Naar aanleiding van de observatieweken bij de start van een leerling bij ons op school en de onderwijsgegevens die we van een vorige school hebben gekregen, stellen we het OKR op. Aan de hand van de leeftijd van een leerling en het onderwijssysteem in Nederland weten we op welk niveau leerlingen moeten uitstromen en welke einddoelen daarbij horen. Door doelen van het reguliere onderwijs en de leerdoelen opgesteld door LOWAN te volgen en als leidraad te gebruiken, weten we welke einddoelen we per leerling willen behalen. Niet alleen de doelen zijn belangrijk maar ook het leerrendement, informatieverwerkingssnelheid en het welzijn van de leerling. Elke periode stellen we tussendoelen op om tot de einddoelen te komen. De tussendoelen worden getoetst, geëvalueerd en bijgesteld door de leerkracht. De leerkracht gaat, wanneer blijkt dat we te weinig voortgang zien in het leerrendement, het aanbod van de leerstof bespreken met de intern begeleiders. Hierbij worden ook onderwijsassistenten en eventueel de coördinatoren van de kernteams betrokken, zodat we ook blijven kijken naar ons eigen handelen en instructievaardigheden. Doordat elk kind zijn eigen aanpak nodig heeft, blijven we zoeken naar welke ondersteuning het beste aansluit bij de behoefte van het kind. Tevens volgen we de leerlingen vanaf leerjaar 3 door het afnemen van Cito Tak en AVI. Bij kinderen waar het leesproces moeizaam op gang komt gebruiken we de DMT-toetsen. Voor taal en rekenen gebruiken we de methode afhankelijke toetsen zowel als beginsituatie als evaluatie. Voor woordenschat hebben we eigen toetsen ontwikkeld. De resultaten worden vastgelegd in een onderwijskundigrapport waarin we nieuwe streefdoelen en onderwijsbehoeftes noteren, evalueren en bijstellen. We bespreken de resultaten tijdens stamgroepoverleggen waarbij de leerkracht, Intern begeleide en één van de directieleden aanwezig zijn.