Ieder kind is uniek. Wij hebben oog voor de verschillen in karakters, talenten, behoeften en leervragen. Het onderwijs sluit zoveel mogelijk aan bij het individuele kind. Kinderen leren van en met elkaar. Kinderen leren in interactie. Door met elkaar te communiceren, te spelen en samen te werken leren kinderen veel van elkaar. Samenwerken en samen spelen bevordert de dialoog, de verbondenheid en de ontmoeting tussen kinderen. Het kind is eigenaar van zijn eigen leren. Kinderen geven medesturing aan hun ontwikkeling. De leerkracht is medeverantwoordelijk voor het leren van de kinderen. Zij kijken en luisteren goed naar de kinderen, helpen hen om hun eigen leervragen te formuleren en ondersteunen het kind bij het eigen leer-en ontwikkelproces. Kinderen zijn nieuwsgierig. Kinderen zijn nieuwsgierig naar het wat, hoe en waarom. Wij bieden kinderen een rijke, uitdagende en betekenisvolle leeromgeving, die hen gelegenheid geeft en uitdaagt om nieuwe ontdekkingen te doen, om te leren en zich verder te ontwikkelen. Binnen deze leeromgeving is er voor de kinderen ruimte om vragen aan zichzelf en aan anderen te stellen. Kinderen mogen fouten maken Door fouten te maken, leren kinderen wat zij anders moeten of kunnen doen. Fouten helpen het kind verder in de ontwikkeling. Het is essentieel dat de leerkracht samen met het kind reflecteert; “Wat kun je de volgende keer beter, anders doen?” LEES MINDER