Om de ontwikkeling van leerlingen zo goed mogelijk te kunnen begeleiden is signalering van de voortgang noodzakelijk. Signalering is de eerste stap in het aanbieden van onderwijs en ondersteuning op maat. Signalering is onder meer mogelijk op basis van het meten en vergelijken van leerprestaties en gedrag. Het meten en vergelijken van leerprestaties helpt om per leerling en per groep te kunnen bepalen hoe het leer- en ontwikkelingsproces efficiënt en effectief ingericht kan worden. Hiervoor gebruiken wij observaties zowel systematisch als ongepland, methodegebonden toetsen en methode-onafhankelijke toetsen. Ook gesprekken met ouders en kind leveren ons waardevolle informatie op over de ontwikkeling van het kind. Methodegebonden toetsen Deze toetsen worden afgenomen na een werkperiode. De toetsen horen bij de methode die wordt gebruikt (voor spelling, rekenen, technisch lezen, begrijpend lezen). Leerkrachten kunnen zo zien of de aangeboden leerstof wordt beheerst. Deze methodetoetsen gelden voor de groepen 3 t/m 8. Methode-onafhankelijke toetsen Twee keer per jaar vindt vanaf groep 3 methode-onafhankelijke toetsing plaats via CITO Leerling in Beeld. We nemen toetsen af voor spelling, technisch lezen (DMT in groep 3,4 en 5 en AVI) en rekenen. Vanaf groep 4 komt hier nog begrijpend lezen bij. Tevens nemen wij voor het sociaal-emotionele aspect 'Kindbegrip' af. Kindbegrip brengt niet alleen het sociaal-emotioneel functioneren van leerlingen in kaart, maar stelt ook concrete doelen op en geeft handelingssuggesties. Naast de observaties van de leerkracht(en), volgen we in de kleuterklassen de kinderen middels het observatiesysteem ‘Leerlijnen Jonge Kind’ van Driestar-Educatief. Dit is een observatiesysteem waarin we de ontwikkeling nauwlettend volgen en kunnen signaleren of doelen zijn behaald op de gebieden van spel, motoriek, sociaal emotioneel, beginnende geletterdheid (taal) en beginnende gecijferdheid (rekenen). In groep 2 wordt ook de lees- en schrijfproef afgenomen als voorbereiding op groep 3. Alle resultaten van observaties en toetsen worden geregistreerd in het leer- en onderwijsvolgsysteem Parnassys. Voor de tussenopbrengsten voor rekenen-wiskunde, DMT, begrijpend lezen en spelling zijn op basis van de schoolweging minimumnormen en -ambitienormen geformuleerd. De tussenresultaten van schooljaar 2023-2024 laten goede opbrengsten zien op het vakgebied begrijpend lezen. De meeste groepen zitten gemiddeld op een I of II score. De resultaten op het vakgebied rekenen laten een wisselend beeld zien. We hebben afgelopen schooljaar een tweetal nieuwe rekenmethodes geïmplementeerd (Semsom in groep 3 en Getal en Ruimte Junior in groep 4 t/m 8) en veel geïnvesteerd in de didactiek van rekenen. In de bovenbouw (groepen 6 t/m 8) heeft dit zijn vruchten afgeworpen en zien we een groei van de rekenresultaten. Deze zijn nu weer op het niveau dat we op grond van de leerlingpopulatie mogen verwachten. Zowel op het 1F niveau als op het hogere streefniveau (1S). In de middenbouw zien we dit helaas nog niet. De nieuwe methodes hebben een beduidend hoger rekenniveau dan de oude methode. In schooljaar 2024-2025 zetten we het rekenverbetertraject voort waarbij het team een scholing volgt voor rekenen en gaan we inzetten op differentiatie in de groep en het verkrijgen van meer zicht op de rekenontwikkeling van de leerlingen. De tussenresultaten van spelling laten in veel groepen een dalend beeld zien, alsmede de resultaten op de DMT (technisch snel woorden lezen). Voor de DMT is wel een verklaring te geven; dat oefenen we niet veel in de groepen. De resultaten voor AVI (technisch goed kunnen lezen) zijn veel beter. Dit schooljaar breiden we onze kennis uit over het fonemisch en fonologisch bewustzijn bij jonge kinderen (expert op studiedag) en gaan ons scholen op het bieden van effectieve leesinstructie met verlengde instructie voor de risicolezers. In de professionele leergemeenschappen zullen we komend schooljaar extra aandacht hebben voor het vakgebied spelling.