We werken in de groepen met aanpakken. Dat betekent in de praktijk dat er lesgegeven wordt op drie niveaus. We gebruiken hierbij methodes voor de vakken spelling, taal, (begrijpend) lezen en rekenen. Deze methodes oefenen vaardigheden a.d.h.v. vastgestelde kerndoelen welke te vinden zijn op SLO (https://www.slo.nl/sectoren/po/kerndoelen/). Dat zijn de leerlijnen die elke dag aan de orde komen tijdens de lessen. Vaardigheden die geoefend worden, worden één keer per 3 à 4 weken getoetst. N.a.v. de toets en het beeld van het kind in de groep, kijkt een leerkracht welk kind op welk vakgebied welke aanpak nodig heeft. Leerlingen met zeer hoge resultaten en leerlingen met zwakkere resultaten. De leerling krijgt dan extra hulp. Extra hulp kan in vele verschillende vormen plaats vinden: door de leerkracht , extra begeleiding door een leerling (tutorleren) , extra oefenstof (eventueel voor thuis) , verdieping/verbreding van de leerstof , verlengde instructie tijdens de les (nog eens herhalen, in andere woorden, met ander lesmateriaal). Zo streeft een leerkracht ernaar de leerlingen op koers te houden. Aanpak 3: Verdiept / Score I / Ambitie: 30% van alle kinderen. Aanpak 2: Basis / Score II & III / Ambitie: 80%: van alle kinderen. Deze kinderen passen in het basisaanbod van de groep. Aanpak 1: Intensief / Score IV+V / Ambitie: 95-100% van het aantal kinderen halen 1F. V- : Dit zijn kinderen met een afbuigende leerlijn. Drie keer per jaar bespreekt de Interne Begeleider met de groepsleerkracht de resultaten en de voortgang van de leerlingen. Soms zijn de prestaties in de klas, de uitslagen van de toetsen of het gedrag van de leerling aanleiding om extra ondersteuning in te zetten. De leerkracht neemt hierin de lead en wordt ondersteund door de interne begeleider. We nemen het totaalbeeld mee van de leerling: de SEO ontwikkeling, , de executieve functies, werkhouding, gedrag, resultaten van de methode gebonden en de CITO toetsen. We toetsen 2 keer per jaar met een onafhankelijke, niet-methodegebonden toets: de CITO toetsen genoemd. We nemen deze af in januari en juni: Spelling, technisch lezen, begrijpend lezen en rekenen. De resultaten van deze toetsen (gescoord met I t/m V) worden afgezet tegen het landelijk gemiddelde. De inspectie van onderwijs hanteert een schoolweging, gebaseerd op criteria om de leerresultaten van scholen in het basisonderwijs te beoordelen. In het onderwijsresultatenmodel dat op 1 augustus 2020 is ingegaan, gebruikt de inspectie de gemiddelde schoolweging van 3 schooljaren als maat voor de leerlingenpopulatie. De schoolweging van de Spiegel is vastgesteld op 23,2. Hier zijn waarden aan gekoppeld: signaleringswaarden. 1F signaleringswaarde 85 %: dit is waar we ons op richten. Dat wil zeggen 85% van alle leerlingen halen de 1F doelen als ze van school afgaan. Dit komt overeen met eind groep E6. Alle scholen richten zich op 1F signaleringswaard 85% 69,5 % van onze leerlingen behalen in groep 8 een 1S/2F niveau. Dit komt overeen met E7/M8. Dit past goed binnen onze populatie. Onze ambitie is dat 80% van onze leerling populatie dit niveau haalt.