De cognitieve ontwikkeling van onze leerlingen volgen we met behulp van Cito Leerling in Beeld en met onze methodegebonden toetsen. Twee keer per jaar worden de toetsen van Leerling in Beeld afgenomen. Methodetoetsen worden gedurende het jaar afgenomen. Met de resultaten van deze toetsen krijgt de leerkracht een goed overzicht van de sterke en zwakke kanten van de kinderen in zijn/haar groep. Een leerkracht kan dus bepalen, of de doelstellingen over een bepaalde periode behaald zijn en welke kinderen nog extra ondersteuning nodig hebben. Heel belangrijk vinden wij de groei die een leerling ten opzichte van zichzelf heeft doorgemaakt, de zogenaamde vaardigheidsgroei. Daarnaast geeft het systeem ook aan, aan welke vakgebieden wij als school extra aandacht moeten besteden en wordt een indicatie van de bereikte referentieniveaus gegeven. Naast de cognitieve ontwikkeling wordt ook gekeken naar de sociaal-emotionele ontwikkeling. Hiervoor gebruiken we het volgsysteem "KanVas". Door dit instrument in te vullen krijgen de leerkrachten zicht op hun groep en individuele kinderen. Naar aanleiding van onder andere de cognitieve resultaten bepaalt de leerkracht welke kinderen voor de komende periode meer instructie nodig hebben, welke kinderen voldoende hebben aan de basisinstructie en welke kinderen minder instructie, maar juist extra uitdaging in de vorm van verrijking of verdieping nodig hebben om de doelen te halen. De organisatie en doelstellingen voor de groep worden vastgelegd in een groepsplan. Dit groepsplan wordt 2 keer per jaar besproken met de intern begeleider en de directeur. De kinderen in groep 8 maken een doorstroomtoets. Deze toets heet Leerling in Beeld en is een adaptieve, digitale toets. Zo krijgen al onze leerlingen het gevoel dat ze worden uitgedaagd, maar niet worden overvraagd. De doorstroomtoets is een wettelijke verplichting. Deze onafhankelijke toets wordt enerzijds gebruikt ter ondersteuning van het advies voortgezet onderwijs en anderzijds voor het maken van een zelfanalyse van onze school. Hierdoor kunnen we weer speerpunten voor ons onderwijs formuleren.