Basisschool Pius X
W.H. Jordaansingel 20
7481 GP Haaksbergen

Schoolweging

Schoolweging
29.22
Spreiding
6.03

De schoolweging van Pius X Haaksbergen is 29,22 , met een spreiding van 6,03 . De schoolweging en spreiding zijn in opdracht van de Inspectie van het Onderwijs door het CBS bepaald. Het CBS kijkt hierbij naar de thuissituatie van de leerlingen en drukt dit uit in een score. Hoe hoger de schoolweging, hoe complexer de leerlingenpopulatie en hoe lager de verwachte leerresultaten. Hoe hoger de spreiding, hoe groter de verschillen tussen de uitgangsposities van leerlingen. De inspectie rondt de scores lager dan 20 af naar 20 en de scores hoger dan 40 naar 40. De gemiddelde schoolweging voor alle scholen in Nederland is 29,77.

Fundamenteel niveau

99,24% van de leerlingen bereikt het fundamenteel niveau - 14,24 procentpunt boven de inspectienorm. De school presteert hiermee 3,37 procentpunt beter dan vergelijkbare scholen (95,88%), wat duidt op sterke basisvaardigheden in taal en rekenen.

Grafiek

Grafiek laden...

Streefniveau

Met 63,64% van de leerlingen dat het streefniveau behaalt, overtreft de school ruimschoots de eigen signaleringswaarde (47,1%) en scoort ze 5,85 procentpunt hoger dan vergelijkbare scholen (57,79%). Dit weerspiegelt effectieve differentiatie in de midden- en bovenbouw.

Grafiek

Grafiek laden...

Welk schooladvies kregen de leerlingen van deze school?

De adviezen tonen een dubbele focus: 38,46% vmbo-(g)t (vs. 16,45% regio) én 15,38% vwo (vergelijk 18,61%). Opvallend is het significant aandeel praktijkonderwijsadviezen (7,69% vs. 1,01% regio), passend bij de gemengde leerlingenpopulatie. Het gecombineerde aandeel theoretische adviezen (vmbo-(g)t/havo/vwo) bedraagt 76,92%.

Grafiek

Grafiek laden...

Eindtoets Resultaten

Grafiek

Grafiek laden...

Toetsscores 2023-2024

ToetsPius X HaaksbergenGemeente AmsterdamNederland
LIB176.94175.23178.31

Groep 8 Toetsen 2023-2024

Score
162

Hoe gebruikt deze school tussentijdse toetsen?

Kwaliteitszorg De school maakt deel uit van onze moderne maatschappij, waarin veel zaken gebeuren en er ook veel en snel verandert. Wij willen de kinderen voorbereiden op het nu en later goed kunnen functioneren in deze samenleving. Hiervoor willen wij hen een veilige, positieve leeromgeving bieden waarin zij zich optimaal kunnen ontwikkelen, nieuwe dingen kunnen ontdekken en zichzelf kunnen ontplooien. Maar doen we de dingen goed en doen we de goede dingen? Dit zijn de kernvragen bij kwaliteitszorg. Kwaliteitszorg wil zeggen, is er een actieve gerichtheid om de kwaliteit van het onderwijs te waarborgen en zo mogelijk te verbeteren. Om dit te kunnen waarmaken is het belangrijk dat we op gezette tijden vaststellen of wij die gewenste kwaliteit ook leveren. Wij doen dit o.a. door: • in alle groepen citotoetsen af te nemen, de uitslagen van de toetsen te analyseren en van hieruit actie te ondernemen; • 2x per jaar wordt er een diepte-analyse gemaakt van het cito leerling volgsysteem; • 1 x in de 4 jaar wordt er een tevredenheidsonderzoek onder leerlingen (vanaf groep 5), ouders en personeel afgenomen. Per 1 aug. 2019 hebben we een nieuw schoolplan voor de jaren 2019-2023 vastgesteld. In dit document verwoorden we het beleid van onze school. Het schoolplan ligt ter inzage op school. Elk schooljaar evalueren we op teamniveau het jaarplan en stellen we ons doelen voor het nieuwe jaar. Het jaarplan wordt besproken in de medezeggenschapsraad. Tevens is deze te vinden op onze site onder ‘de Pius X’. Op de site van Stichting Keender vindt u: Handboek kwaliteitszorg Keender. Het volgen van de ontwikkeling van de kinderen in de school De groepsleerkrachten bekijken het dagelijks werk, de werkhouding, het omgaan van kinderen met elkaar en de sociale vaardigheden. Zij maken hiervan indien nodig aantekeningen. Voor bepaalde vakken worden regelmatig toetsen afgenomen die bij de gebruikte methode horen. De resultaten hiervan worden bijgehouden in ParnasSys. Daarnaast volgen de leerkrachten vanaf groep 4 middels Snappet dagelijks de vorderingen op het gebied van taal en rekenen. Er is een leerling- en onderwijsvolgsysteem ( LOVS.). Dit wil zeggen dat er voor een aantal vakken vanaf groep 3 landelijke toetsen (Cito-toetsen) worden afgenomen. We kunnen hiermee de voortgang van de kinderen bekijken. Na elke toetsperiode bespreekt de IB-er in de groepsbespreking de resultaten met de groepsleerkracht(en). Na afname van de toetsen worden de leerlingen ingedeeld in een bepaald niveau (I tot en met V). Naar aanleiding hiervan worden resultaten geanalyseerd en wordt er een groepsoverzicht opgesteld. Dit is de basis voor het werken in de groep. Leerlingen die extra zorg behoeven worden, indien aangegeven tijdens een groepsbespreking, nader besproken. De vorderingen van de betreffende leerling worden dan besproken. Van iedere leerling wordt een dossier bijgehouden. Hierin worden gegevens bewaard over gesprekken met IB-er, gesprekken met ouders/verzorgers, speciale onderzoeken, hulpprogramma’s en de toets- en rapportgegevens van de verschillende leerjaren. De groepsleerkracht beheert het dossier. De interne begeleider zal bij zorgleerlingen intensief betrokken zijn. Ouders/verzorgers hebben recht om op school het dossier van hun eigen kind in te zien. Tijdens de rapportgesprekken zullen we de ouders op de hoogte houden van de stand van zaken binnen dit LOVS. Goep 1+2 kinderen worden gevolgd middels observatie instrument Onderbouwd. De speciale zorg voor kinderen met specifieke behoeften Voor de meeste leerlingen geldt dat zij, met soms wat extra ondersteuning, het normale onderwijscurriculum kunnen doorlopen. Voor sommige leerlingen geldt echter dat zij dat, ook met extra ondersteuning, niet kunnen: zij volgen een afwijkend onderwijsprogramma. In deze gevallen stelt de leerkracht voor deze leerling een ontwikkelingsperspectief op. Het ontwikkelingsperspectief is een document dat de school, na overleg met de ouders/verzorgers, vaststelt voor leerlingen voor wie duidelijk is dat zij de reguliere einddoelen groep 8 niet zullen behalen. Er wordt gekeken naar haalbare hoge doelen aan het einde van de schoolloopbaan, om vervolgens na te gaan wat er nodig is om die doelen te bereiken. Het doel van het ontwikkelingsperspectief is de ontwikkelingskansen van leerlingen te optimaliseren en te volgen. Het biedt handvatten waarmee de leraar het onderwijs kan afstemmen op de behoefte van de leerling. En het laat zien naar welk vervolgonderwijs de school, samen met de leerling en zijn ouders/verzorgers, toewerkt. Indien een leerling op sociaal-emotioneel, lichamelijk of leergebied opvalt, wordt door de groepsleerkracht contact opgenomen met de ouders/verzorgers en de intern begeleider. Desgewenst wordt het kind getoetst of extra geobserveerd. Dit kan door de groepsleerkracht, vakleerkracht, interne begeleider, of door een andere deskundige. Het kind kan ook, met toestemming van ouders, aangemeld worden bij het SOT (School Ondersteunings Team). Het SOT bestaat uit een orthopedagoog, maatschappelijk werk en jeugdgezondheidszorg. Dit is een vast team die aan school is verbonden en laagdrempelig werkt. Naar aanleiding van de resultaten zijn er diverse mogelijkheden, onder andere: er wordt aangepaste leerstof aangeboden (ondersteuningsplan), indien wenselijk wordt hulp van de ambulant begeleider gevraagd; de leerling doubleert of slaat een jaar over; advies t.a.v. doublure gebeurt pas nadat alle mogelijkheden om de leerling aangepast onderwijs te geven zijn uitgeput. De beslissing t.a.v. doublure of extra leertijd of versnellen wordt samen met de ouders weloverwogen genomen en deze worden in het dossier van de leerling vermeld.

Zitten de oud-leerlingen van deze school in het voortgezet onderwijs boven, op of onder hun schooladvies?

Grafiek

Grafiek laden...

Opvallend is het hoge percentage leerlingen dat onder advies presteert (20% vs. 11,81% landelijk), mogelijk door zorgvuldige advisering. Tegelijk scoort 70% precies op adviesniveau - 7,07 procentpunt boven gemiddeld - wat aansluit bij de beschreven 'warme overdracht' naar het voortgezet onderwijs.

Sociale ontwikkeling

Alle scholen van stichting Keender hebben een gezamenlijk beleidsstuk over veiligheid op school. Per 1 augustus 2015 is voor scholen in het basisonderwijs, voortgezet onderwijs en speciaal onderwijs de wettelijke bepaling over der veiligheid van leerlingen op school in werking getreden. Leerlingen doen op school niet alleen vakkennis en -vaardigheden op, het is ook een plek waar zij leeftijdsgenoten ontmoeten, kennis maken en met de samenleving, met normen , waarden en omgangsnormen. Daar hoort bij dat zij leren, oefenen en soms ook grenzen overschrijden. Didactiek en pedagogiek begeleiden dit leer- en ontwikkelproces. In een veilig schoolklimaat zijn er grenzen en regels, wordt adequaat opgetreden tegen grensoverschrijdend gedrag en worden leerlingen aangemoedigd om positief gedrag te laten zien. Sociale veiligheid draait om het beschermd zijn of het zich beschermd voelen tegen bedreigingen die veroorzaakt worden door het gedrag van mensen in en om de school. Als de school weet wat er speelt worden knelpunten gesignaleerd en kan het beleid daarop worden aangepast. LEES MINDER

Vertrouwen in elkaar.

Rust en duidelijkheid.

Veiligheid en kwaliteit.

Wat is de werkwijze van Basisschool Pius X voor sociale ontwikkeling?

Op Basisschool Pius X komt educatief partnerschap tot uiting door de gezamenlijke verantwoordelijkheid van leerling, ouders/verzorgers en school voor de ontwikkeling van de leerling. Ouders/verzorgers zijn voor de school een bron van informatie, omdat zij hun kind het beste kennen. De school vindt het belangrijk om meerdere keren per jaar met ouders/verzorgers in gesprek te gaan.

Welke registratievormen gebruikt Basisschool Pius X om sociale opbrengsten in kaart te brengen?

Basisschool Pius X gebruikt Viseon en het Ontwikkelingsvolgmodel (OVM) om sociale opbrengsten in kaart te brengen.

Welke methode(s) voor sociaal-emotioneel leren gebruikt Basisschool Pius X?

Basisschool Pius X gebruikt de methode 'Sociaal gedrag, elke dag' voor sociaal-emotioneel leren.