Op kindcentrum de Linde streven we ernaar dat ieder kind een ononderbroken ontwikkeling kan doormaken. We volgen de ontwikkeling vanaf het moment dat kinderen binnenkomen tot in het voortgezet onderwijs. Ook tijdens de eerste jaren op de middelbare school volgen we het welzijn en de ontwikkeling van de kinderen. Middels een tussentijdse monitoring volgen we de ontwikkeling van de kinderen om zo ons aanbod aan te laten sluiten bij de behoefte van elk kind. Deze monitoring vindt op verschillende momenten in het jaar plaats. Bij de peuters en de kleuters (groep 1-2) leggen leerkrachten hun observaties vast in het volgsysteem Horeb. In de groepen 3 tot en met 8 meten we tweejaarlijks de opbrengsten van de kernvakken met een leerlingvolgsysteem. Dit was voorheen Cito LVS, voor het schooljaar 2024-2025 kiezen we een nieuw volgsysteem. Leerkrachten analysen de verkregen uitslagen om de ontwikkeling van de individuele leerlingen te volgen, maar gebruiken deze gegevens ook om een analyse te maken voor de kwaliteit van ons onderwijsaanbod. Hierbij wordt per kernvak en per groep gekeken naar: de gemiddelde vaardigheidsscore, de gemiddelde vaardigheidsgroei en de behaalde percentages in behaalde referentieniveaus (1F, of 2F/1S) Op schoolniveau maken we van de tussen- en eindopbrengsten een totaalanalyse. Hierbij zetten we opbrengsten af tegen zelf gestelde normen om te kijken of de door ons gestelde (vaardigheids-) groei ook is gehaald. Ook bekijken we of we over meerdere jaren trends kunnen waarnemen of dat er bij een kernvak een trend in de school is te ontdekken. Vanaf groep 6 wordt bekeken of leerlingen de niveaus halen op het gebied van taal en rekenen wat leerlingen geacht worden te halen (de zogenaamde Referentieniveaus) Ook hier worden de opbrengsten afgezet tegen eigen schoolnormen. In groep 8 maken de leerlingen de doorstroomtoets. Deze toets laat zien welk type vervolgonderwijs bij een leerling past, maar daarnaast geeft het ons inzicht in de leerresultaten van de school. Hiermee kunnen we ook verantwoording afleggen aan de Inspectie van Onderwijs en gebruiken we de analyse van de resultaten voor verdere schoolontwikkeling. Ieder jaar meten we twee maal per jaar de sociale veiligheidsbeleving en de kwaliteit van de leeromgeving van de leerlingen. Tot dit jaar gebruiken we hiervoor het instrument Viseon van Cito. Voor het schooljaar 2024-2025 kiezen we hiervoor een nieuw instrument. Met de verkregen resultaten maken de leerkrachten een analyse om te bepalen wat er nodig is voor individuele kinderen of voor de groep. Ook nemen we één keer per jaar de monitor Sociale Veiligheid van Vensters af in de groepen 6 tot en met 8. Dit helpt ons om een beeld te krijgen van de kwaliteit van het pedagogisch klimaat in het kindcentrum en om hierover verantwoording af te leggen aan de Inspectie van het Onderwijs. De IB'er als kwaliteitscoördinator bewaakt de kwaliteit, gericht op de ondersteuning, over de hele school.