
Schoolweging
De schoolweging van De Rank Lochem is 30,75 , met een spreiding van 6,48 . De schoolweging en spreiding zijn in opdracht van de Inspectie van het Onderwijs door het CBS bepaald. Het CBS kijkt hierbij naar de thuissituatie van de leerlingen en drukt dit uit in een score. Hoe hoger de schoolweging, hoe complexer de leerlingenpopulatie en hoe lager de verwachte leerresultaten. Hoe hoger de spreiding, hoe groter de verschillen tussen de uitgangsposities van leerlingen. De inspectie rondt de scores lager dan 20 af naar 20 en de scores hoger dan 40 naar 40. De gemiddelde schoolweging voor alle scholen in Nederland is 29,77.
Fundamenteel niveau
96,7% van de leerlingen bereikt het fundamenteel niveau, ruim boven de landelijke signaleringswaarde van 85%. De school presteert hiermee zelfs iets beter dan vergelijkbare scholen (95,7%).
Grafiek
Grafiek laden...
Streefniveau
65% van de leerlingen behaalt het streefniveau voor taal en rekenen, aanzienlijk hoger dan de inspectienorm van 45,5%. Dit overschrijdt ook het vergelijkingsgemiddelde van 57,3%, wat wijst op effectieve basisvaardigheden.
Grafiek
Grafiek laden...
Welk schooladvies kregen de leerlingen van deze school?
De adviezen liggen sterk op het theoretische vlak: 54,2% vmbo-(g)t en 25% havo/vwo (tegenover 16,5% en 27,3% bij vergelijkbare scholen). Praktijkonderwijs blijft met 1% beperkt, wat lager is dan het regionaal gemiddelde (1,01%). De brede adviesrange sluit aan bij de relatief hoge schoolweging (30,75) en complexe leerlingenpopulatie.
Grafiek
Grafiek laden...
Eindtoets Resultaten
Grafiek
Grafiek laden...
Toetsscores 2023-2024
Toets | De Rank Lochem | Gemeente Amsterdam | Nederland |
---|---|---|---|
LIB | 175.22 | 176.1 | 175.23 |
Groep 8 Toetsen 2023-2024
Hoe gebruikt deze school tussentijdse toetsen?
Continu kijken wij of (wij) de leerlingen genoeg geleerd hebben. Dit doen volgens de wettelijk verplichte norm met observaties en landelijke toetsen en door ons aanbod vanuit de methodes frequent aan toetsing te onderwerpen. Dit is niet alleen om de opbrengsten van de kinderen te meten, maar ook voor de leerkracht om het effect van zijn/haar onderwijs te beoordelen. Er zijn drie aspecten die van belang zijn bij de beoordeling van het effect van het onderwijs. Deze drie vallen onder wat we resultaten op instructie noemen. Is het resultaat op elk van de drie aspecten voldoende, dan gaan we door met wat we deden. We hebben aan de onderwijsbehoeften van de leerling voldaan. Is het resultaat op een van de drie aspecten onvoldoende, dan gaan we analyseren. Waarschijnlijk is bij deze leerling een aanscherping van de instructie of aanpak nodig om wél goed op de onderwijsbehoeften af te stemmen. Deze drie resultaatgebieden zijn: * de betrokkenheid en het welbevinden van de leerling * de mate waarin de lesstof beheerst wordt * de vaardigheidsgroei Bij de kleuters observeren we de vaardigheden en daardoor zien we wat we gerichter aan moeten bieden of waar we extra op in moeten zetten, maar ook wat kleuters al heel goed kunnen. Vanaf groep 3 toetsen we twee maal per jaar met Cito Leerling in Beeld. Leerling in beeld focust zich op de groei van het kind en maakt dit inzichtelijk(er) voor de leerkracht. Elk jaar in januari toetsen we het niveau wat midden in het schooljaar bereikt zou moeten zijn volgens de richtlijnen en zien we of we daarmee voldoen aan de norm en dus boven of onder het landelijke gemiddelde presteren. In juni doen we de eindtoetsen van een schooljaar. Dit is tevens de nulmeting voor het volgende schooljaar en de meting voor de school of we de juiste stof voldoende hebben aangeboden. Vanaf groep 6 worden er naar aanleiding van de toetsen referentieniveaus toegekend. De referentieniveaus zijn beschrijvingen van de taal- en rekenvaardigheden van leerlingen op de verschillende overgangsmomenten van het onderwijs. Het basisniveau 1F is het niveau voor taal en rekenen dat het overgrote deel van de leerlingen aan het einde van de basisschool tenminste zou moeten beheersen. Daarnaast heeft de overheid de ambitie dat een groot deel van de basisschoolleerlingen een hoger niveau haalt: het streefniveau. Voor taal is dat het 2F-niveau en voor rekenen is het 1S-niveau. Deze worden bepaald door het landelijk gemiddelde. Vanaf midden groep 6 zijn de fundamentele niveaus en streefniveaus zichtbaar als de landelijke toetsen gemaakt zijn. Door middels het leerlingvolgsysteem naar de leeropbrengsten van elk kind te kijken, kunnen we al vroeg signaleren welke lesstof we aan moeten bieden passend bij het kind. Niet elk kind behaalt aan het eind van groep 8 hetzelfde beheersingsniveau en daarom is het aan ons om de lesstof tijdig daar op aan te passen en op niveau aan te bieden. De onderwijsinspectie die over onze schouder meekijkt of het onderwijs op orde is, kijkt naar het gemiddelde van alle groepen over zes jaar en beoordeelt scholen niet uitsluitend op basis van de Eindtoets. Het leerlingvolgsysteem geeft de leerkrachten inzicht in de ontwikkeling van de leerlingen, zowel op individueel als op groepsniveau. Dit inzicht wordt gebruikt om het onderwijsaanbod zo goed mogelijk af te stemmen op de onderwijsbehoeften van de groep en de individuele leerlingen. De leerkracht voert toets-resultaten in van methodetoetsen (aansluitend bij blokken en thema's die dan net behandeld zijn in de klas) en methodeonafhankelijke toetsen (de landelijke toetsen die twee maal per jaar afgenomen worden). Zo houden we de vorderingen en resultaten van de leerlingen bij en van de landelijke toetsen op de vakgebieden Nederlandse taal en rekenen-wiskunde. Een leerkracht in de bovenbouw kan dus hierdoor zien hoe de groei van de leerling door de jaren heen is geweest. Ook kan hij (terug)kijken of de leerresultaten van zijn leerlingen een stijgende of dalende lijn laten zien. In de kleutergroep gebruiken we een observatie-instrument om de ontwikkeling in beeld te brengen. Wij toetsen de kleuters niet in het platte vlak. Tijdens de observaties hebben we oog voor motorische ontwikkeling, fonemisch bewustzijn (het besef dat woorden uit afzonderlijke klanken zijn opgebouwd en dat die klanken gekoppeld kunnen worden aan geschreven letters of lettercombinaties), cijferbewustzijn en sociaal-emotionele ontwikkeling. Vaardigheden die van belang zijn voor het leren lezen, rekenen en schrijven. Het gaat in de hogere groepen niet alleen om studieresultaten, ook informatie over de sociaal-emotionele ontwikkeling wordt getoetst en sociale opbrengsten voortkomende uit de toets worden geanalyseerd. Deze toetsen nemen we af met KWINK, het registratiesysteem dat door deze methode aangeboden wordt. Dit is nieuw in 2024-2025. Leerling in beeld toets ook sociaal-emotionele ontwikkeling en de executieve functies. We zullen ons daar in 2024-2025 in verdiepen of dit mogelijk een beter inzicht geeft in het welzijn van de leerling. We meten het welbevinden in de groep, met de leerkracht etc., maar tevens nemen we een sociogram af. Kinderen vullen dit digitaal en geheel persoonlijk in, waarna het voor de leerkracht de mogelijkheid biedt een leerling en zijn ouders of verzorgers inzicht te geven in de persoonlijke ontwikkeling van het kind, tevens helpt dit de leerkracht om de verhoudingen in een groep goed in beeld te hebben.
Zitten de oud-leerlingen van deze school in het voortgezet onderwijs boven, op of onder hun schooladvies?
Grafiek
Grafiek laden...
5,26% van de leerlingen presteert onder advies, bijna de helft van het landelijk percentage (11,81%). Daarentegen stroomt 31,58% boven advies door, wat duidt op voorzichtige advisering en een sterk doorstroombeleid, zoals vermeld in het schoolondersteuningsprofiel.
Sociale ontwikkeling
Kinderen leren en ontwikkelen op school competenties die nodig zijn om in allerlei situaties op een goede manier met anderen om te gaan en bij te dragen aan hun leefomgeving, danwel de samenleving. Deze vaardigheden zijn terug te vinden in ons Daltononderwijs maar ook specifiek in de leerlijn waarin het sociale klimaat tot stand komt zoals bij samenwerken, conflicten oplossen en zelfredzaamheid. Sociale competenties dragen bij aan een positief en sociaal veilig klimaat op school, wat weer bijdraagt aan het verbeteren van de leerprestaties en ook de ontwikkeling van burgerschap. Vanuit onze kernwaarden vinden we het van belang dat de groep een sociale werk -en leerplek is. Wij willen dat ieder kind zich veilig voelt in de groep en op school.We willen kinderen succes ervaringen laten opdoen, zich vertrouwd laten voelen. Daarnaast richten we ons ook op de zelfstandigheid, het individu. Hij/zij is autonoom, mag zijn wie het is en laten zien wat hij of zij kan. Onze school werkt met de methode Kanjertraining wat betreft de sociaal emotionele ontwikkeling van elk individueel kind. We monitoren de sociale veiligheid met en volgsysteem van KWINK. Wij streven naar een goede balans tussen welbevinden en leerontwikkeling. Als een kind goed in zijn vel zit, komt de rest vanzelf. Samenwerking school en ouders Een kind is enorm gebaat bij een optimale samenwerking tussen school en thuis. Kinderen ervaren namelijk een groot gevoel van veiligheid als hun belangrijkste opvoeders zoveel mogelijk dezelfde normen en waarden delen. Problemen tussen ouders en school moeten goed bespreekbaar zijn en blijven. Beiden hebben tenslotte één belang en dat is het belang van het kind. LEES MINDER
samen verantwoordelijk
respect voor elkaar/omgeving
veiligheid
Wat is de werkwijze van De Rank voor sociale ontwikkeling?
De Rank werkt aan de sociale en emotionele ontwikkeling van leerlingen met de methode KWINK. Het welbevinden van de leerlingen wordt getoetst met een door de overheid goedgekeurde vragenlijst. Meer informatie over de werkwijze is te vinden in het deel van de schoolgids dat KWINK beschrijft.
Welke registratievorm(en) gebruikt De Rank om sociale opbrengsten in kaart te brengen?
De Rank gebruikt de Sociale Competentie Observatielijst (SCOL) om sociale opbrengsten in kaart te brengen.
Welke methode(s) voor sociaal-emotioneel leren gebruikt De Rank?
De Rank gebruikt de methode KWINK voor sociaal-emotioneel leren.