Voor het geven van instructie kijken de leerkrachten naar het niveau van de leerlingen. Hiervoor gebruiken ze de observaties in de klas, maar ook methode en niet-methode gebonden toetsen. Aan de hand van deze informatie bekijken we of we ons onderwijs moeten bijstellen, door bijvoorbeeld een andere organisatie vorm te kiezen of de instructie aan te passen. Methode gebonden toetsen In de lessen krijgen de kinderen op basis van deze indeling langere, kortere of een ander type instructie. De indeling wordt met name gehanteerd bij de vakken rekenen en taal/spelling. Dit kan per vak verschillen en er wordt regelmatig geëvalueerd of een leerling de instructie krijgt die bij hem of haar past. Om na te gaan welke ontwikkeling onze leerlingen doormaken, neemt onze school regelmatig tussentijdse toetsen af. Niet-methode gebonden toetsen Om na te gaan welke ontwikkeling onze leerlingen doormaken, neemt onze school regelmatig tussentijdse toetsen af middels niet- methodegebonden toetsen. Deze zijn landelijk genormeerd en nemen we twee maal per jaar af. Wij gebruiken op school hiervoor de Dia toetsen. Na deze toetsen stelt de leerkracht een groepsplan op om te werken aan doelen voor de volgende periode, uitgaande van de ontwikkeling van de leerling. Hier gebruiken we Leeruniek voor. Een tussentijdse evaluatie door de groepsleerkracht en de IB-er zorgt ervoor dat de ontwikkeling van de individuele leerling wordt gemonitord en waar nodig het aanbod wordt aangepast. Twee maal per jaar worden er groepsplannen gemaakt, die een tussenevaluatie kennen en een eindevaluatie. Ook gebruiken we deze toetsen om ons onderwijs op schoolniveau te evalueren.