Opbrengsten worden geanalyseerd en teambreed besproken. Waar nodig worden er extra interventies gedaan. Voor onze school werken wij van eind tot begin: We kijken naar onze populatie en bepalen de gewenste uitstroom naar het VO voor onze leerlingen: Wanneer zijn we tevreden, wat past bij onze populatie? Kinderen stromen uit op 1F (functioneel niveau, het minimum) of 1S (Streefniveau, boven minimum). Daarnaast stroomt een deel van de leerlingen uit op een niveau dat boven 1S ligt en een aantal stroomt soms uit op een niveau dat onder 1F ligt, deze leerlingen gaan naar praktijkonderwijs. Wij stellen een ambitie voor onze school. Vervolgens bepalen we per groep wat we nastreven. Tenslotte stellen we doelen met- en voor onze kinderen. Elk half jaar nemen we methodeonafhankelijke toetsen af (DIA) en kijken we waar we staan door middel van groeps- en schoolanalyse. Wat hebben onze leerlingen geleerd? Of ze voldoende groeien en voldoende betrokkenheid tonen, of ze gelukkig zijn. We kijken welke successen we kunnen delen en waar we een aanpassing doen in het aanbod. We ontwerpen voor iedere groep een basisaanbod, een intensief aanbod (1F) en een verrijkt aanbod (boven 1S). Deze analyse bespreken we in het team en kijken waarin we elkaar kunnen helpen en versterken. Per blok (4-6 weken) nemen we methodetoetsen af. We kijken of onze leerlingen de gestelde leerdoelen behalen en passen ons aanbod aan waar nodig. Per les kijken we of de leerlingen de doelen, als gesteld in de lessen, behalen. In onze dagelijkse afstemming passen we dingen aan op bijvoorbeeld de volgende gebieden: leertijd, instructie, materialen, verwerking, inrichting, etc. Daarnaast kijken we naar de betrokkenheid: Doet de leerling fijn mee of niet? Hoe komt dat? Te makkelijk/te moeilijk, etc. Wat relevant is noteren we als dat nodig is.