Basisschool de Triangel
Tonselsedreef 60
3845 CT Harderwijk

Schoolweging

Schoolweging
27.86
Spreiding
6.22

De schoolweging van De Triangel Harderwijk is 27,86 , met een spreiding van 6,22 . De schoolweging en spreiding zijn in opdracht van de Inspectie van het Onderwijs door het CBS bepaald. Het CBS kijkt hierbij naar de thuissituatie van de leerlingen en drukt dit uit in een score. Hoe hoger de schoolweging, hoe complexer de leerlingenpopulatie en hoe lager de verwachte leerresultaten. Hoe hoger de spreiding, hoe groter de verschillen tussen de uitgangsposities van leerlingen. De inspectie rondt de scores lager dan 20 af naar 20 en de scores hoger dan 40 naar 40. De gemiddelde schoolweging voor alle scholen in Nederland is 29,77.

Fundamenteel niveau

99,47% van de leerlingen behaalt het fundamenteel niveau, ver boven de landelijke signaleringswaarde (85%) en vergelijkbare scholen (96,4%). De school garandeert hiermee een sterke basis voor alle leerlingen.

Grafiek

Grafiek laden...

Streefniveau

79,95% van de leerlingen behaalt het streefniveau, ruim boven de inspectienorm (48,6%) en het gemiddelde van vergelijkbare scholen (60,5%). Dit onderstreept de focus op hoge leerdoelen, met name in rekenen en taal.

Grafiek

Grafiek laden...

Welk schooladvies kregen de leerlingen van deze school?

Het schooladvies ligt sterk op theoretische leerwegen: 37,6% vwo, 15,1% havo en 13,9% havo/vwo (vs. 18,6% vwo en 16,1% havo regionaal). Opvallend is het beperkte aandeel praktijkgerichte adviezen (2,15% vmbo-b), wat past bij het schoolprofiel.

Grafiek

Grafiek laden...

Eindtoets Resultaten

Grafiek

Grafiek laden...

Toetsscores 2023-2024

ToetsDe Triangel HarderwijkGemeente AmsterdamNederland

Groep 8 Toetsen 2023-2024

Score
58

Hoe gebruikt deze school tussentijdse toetsen?

Het Leerlingvolgsysteem (LVS) is voor onze school een belangrijk instrument voor het nauwkeurig registreren en volgen van de ontwikkeling van de kinderen. Het vervult een belangrijke rol bij de signalering van de leerontwikkeling van individuele kinderen, maar geeft ook informatie over de vorderingen van de totale groep en de vorderingen op schoolniveau. Voor het toetsen van de leerlingen maken we gebruik van methode-gebonden toetsen en van de CITO-toetsen; dit zijn landelijk genormeerde toetsen, ontwikkeld door het CITO. Aan de hand van de resultaten van deze toetsen kunnen we zien welke kinderen uitvallen en kan extra hulp geboden worden. Op deze wijze willen we leer- en ontwikkelingsachterstanden voorkomen/ zo klein mogelijk houden. De Cito-toetsen worden op vaststaande momenten verdeeld over het schooljaar afgenomen, in het midden en aan het eind van een schooljaar. Het werken met de Cito LVS-toetsen gaat in fasen: Fase 1: het signaleren; start met het afnemen en nakijken van de toetsen. De resultaten worden verwerkt in het leerling-rapport; dit leerling-rapport wordt o.a. gebruikt tijdens besprekingen met ouders. Fase 2: het analyseren; Als wij constateren dat een leerling onvoldoende vooruitgaat of een te lage score haalt, dan maken wij een foutenanalyse. Fase 3: het handelen; naar aanleiding van de foutenanalyse wordt een hulpplan opgesteld en gericht hulp aan het kind geboden. De volgende toetsen worden binnen onze school gebruikt: Cito Spelling (groepen 3 t/m 8) Cito Werkwoorden (groepen 7 en 8) Cito Begrijpend Lezen (groepen 4 t/m 8) Cito Rekenen (groepen 3 t/m 8) Cito Drie-Minuten-Toets/AVI (technisch lezen) (groepen 3 t/m 8) Cito Begrijpend luisteren (groep 3) Groepsplan Een groepsplan omvat een beschrijving van het onderwijsaanbod voor een bepaalde periode. Het is de bedoeling dat in het groepsplan concrete en praktische aanwijzingen staan beschreven voor de manier waarop de leerkracht omgaat met de verschillende onderwijsbehoeften van de leerlingen in de groep. Het groepsplan richt zich dus ook op het aanbod aan alle leerlingen in de groep. Een groepsplan is ook doelgericht, met hoge verwachtingen ten aanzien van alle leerlingen, om te komen tot betere resultaten. Opbrengstgericht Overleg (OGO) Elke cyclus wordt afgesloten met een IB gesprek en opbrengstgericht overleg. Bij het IB-gesprek zijn de leerkracht en de intern begeleider aanwezig. He opbrengstgericht overleg vindt plaats in de bouwen. De data zijn in de jaarplanning van school opgenomen. De opbrengstgericht overleggen vormen een belangrijke schakel in de zorg aan leerlingen. Voorafgaand aan het IB-gesprek ontvangt de intern begeleider het groepsoverzicht, waarin alle actuele leerlingengegevens (toets resultaten en observatiegegevens) zijn opgenomen en welke leerlingen opvallen. Verder beschrijft de leerkracht de onderwijsbehoeften van de leerlingen en geeft aan hoe de leerlingen te clusteren. Tot slot zorgt de leerkracht voor een overzicht van vragen die in de groepsbespreking aan de orde worden gesteld. De intern begeleider leidt de besprekingen de leerkracht maakt een kort verslag van de afspraken en besluiten. De intern begeleider bespreekt met de leerkracht ook mogelijke begeleidingsvragen van de leerkracht(en) tijdens de bespreking. Ook hiervoor geldt dat er afspraken worden gemaakt en vastgelegd. Bij het opbrengstgericht overleg in de bouwen leidt de IB-er het overleg. Leerkrachten presenteren de vorderingen van de groep. Dit door het invullen van formulieren, trendanalyses van cito en methodetoets analyses. Hier komt een top van hun groep uit waar ze trots op zijn en een werkpunt. Andere leerkrachten geven ideeën en tips om dit aan te pakken. Zo leren we van en met elkaar. Naar aanleiding van het opbrengstgericht overleg passen we de groepsplannen aan of schrijven nieuwe plannen voor de volgende periode. Individuele handelingsplannen Incidenteel zullen er altijd individuele handelingsplannen blijven bestaan, maar die vormen uitzonderingen. Het gebeurt alleen als een leerling herhaaldelijk onvoldoende profiteert van het aanbod zoals opgenomen in het groepsplan en de aanpak die de leerkracht daarbij hanteert. Als een leerling een speciaal leerarrangement (op een ander niveau dan de groep werkt) krijgt is de school wettelijk verplicht een handelingsplan op te stellen. Dit heet een ontwikkelingsperspectief (OPP) . De aanvulling in OPP is bijvoorbeeld een beschrijving van een specifieke aanpak of specifieke voorzieningen die alleen voor deze leerling gelden. Het individuele handelingsplan is hierdoor vooral een bijlage bij het groepsplan. Ook ouders mogen het leerlingdossier van hun kind bekijken. Er wordt dan een afspraak met de intern begeleider gemaakt. Extra ondersteuning In onze school krijgen kinderen met leer- en gedragsproblemen en kinderen die opvallen door hun hoge begaafdheid extra ondersteuning. Hierbij richten we ons vooral op de vormingsgebieden rekenen, spelling, aanvankelijk lezen en de sociaal-emotionele ontwikkeling. Het is belangrijk dat de leerlingen tijdens hun schoolloopbaan nauwkeurig gevolgd worden. Dit doen wij door het aanleggen en bijhouden van dossiers, het registreren en verwerken van toetsresultaten en het regelmatig bespreken van leerlingen, die deze extra ondersteuning nodig hebben. Hierbij spelen een aantal mensen een rol: -Groepsleerkracht: deze signaleert problemen bij leerlingen n.a.v. toetsen en observaties. De leerkracht meldt de gesignaleerde leerlingen aan voor de leerlingenbespreking. Ook maakt de leerkracht, eventueel ondersteund door de I.B.-leerkracht, de groepsplannen. Hierin wordt de specifieke hulp aan deze leerlingen omschreven. Tijdens het zelfstandig werken voert de leerkracht, samen met de leerling, het groepsplan uit. De leerkracht draagt de verantwoording voor de uitvoering van het groepsplan. -Intern Begeleider: de taak van de Intern Begeleider is het bewaken van de zorglijn. De IB-er is verantwoordelijk voor het opzetten van het leerlingvolgsysteem, de keuze van de toetsen, het opstellen van het toetsrooster en de groeps- en leerlingenbesprekingen. Ook kan de IB-er de groepsleerkracht ondersteunen bij het opstellen en het uitvoeren van het groepsplan. De IB-er kan ook extra onderzoek doen om te bepalen wat de oorzaak van het probleem van een leerling is. - Directie Er is zeer regelmatig nauw overleg tussen de directie en de IB-er. De directie draagt de eindverantwoording voor de extra ondersteuning op school.

Zitten de oud-leerlingen van deze school in het voortgezet onderwijs boven, op of onder hun schooladvies?

Grafiek

Grafiek laden...

Slechts 3,3% van de leerlingen presteert onder advies (vs. 11,8% landelijk). 34,4% stroomt juist boven advies door, een bevestiging van het onderwijskundig maatwerk. De school benadrukt in haar beleid 'doorlopende leerlijnen tot in het VO'.

Sociale ontwikkeling

Op onze school staan we voor een leeromgeving waarin het kind zich prettig, veilig en gewaardeerd voelt. We begeleiden kinderen dusdanig dat ze zich kunnen ontplooien naar hun individuele mogelijkheden. Daarbij gaan we uit van het positieve, de mogelijkheden en de kansen die ieder kind heeft, maar houden we ook rekening met hun beperkingen en onmogelijkheden. De sfeer waarin een kind opgroeit is van groot belang voor de ontwikkeling van de leerling. Onze leerkrachten hebben onder meer een vormende taak: de leerlingen op te voeden tot goede burgers. Daarom vinden we het belangrijk dat leerlingen goed met zichzelf en met anderen (dichtbij en ver weg) kunnen omgaan. In onze lessen besteden we dan ook gericht aandacht aan de sociale en maatschappelijke competenties van de leerlingen. Onze leerkrachten creëren daartoe een vriendelijk, veilig en gestructureerd klimaat waarin kinderen zich gewaardeerd en gerespecteerd voelen. Kernwoorden zijn: relatie, competentie en autonomie. Wij hechten veel waarde aan een positieve en motiverende leerkracht, een begeleider die ervoor zorgt dat de leerlingen het werk zelfstandig (samen met anderen) kunnen doen. In onze omgang met elkaar moet onderling respect en waardering te merken zijn. Het kan best voorkomen dat we een meningsverschil hebben, maar toch willen we proberen ons in te leven in de drijfveren van anderen. Dat willen we ook naar de kinderen laten doorklinken. We verwachten ook van de kinderen dat ze zich die respectvolle houding eigen zullen maken. Als school willen we daarop toezien. We bespreken met de kinderen de regels die we hanteren. We willen dan ook dat we ons aan die regels houden. Een belangrijke grondregel is dat we iedereen gelijkwaardig achten. Het sociaal emotioneel welbevinden van de leerlingen heeft veel invloed op het totale functioneren. Onze school besteedt daarom structureel en systematisch aandacht aan de sociaal-emotionele ontwikkeling van kinderen en het bieden van een goed pedagogisch klimaat. LEES MINDER

relatie

competentie

autonomie

Wat is de werkwijze van Basisschool de Triangel voor sociale ontwikkeling?

Basisschool de Triangel zet verschillende methodes en trainingen in om de sociaal-emotionele ontwikkeling van de kinderen te stimuleren: de methode Kwink (groep 1 t/m 8), Rots en Water training (groep 7), de Week tegen het Pesten, de Week van de Mediawijsheid (bovenbouw) en de Week van de Lentekriebels.

Welke registratievorm(en) gebruikt Basisschool de Triangel om sociale opbrengsten in kaart te brengen?

Basisschool de Triangel gebruikt Kijk!, CITO: leerling in beeld en sociogrammen om sociale opbrengsten in kaart te brengen.

Welke methode(s) voor sociaal-emotioneel leren gebruikt Basisschool de Triangel?

Basisschool de Triangel gebruikt KWINK en de training IKOS: opkomen voor jezelf voor sociaal-emotioneel leren.