
Schoolweging
De schoolweging van Fridtjof Nansen is 27,51 , met een spreiding van 6,66 . De schoolweging en spreiding zijn in opdracht van de Inspectie van het Onderwijs door het CBS bepaald. Het CBS kijkt hierbij naar de thuissituatie van de leerlingen en drukt dit uit in een score. Hoe hoger de schoolweging, hoe complexer de leerlingenpopulatie en hoe lager de verwachte leerresultaten. Hoe hoger de spreiding, hoe groter de verschillen tussen de uitgangsposities van leerlingen. De inspectie rondt de scores lager dan 20 af naar 20 en de scores hoger dan 40 naar 40. De gemiddelde schoolweging voor alle scholen in Nederland is 29,77.
Fundamenteel niveau
Met 95,4% van de leerlingen dat het fundamenteel niveau behaalt, overtreft de school ruimschoots de inspectienorm van 85%. Dit resultaat ligt slechts 1,1%-punt onder het gemiddelde van vergelijkbare scholen, wat het systematische aandachtspunt voor basisvaardigheden in het Jenaplanonderwijs reflecteert.
Grafiek
Grafiek laden...
Streefniveau
55,2% van de leerlingen behaalt het streefniveau voor taal en rekenen, ruim boven de inspectienorm van 50,1%. Hoewel dit 5,9%-punt lager is dan bij vergelijkbare scholen, toont het de effectiviteit van het adaptieve onderwijs in heterogene groepen zoals beschreven in het schoolplan.
Grafiek
Grafiek laden...
Welk schooladvies kregen de leerlingen van deze school?
De adviezen tonen een academische focus: 56,5% van de leerlingen stroomt uit naar havo/vwo (23,9% naar vwo alleen), tegenover 45,6% landelijk. Praktijkonderwijsadviezen (2,2%) liggen iets boven het gemiddelde (1,0%), passend bij de inclusieve visie. Opvallend is het hoge aandeel gecombineerde adviezen (30,4% vs. 20,9% regio), wat het ontwikkelingsgerichte karakter van het Jenaplan benadrukt.
Grafiek
Grafiek laden...
Eindtoets Resultaten
Grafiek
Grafiek laden...
Toetsscores 2023-2024
Toets | Fridtjof Nansen | Gemeente Amsterdam | Nederland |
---|
Groep 8 Toetsen 2023-2024
Hoe gebruikt deze school tussentijdse toetsen?
Op onze school krijgen kinderen instructie in kleine groepjes. Kinderen zitten met verschillende leerjaren en niveaus in een stamgroep waardoor uitleg in kleine groepjes door de stamgroepleider mogelijk is. De instructie wordt gegeven in een kleine kring en noemen we leergesprekken. Omdat de stamgroepleider aan relatief weinig kinderen de instructie geeft, is het goed te zien en te volgen of een kind de uitleg goed oppakt. Na de uitleg gaan kinderen zelfstandig en samen de lesstof verwerken. De stamgroepleider ziet aan het gemaakte werk of lesstof beheerst wordt, of, dat extra uitleg handig is. Ook kunnen er methode toetsen afgenomen worden. Al deze informatie over leervorderingen leiden tot de planning van de werkzaamheden die de stamgroepleider maakt voor de volgende dag(en). Dit noemen we zicht op ontwikkeling, de kleine cirkel. Naast deze kleine cirkel werken we ook met een zogenaamde grote cirkel. Dit houdt in dat we landelijke toetsen afnemen. Deze toetsen vertellen de stamgroepsleider of een kind het geleerde ook toe kan passen in andere vraagstellingen. Alle resultaten in de stamgroep worden gebruikt om te kijken of we de juiste lesstof aanbieden op de juiste manier. Want kinderen leren het meest als de school op de juiste manier lesgeeft. Veel van het toetsen is dus bedoeld om het stamgroepleider gedrag te bepalen. Wij weten dat kinderen veel van elkaar leren. Hierdoor kunnen de toets uitslagen ook invloed hebben op de organisatie in de groep. Of het kan leiden tot plaatsing van kinderen in bijvoorbeeld de Kangoeroeklas. Dit is een klas waar kinderen een keer per week bij elkaar komen. Het gaat dan om kinderen die sneller en gemakkelijker leren. In de eigen stamgroep zullen zij minder basisstof en uitleg krijgen. Maar daarvoor in de plaats krijgen ze andere uitdagende lesstof en opdrachten. Dit noemen we compacten en verrijken. Of de toets uitslagen leiden tot juist meer uitleg en begeleiding bij de basisstof. Hierbij kunnen dan extra mensen ingezet worden voor hulp in de stamgroep zoals de onderwijsassistenten. Tussenresultaten worden met ouders gedeeld. Als wij denken dat een kind extra uitleg en begeleiding kan gebruiken, wordt hier over gesproken met ouders. Net zoals we met ouders overleggen als we denken dat plaatsing in de Kangoeroeklas een goede keuze is.
Zitten de oud-leerlingen van deze school in het voortgezet onderwijs boven, op of onder hun schooladvies?
Grafiek
Grafiek laden...
41,3% van de leerlingen presteert boven hun advies – ruim 16%-punt hoger dan het landelijk gemiddelde. Dit hoge percentage, gecombineerd met slechts 10,9% onderadvisering, bevestigt de zorgvuldige advisering en doorlopende begeleiding zoals omschreven in het schoolondersteuningsprofiel. De cijfers onderstrepen het belang van het verticale mentorschap in het Jenaplanconcept.
Sociale ontwikkeling
Openbare Jenaplanschool Fridtjof Nansen put qua sociale opbrengsten natuurlijk veel uit het feit dat wij een openbare school zijn waar iedereen ongeacht geloof, overtuiging of geaardheid welkom is. Dit maakt dat er veel ruimte en respect is voor anderen en anders denkenden. Deze openbare gedachte krijgt in praktijk mooi vorm de hele dag door in ons onderwijs dat ingericht is op basis van gesprek, spel, werk en vieren. Onze kernwaarden geven aan dat we in de basis kinderen vertrouwen geven en ruimte om te leren en ontwikkelen, waardoor hun zelfvertrouwen kan groeien. Dit leren en ontwikkelen doen kinderen samen. Samenwerken is dagelijkse praktijk op onze school. Hier worden geen speciale methodes voor gebruikt, het is basis van de organisatie van ons onderwijs. Kinderen hebben een fijne tijd op de Fridtjof. Leerling tevredenheid, veiligheid en een goed pedagogisch klimaat wordt voortdurend gemonitord. Als er signalen komen dat het niet goed gaat met een kind of in een groep, dan wordt hier passend op ingegrepen. LEES MINDER
Zelfvertrouwen
Samen
Plezier
Wat is de werkwijze van Openbare Jenaplanschool Fridtjof Nansen voor sociale ontwikkeling?
Het monitoren van de sociale opbrengsten gebeurt op verschillende manieren. De kinder- en oudertevredenheid wordt jaarlijks gemeten middels enquêtes. Het welzijn van de kinderen wordt in beeld gebracht door het invullen van screeningslijsten. Vanaf schooljaar 23-24 wordt hiervoor het leerlingvolgsysteem van IEP gebruikt, met een speciaal onderdeel voor sociale opbrengsten; Hart en handen. Daarnaast wordt dagelijks zicht gehouden op het welzijn van de kinderen middels kringgesprekken. Kinderen of ouders kunnen altijd bij de stamgroepleider terecht voor een gesprek over het welzijn van kinderen.
Welke registratievorm(en) gebruikt Openbare Jenaplanschool Fridtjof Nansen om sociale opbrengsten in kaart te brengen?
Openbare Jenaplanschool Fridtjof Nansen gebruikt het IEP leerlingvolgsysteem om sociale opbrengsten in kaart te brengen.