
Schoolweging
De schoolweging van De Rietvest is 31,59 , met een spreiding van 6,04 . De schoolweging en spreiding zijn in opdracht van de Inspectie van het Onderwijs door het CBS bepaald. Het CBS kijkt hierbij naar de thuissituatie van de leerlingen en drukt dit uit in een score. Hoe hoger de schoolweging, hoe complexer de leerlingenpopulatie en hoe lager de verwachte leerresultaten. Hoe hoger de spreiding, hoe groter de verschillen tussen de uitgangsposities van leerlingen. De inspectie rondt de scores lager dan 20 af naar 20 en de scores hoger dan 40 naar 40. De gemiddelde schoolweging voor alle scholen in Nederland is 29,77.
Fundamenteel niveau
93,21% van de leerlingen bereikt het fundamenteel niveau, significant hoger dan de landelijke norm van 85%. Dit onderstreept de effectieve basisondersteuning, vooral bij taalvaardigheid.
Grafiek
Grafiek laden...
Welk schooladvies kregen de leerlingen van deze school?
De adviezen tonen een tweeledig beeld: 29,17% vmbo-k/-(g)t en 25% vmbo-(g)t/havo, gecombineerd met 20,83% havo/vwo. Vergeleken met soortgelijke scholen valt het lage percentage praktijkonderwijs op (0% vs. 1,01% regio), wat past bij de theoretische focus in het schoolondersteuningsprofiel.
Grafiek
Grafiek laden...
Eindtoets Resultaten
Grafiek
Grafiek laden...
Toetsscores 2014-2015
Toets | De Rietvest | Gemeente Amsterdam | Nederland |
---|---|---|---|
199.71 |
Groep 8 Toetsen 2023-2024
Hoe gebruikt deze school tussentijdse toetsen?
Op onze school werken we vanuit zes onderwijskundige uitgangspunten. Deze hebben betrekking op het realiseren van opbrengstgericht en passend onderwijs op een wijze die voor leerkrachten behapbaar en betekenisvol is. De gelijknamige denk- en werkwijze steekt als volgt in elkaar:De start wordt gevormd door te redeneren van eind naar begin. Dit uitgangspunt toont zich in de formulering van de schoolambities op de vak- en vormingsgebieden waarop wij gericht opbrengsten nastreven. Om deze te bereiken, nemen we op school- en op leerjaarniveau de groep leerlingen met gemiddeld niveau als vertrekpunt van ons didactisch handelen. Onze didactische standaarden zijn per doelgroep vastgelegd in onderwijsplannen. Deze vormen de basis onder het denken en handelen van school> naar(niveau-)groep> naar leerling. Als het nodig is wordt de didactische standaard aangepast aan deonderwijsbehoeften van een groep of van een individuele leerling. We gaan dus uit van overeenkomsten in onderwijsbehoeften, omdat we van mening zijn dat leerlingen van en met elkaar moeten (en kunnen) leren. Om het onderwijs passend te maken én om leren van en met elkaar mogelijk te maken, differentiëren we zoveel mogelijk rondom dezelfde leerdoelen (basis/verrijkt/intensief) en pas als het echt niet anders kan, laten we leerlingen versnellen of vertragen: eerst convergent dan divergent. Om te beoordelen of passend onderwijs voor een leerlingbereikt is, gaan we uit van wat onder respons op instructie wordt verstaan: als een leerling op drie indicatoren voldoende scoort, is dit een feit geweest. We gaan dan door met wat we deden. Deze drie indicatoren worden halfjaarlijks in een groepsoverzicht genoteerd: vaardigheidsgroei,leerdoelbeheersing en betrokkenheid. Om opbrengstgericht en passend onderwijs te realiseren, sluiten we qua planmatig handelen aan bij dewerkwijze die wel ‘Groepsplanloos Werken’ wordt genoemd. Dit bestaat uit een viertal waarborgen: het onderwijsplan (bevat het standaard aanbod), het schooloverzicht (bevat de schoolambities en de school- en groepsopbrengsten), het groepsoverzicht (bevat de indicatoren van passend onderwijs) en de schoolbespreking. Tijdens meerdere schoolbesprekingen formuleren we teambrede verbeteraanpakken en groepsinterventies die voortkomen uit verschillen die we waarnemen tussen de schoolambities, het aanbod en het rendement. Als aanbod, schoolambities en rendement in een lijn liggen, gaan we door met wat we deden. De uitkomsten van de schoolbesprekingen worden vastgelegd en tussentijds geëvalueerd.
Zitten de oud-leerlingen van deze school in het voortgezet onderwijs boven, op of onder hun schooladvies?
Grafiek
Grafiek laden...
Sociale ontwikkeling
Kinderen leren en ontwikkelen op school vaardigheden die nodig zijn om op een goede manier met anderen om te gaan. En om bij te dragen aan de samenleving. Het gaat om vaardigheden zoals samenwerken, ruzies oplossen en jezelf weten te redden. Door deze vaardigheden is het fijn en veilig op school en verbeteren de leerprestaties. Kinderen nemen op een positieve manier deel aan de maatschappij. We gebruiken hiervoor de principes vanuit PBS (positive behaviour support) en gebruiken daarnaast de methode 'Kwink' welke aansluit bij deze principes. KWINK gaat er vanuit gaat dat gewenst sociaal gedrag aan te leren valt. Om dit te monitoren gebruiken we de vragenlijsten uit leerling beeld. Dit instrument bestaat uit digitale vragenlijsten voor leerkrachten én leerlingen. Omdat zowel de leerling als de leerkracht vragenlijsten invullen, kun je een gesprek aangaan over de signaleringen. Hoe staan de leerlingen er zelf in en komt dat overeen met hoe je er als leerkracht naar kijkt? Dat bevordert het eigenaarschap. Het instrument geeft inzicht in het zelfbeeld, welbevinden en het sociale gedrag van leerlingen. Wanneer een kind meer ondersteuning nodig heeft, dan kan er begeleiding gestart worden vanuit onze gespecialiseerde collega's. Die begeleiding kan individueel, maar ook groepsgewijs worden ingezet en kan vlot starten wanneer er zich een situatie voordoet die daarom vraagt. Er is steeds een terugkoppeling naar de groepsleerkracht. In een aantal groepen wordt een speciale training gestart. Goed klassenmanagement Daarnaast vinden wij een goed klassenmanagement een voorwaarde voor goede sociale opbrengsten. Om tot leren te komen hebben leerlingen een ondersteunende, gestructureerde, en veilige omgeving nodig. Een omgeving waarin leerlingen zich geaccepteerd voelen, ontdekken dat ze steeds meer taken aankunnen en hun leergedrag zelf kunnen sturen. LEES MINDER
Veiligheid
Samen
Respect
Wat is de werkwijze van Rooms Katholieke Basisschool De Rietvest voor sociale ontwikkeling?
Voor kleuters wordt de methode Onderbouwd gebruikt, waarbij leerkrachten observaties invullen. Voor groepen 3 t/m 8 wordt de methode Leerling in Beeld gebruikt, met lijsten die twee keer per jaar worden ingevuld en een plan van aanpak bij uitval op sociale opbrengsten. Er wordt ook een sociogram ingevuld.
Welke registratievorm(en) gebruikt Rooms Katholieke Basisschool De Rietvest om sociale opbrengsten in kaart te brengen?
Rooms Katholieke Basisschool De Rietvest gebruikt de WMK sociale veiligheidsmonitor en Leerling in Beeld om sociale opbrengsten in kaart te brengen.