De tussentijdse resultaten worden in februari en juni vastgesteld. Deze resultaten meten we met het IEP leerlingvolgsysteem. In het team worden ze geëvalueerd. Daarbij wordt in groepsbesprekingen stil gestaan bij het aanbod van de leerkrachten voor de groepen. Waar nodig wordt het aanbod aangepast. In groepsplannen worden de resultaten opgenomen en waar nodig direct en adequaat hulp geboden. IEP - leerlingvolgsysteem In tegenstelling tot andere leerlingvolgystemen kiest IEP ervoor om kinderen niet met elkaar te vergelijken. Ze richten zich op groei: het rapport laat heel duidelijk zien op welk vlak een kind iets heeft geleerd tijdens de afgelopen periode. Kinderen begrijpen de grafieken en leergroeimeters van IEP ook goed. Dat motiveert, zorgt dat ze meer betrokken zijn en het geeft vertrouwen. Gericht werken aan leerdoelen De overheid heeft bepaald welke kennis en vaardigheden een kind moet leren op school, om straks verder te kunnen op het voortgezet onderwijs en in de maatschappij. Daarvoor bestaan leerdoelen. IEP heeft die leerdoelen opgedeeld in behapbare stukjes die we kunnen toetsen. Zo laat het IEP LVS duidelijk zien of een kind op koers ligt om de leerdoelen te halen. De leerkracht kan vervolgens zien welke onderdelen extra aandacht nodig hebben, en welke juist al goed gaan. Op die manier helpt het IEP LVS de school om een kind te geven wat het nodig heeft. Een compleet beeld van het kind Een kind is meer dan taal en rekenen. Doorzettingsvermogen, empathie, vindingrijkheid en motivatie doen er óók toe. Net als de interactie met anderen, kunnen plannen of het omgaan met gevoelens. Daarom kijken we met het IEP LVS niet alleen naar taal en rekenen (hoofd), maar ook naar de sociaal- emotionele ontwikkeling, de leeraanpak en het creatief vermogen (hart en handen). Dat geeft een compleet beeld van een kind.