OBS de Blijberg in Rotterdam - Resultaten

OBS de Blijberg
Gordelweg 216
3039 GA Rotterdam

Resultaten

Schoolweging

Schoolweging
24.42
Spreiding
6.42

De schoolweging van De Blijberg is 24,42 , met een spreiding van 6,42 . De schoolweging en spreiding zijn in opdracht van de Inspectie van het Onderwijs door het CBS bepaald. Het CBS kijkt hierbij naar de thuissituatie van de leerlingen en drukt dit uit in een score. Hoe hoger de schoolweging, hoe complexer de leerlingenpopulatie en hoe lager de verwachte leerresultaten. Hoe hoger de spreiding, hoe groter de verschillen tussen de uitgangsposities van leerlingen. De inspectie rondt de scores lager dan 20 af naar 20 en de scores hoger dan 40 naar 40. De gemiddelde schoolweging voor alle scholen in Nederland is 29,77.

Fundamenteel niveau

98.8% van de leerlingen behaalt het fundamenteel niveau, ruim boven de landelijke norm van 85%. Dit benadrukt de effectieve basisdidactiek, vooral in taal en rekenen.

Fundamenteel niveau

Score: 98.8009%

Streefniveau

64.0% van de leerlingen behaalt het streefniveau, ruim boven de inspectienorm van 58.9% maar iets onder het Rotterdamse gemiddelde van 67.7%. Dit reflecteert de combinatie van een sterke basis en uitdagingen in het bereiken van optimale resultaathiërarchie.

Streefniveau

Score: 64.0287%

Welk schooladvies kregen de leerlingen van deze school?

De school geeft nadrukkelijk hoge adviezen: 66.7% havo/vwo of vwo (33.3% elk), tegen 29.5% gemiddeld in de regio. Praktijkonderwijs blijft met 2% beperkt. De focus op theoretische leerwegen sluit aan bij het Jenaplan-concept en de stedelijke context.

Schooladviezen

Verdeling van schooladviezen voor deze school en vergelijkbare scholen

Eindtoets Resultaten

Eindtoets Resultaten

Historische eindtoetsresultaten van deze school

Toetsscores 2023-2024

Verticale analyses tonen een groei van 4.3% in rekenvaardigheden tussen groep 7 en 8, mogelijk dankzij de focus op 'ontwerpend leren'. De school scoort stabiel boven inspectienormen ondanks dalingen in leerlingenaantallen.

ToetsDe BlijbergGemeente AmsterdamNederland

Groep 8 Toetsen 2023-2024

Score
58

Hoe gebruikt deze school tussentijdse toetsen?

De stamgroepleider geeft kwalitatief goed onderwijs aan zijn of haar groep, hij houdt rekening met de onderwijsbehoeften van de individuele leerlingen. Er wordt in de lessen gebruik gemaakt van het 'Blijberg instructiemodel'. Wij proberen onze activiteiten zo te organiseren, dat zij optimale ontwikkelingskansen bieden voor elk kind en kiezen daarbij voor activerende directe instructie, waarin het actief leren en kennisconstructie centraal staat (zie bijlage). Wij werken met coöperatieve werkvormen bij instructie en verwerking. Het groepsplan wordt als basis gebruikt bij het onderwijs. De leerkracht stemt de week/ dagplanning in zijn logboek af op de onderwijsbehoeften van de leerlingen, gebruik makend van het groepsplan. De leerkracht stemt zijn dagelijks handelen voortdurend af op de behoeften van de leerlingen en het noodzakelijke aanbod. Bijstellingen of aanpassingen van het groepsplan zowel voor de groep als een individuele leerling worden in het logboek genoteerd en de acties worden hierin doorgepland (4d cyclus van BOOR). Gegevens uit observaties, gesprekjes met leerlingen en analyse van werk worden verzameld en gebruikt om het groepsplan te evalueren (logboek/weekplanning). Met het hele team zijn afspraken gemaakt hoe wij dit logboek gebruiken. Wij volgen de kinderen met behulp van Leeruniek waarbij de leerkracht twee keer per schooljaar de cyclus handelingsgericht werken doorloopt. De eerste cyclus loopt van augustus tot januari, de tweede cyclus loopt van februari tot juli. Hierbij wordt gebruik gemaakt van het programma Leeruniek. Deze cyclus bevat de volgende zes fasen: 1. Het evalueren van het lopende groepsplan. Hiervoor worden alle beschikbare leerling-gegevens gebruikt (analyse IEP toetsen, methode gebonden toetsen, observaties, gemaakt werk, overige gegevens). Op grond van deze gegevens wordt het groepsdocument in Leeruniek bijgewerkt. Dit gebeurt zowel op groepsniveau als op leerlingniveau. 2. Signaleren van leerlingen met specifieke onderwijsbehoeften. 3. Benoemen van de onderwijsbehoeften van deze leerlingen. Is er voldoende informatie om deze onderwijsbehoeften te benoemen? Zo ja, wat zijn de pedagogisch-didactische behoeften van de leerling? Zo nee, welke informatie is nodig om deze informatie vast te kunnen stellen? Op basis van een duidelijke vraag verzamelt de leraar of IB’er deze informatie. 4. Groeperen van leerlingen met vergelijkbare onderwijsbehoeften in een subgroep. Wij kiezen voor 3 aanpakken: verrijkt (met compacten en verrijken), basis of intensief. Kinderen met een (tijdelijk) individueel handelingsplan (RT) maken deel uit van de betreffende subgroep, maar zij worden daarin apart benoemd. De kinderen met een aparte leerlijn hebben een ontwikkelingsperspectief. 5. Het opstellen van een plan voor de hele groep. Op basis van de doelen die de leraar wil bereiken en de onderwijsbehoeften van de leerlingen ontwerpt hij (eventueel samen met de IB’er) een onderwijsaanbod voor de hele groep bestaande uit 3 niveaus. Het groepsplan in Leeruniek beschrijft hoe de leraar de komende periode met de verschillen in de groep zal omgaan. 6. Het uitvoeren van de plannen. De leraar voert de plannen uit. Op basis van zijn dagelijkse observaties en reflecties past hij de plannen zo nodig aan, eventueel na overleg met de IB’er. Elke cyclus wordt afgerond met een groepsbespreking waarin de stamgroepleider en de IB’er de afgelopen periode bespreken, analyseren en doelen stellen voor de volgende periode. Bij de evaluatie kijkt de stamgroepleider naar de vorderingen van de leerlingen en naar de resultaten van de eigen aanpak de afgelopen periode. Op basis hiervan evalueert de leerkracht of er voor het nieuwe groepsplan aanpassingen in de aanpak nodig zijn. De groepsbespreking (evaluatie) wordt door de leerkracht schriftelijk voorbereid en verstrekt vooraf de volgende gegevens aan de intern begeleider: -Het vorig groepsplan is geëvalueerd: ondernomen acties en te ondernemen acties voor de groep zijn beschreven. -Leerlingen met specifieke onderwijsbehoeften zijn aangegeven. -De onderwijsbehoeften van de leerlingen zijn benoemd. Tijdens de groepsbespreking bespreken de stamgroepleider en intern begeleider bovenstaande bevindingen en vindt verdere invulling plaats.

Zitten de oud-leerlingen van deze school in het voortgezet onderwijs boven, op of onder hun schooladvies?

Vergelijking van schooladviezen met vergelijkbare scholen

Slechts 6.8% van de leerlingen presteert onder advies (landelijk 11.8%), terwijl 29.6% boven advies presteert. Dit onderstreept de kwaliteit van het adviesproces en de doorlopende begeleiding via de Rotterdamse Overstaproute.

Sociale ontwikkeling

De Blijberg is als Jenaplanschool een school waar je leert samenleven. Een school waarin we kinderen leren inclusief te denken en de dialoog aan te gaan. Vanuit de democratische grondslag nemen kinderen samen met hun stamgroepleider verantwoordelijkheid voor het leer- en leefklimaat in de groep. Op De Blijberg leren kinderen kritisch naar de wereld te kijken en creatief de problemen die zich voordoen in het leven aan te pakken, samen en gelijkwaardig. LEES MINDER

Relatie met jezelf en de ander

Ambities tonen/talent inzetten

Onderzoeken en samenwerken

Wat is de werkwijze van OBS de Blijberg voor de sociale ontwikkeling van leerlingen?

OBS de Blijberg vindt het belangrijk om goed naar de kinderen te kijken en te luisteren om optimaal in te spelen op groepsprocessen. Door gesprekken over observaties leren kinderen verantwoordelijkheid te nemen voor de samenwerking en onderlinge relaties. Binnen het Jenaplanconcept ervaren kinderen de rol van jongste, middelste en oudste en leren ze voor elkaar te zorgen. De school betrekt externe partners actief bij het onderwijs, waardoor kinderen op een natuurlijke manier leren netwerken. Voor het volgen van de sociaal-emotionele competenties wordt het LVS IEP Hart en Handen gebruikt, om individuele en groepsprocessen in kaart te brengen. De resultaten worden meegenomen in voortgangsgesprekken en bij de afstemming van het onderwijsaanbod. Daarnaast wordt in de bovenbouw een jaarlijkse leerlingtevredenheidspeiling afgenomen.

Welke registratievorm(en) gebruikt OBS de Blijberg om sociale opbrengsten in kaart te brengen?

OBS de Blijberg gebruikt Hart en Handen om sociale opbrengsten in kaart te brengen.

Welke methode(s) voor sociaal-emotioneel leren gebruikt OBS de Blijberg?

OBS de Blijberg werkt aan sociaal-emotioneel leren binnen het Jenaplanconcept, waarbij de doelen zijn opgenomen in de thema's.