Het meten en analyseren van resultaten is belangrijk. Het doel hiervan is om leerlingen beter in kaart te krijgen en hen specifieker het juiste onderwijsaanbod te geven. Wekelijks worden de methodengebonden toetsen digitaal afgenomen. Leerlingen krijgen direct een terugkoppeling van hun resultaten en mogelijk leerbehoeften. Het lesprogramma wordt hierop aangepast. Dit zogenaamd beredeneerd aanbod komt alle kinderen ten goede: niet alleen de leerlingen met eventuele zorg, maar ook de leerlingen die meer uitdaging nodig hebben krijgen onderwijs op maat. Twee keer per jaar worden voor de groepen 3 t/m 8 de niet-methodengebonden toetsen afgenomen (periode januari en juni). Deze gegevens helpen ons om de vorderingen van onze leerlingen af te wegen tegen landelijke normen. De leerlingen van de groepen 1-2 volgen we uitvoerig middels het leerlingvolgsysteem van ParnasSys (ParnasSys Leerlijnen). Twee keer per jaar worden de schoolresultaten vastgelegd in een document (analyse schoolopbrengsten Midden en Eind). Hierin staan alle overzichten, analyses en verbeterplannen. Naar aanleiding van de analyses worden de bevindingen vanuit de vakgebieden (bv rekenen of lezen) op een rij gezet en worden beleidsafspraken gemaakt (zogenaamde Kwaliteitskringen). Deze werkgroepen bewaken de voortgang en het beleid op één specifiek vakgebied. Het kernteam (directie, teamcoördinatoren en interne begeleiders) houden de totale voortgang in de gaten en passen beleid en of professionalisering van het team hierop aan.