
Schoolweging
De schoolweging van Klimop Rijkevoort is 28,98 , met een spreiding van 5,46 . De schoolweging en spreiding zijn in opdracht van de Inspectie van het Onderwijs door het CBS bepaald. Het CBS kijkt hierbij naar de thuissituatie van de leerlingen en drukt dit uit in een score. Hoe hoger de schoolweging, hoe complexer de leerlingenpopulatie en hoe lager de verwachte leerresultaten. Hoe hoger de spreiding, hoe groter de verschillen tussen de uitgangsposities van leerlingen. De inspectie rondt de scores lager dan 20 af naar 20 en de scores hoger dan 40 naar 40. De gemiddelde schoolweging voor alle scholen in Nederland is 29,77.
Fundamenteel niveau
Alle leerlingen (100%) behalen het fundamenteel niveau, significant hoger dan de inspectienorm van 85%. Dit onderstreept de effectieve basisondersteuning, met name in een schoolomgeving waar 10% van de leerlingen onder advies presteert.
Grafiek
Grafiek laden...
Welk schooladvies kregen de leerlingen van deze school?
De adviezen reflecteren een sterke theoretische focus: 37,5% van de leerlingen krijgt een vmbo-(g)t of hoger advies (18,75% vmbo-(g)t, 18,75% vmbo-(g)t/havo, 18,75% vwo). Het percentage praktijkonderwijs (0%) ligt lager dan het regionale gemiddelde van 1,01%, wat past bij de relatief hoge schoolweging.
Grafiek
Grafiek laden...
Eindtoets Resultaten
Grafiek
Grafiek laden...
Toetsscores 2023-2024
Toets | Klimop Rijkevoort | Gemeente Amsterdam | Nederland |
---|---|---|---|
LIB | 177.45 | 176.33 | 175.23 |
Groep 8 Toetsen 2023-2024
Hoe gebruikt deze school tussentijdse toetsen?
Op Klimop vinden wij het van belang dat het onderwijs dat wij geven aansluit bij de onderwijsbehoeften van de leerlingen. Dit komt allereerst tot uiting in de wijze waarop we op Klimop de leerlingen volgen. Dit doen we op de volgende manieren: 1) Formatief handelen Op basis van voorruittoetsing krijgen we inzicht in de beginsituatie van onze leerlingen. Op basis van deze beginsituatie vormen we niveaugroepen. Hierbij hanteren we geen vaste niveaugroepen per periode, maar wisselen deze niveaugroepen per leerdoel. De niveaugroepen verschillen van elkaar in het niveau van de lesstof en de mate van begeleiding van de leerkracht. Tijdens de instructies en verwerking wordt door de leerkrachten data verzameld door observaties (zoals antwoorden op wisbordjes), gemaakt leerlingenwerk en kind- en leergesprekken. Deze bevindingen worden genoteerd in een logboek dat als leidraad geldt voor de voorbereiding en uitvoering van de lessen. Door het tussentijds volgen van de ontwikkeling van de leerlingen kan het onderwijsaanbod direct afgestemd worden. 2) Summatieve toetsing Hiermee wordt de ontwikkeling van de leerlingen gedurende een langere periode gemeten. Hiervoor gebruiken we de Cito LOVS (landelijke toetsen waarmee we het resultaat van ons onderwijs vergelijken met het onderwijs in Nederland) en methode gebonden toetsen. In de toetskalender is vastgelegd welke toets wanneer wordt afgenomen en op welke wijze we dit doen. De Cito toetsen worden vervolgens nauwgezet geanalyseerd middels de systematiek van data, duiden, doelen en doen. Hiervoor is een groepsanalyseformulier opgesteld waarin de verschillende analysefasen worden doorlopen. De opgestelde doelen, zowel kwantitatief (in de vorm van behaalde vaardigheidsscores of percentages I t/m III-scores) als kwalitatief, in de vorm van doelen aangaande lesinhoud, klassenmanagement, etc., vormen vervolgens weer het uitgangspunt voor het onderwijs in de volgende periode. Via MijnRapportfolio (een digitale rapportomgeving) krijgen kind en ouders inzicht in de ontwikkeling van het kind op sociaal-emotioneel en cognitief gebied. Vanaf groep 5 vullen de leerlingen dit rapport ook zelf in. Drie keer in het jaar vinden er groeigesprekken plaats, waarin de inhoud van het portfolio wordt besproken.
Zitten de oud-leerlingen van deze school in het voortgezet onderwijs boven, op of onder hun schooladvies?
Grafiek
Grafiek laden...
Slechts 10% van de leerlingen presteert onder advies (vs. 11,81% landelijk). Het hoge percentage leerlingen dat op advies functioneert (60%) sluit aan bij de zorgvuldige adviseringstrajecten, inclusief pré-adviesgesprekken vanaf groep 7 en meeloopdagen op middelbare scholen.
Sociale ontwikkeling
Een goed en veilig pedagogisch klimaat is voorwaardelijk voor het leren. Een goed pedagogisch klimaat vergroot de betrokkenheid van leerlingen bij de school, werkt positief op de gezondheid en verbetert de leerprestaties (Kleinjan, Bolier, & Monshouwers, 2016). Vanuit onze kernwaarden: verantwoordelijkheid, respect, plezier, samenwerking en vertrouwen werken we aan ons schoolklimaat. Met sociaal-emotionele ontwikkeling bedoelen we dat de kinderen leren omgaan met elkaar en de anderen. Aspecten van sociaal-emotionele ontwikkeling zijn: - het samenwerken, het samen spelen, het samen kunnen delen, hulpvaardig zijn; - verantwoordelijk zijn; - respect hebben voor elkaars mening en inbreng; - elkaar de ruimte geven om zelf ontdekkend bezig te zijn; - het kunnen oplossen van conflictsituaties; - het kunnen inleven in gevoelssituaties; - anderen accepteren en respecteren in hun anders zijn; - een gevoel van saamhorigheid. LEES MINDER
Samenwerken
Verantwoordelijkheid
Respect
Wat is de werkwijze van Basisschool Klimop voor sociale ontwikkeling?
Basisschool Klimop volgt de sociaal-emotionele ontwikkeling van leerlingen middels MijnRapportfolio, intakegesprekken met ouders, het Digikeuzebord in de onderbouw en de sociale-veiligheidsmonitor in groep 7 en 8. De school heeft het certificaat 'Welbevinden' van de Gezonde School. Met behulp van de systematiek van PBS (Positive Behavior Support) en de methodiek KWINK creëert Basisschool Klimop een positief schoolklimaat. Burgerschap is een belangrijk onderdeel en komt terug in PBS, KWINK en de wereldoriëntatiemethode Blink.
Welke registratievorm(en) gebruikt Basisschool Klimop om sociale opbrengsten in kaart te brengen?
Basisschool Klimop gebruikt de Sociaal Emotionele Vragenlijst, MijnRapportfolio en het Digikeuzebord om sociale opbrengsten in kaart te brengen.