De ontwikkeling van leerlingen worden dagelijks nauwkeurig gevolgd. Het dagelijks werk, observaties en gesprekken met kinderen geven leerkrachten inzicht in waar kinderen staan in hun ontwikkeling. Deze informatie gebruiken we om het onderwijsaanbod vorm te geven. We toetsen kinderen met methodetoetsen en de Cito-toetsen (leerling in beeld) van het leerlingvolgsysteem. Daarmee volgen we de kinderen op langere termijn. Met behulp van vaardigheidsscores kunnen we beoordelen of een kind voldoende in zijn/haar ontwikkeling is gegroeid. We hanteren schoolbrede groepsdoelen en streefdoelen, opdat we de kwaliteit van ons onderwijs steeds verbeteren. We kijken kritisch naar alle toetsen: toetsen om het toetsen doen we niet op ter Does. Al deze gegevens geven sturing aan het handelen van de leerkracht en bepalen het leerstofaanbod. Tussenresultaten worden twee keer per schooljaar besproken door de leerkracht, de intern begeleider en de directeur. Daarnaast overleggen leerkrachten dagelijks met elkaar en waar nodig met de intern begeleider, vakspecialisten, schoolpedagoog of directeur over vorderingen en het welbevinden van de leerlingen. Waar nodig wordt extra ondersteuning ingezet. Wij nemen de volgende Cito-leerlingvolgsysteemtoetsen (leerling in beeld) af: groep 3: DMT, AVI, spelling, rekenen (midden/eind); groep 4: DMT, AVI, spelling, rekenen, begrijpend lezen (midden/eind); groep 5: DMT op indicatie, AVI, spelling, rekenen, begrijpend lezen (midden/eind); groep 6: DMT op indicatie, AVI, spelling, rekenen, begrijpend lezen (midden/eind); groep 7: DMT op indicatie, AVI, spelling, rekenen, begrijpend lezen, spelling werkwoorden (midden/eind); groep 8: B-toets in het najaar (DMT op indicatie, AVI, spelling, rekenen, begrijpend lezen, spelling werkwoorden) en de landelijke doorstroomtoets in februari (lezen, taalverzorging, schrijven, rekenen, wereldoriëntatie).