leerdoelen behaald worden, door observaties van het leerwerk, toetsresultaten en eigen observaties. Deze bevindingen worden vastgelegd in het weekplan en eventuele aanvullende overzichten. Aan het einde van de week, tijdens de evaluatie van de dagelijkse cyclus, stellen stamgroepleiders, in samenspraak met de kinderen, het weekplan voor de daaropvolgende week bij. Hierbij reflecteren ze op hun eigen pedagogische en didactische handelen. IEP-toetsen: Twee keer per schooljaar worden IEP-toetsen afgenomen bij de midden- en bovenbouw. Achtstegroepers nemen in februari deel aan de doorstroomtoets. De IEP-toetsen leveren waardevolle data op over de langetermijnretentie van kennis en de toepasbaarheid van het geleerde door de leerlingen. De resultaten van deze toetsen worden grondig geanalyseerd (geduid). Binnen het team bespreken we wat succesvol was en welk handelen daaraan heeft bijgedragen. Wat betekent dit voor het toekomstige handelen van stamgroepleiders? Deze analyse start op individueel niveau, wordt voortgezet op bouwniveau en culmineren in een schoolbrede evaluatie. Welke schoolbrede acties moeten we ondernemen, in lijn met ons schoolplan, naar aanleiding van deze duiding? Op basis van de data monitort de schoolleiding de algemene schoolontwikkeling en stuurt het beleid bij waar nodig. Ook het bestuur, stichting BOOR, volgt de schoolontwikkeling nauwlettend in relatie tot de gestelde doelen. Jaarlijks vindt er een audit plaats waarbij de resultaten worden besproken en observaties in de stamgroepen plaatsvinden. Gesprekken met ouders, kinderen en stamgroepleiders leveren waardevolle inzichten op die kunnen leiden tot aanpassingen in het beleid of de werkwijze van onze school. Door deze cyclische werkwijze en brede monitoring waarborgen we dat ons kwaliteitszorgsysteem effectief wordt ingezet en nageleefd.