De tussenresultaten zijn gebaseerd op de LOVS-toetsen van CITO. Na toetsafname vindt er een monitoring plaats. Deze monitoring wordt gedaan door de groepsleerkracht. In de monitoring wordt beschreven welke interventies er ingezet gaan worden om de leerlingen tijdens de volgende periode conform prognose te laten scoren. Na afname van de LOVS-toetsen vindt er een leerlingbespreking plaats tussen groepsleerkracht en intern begeleider. Daarin wordt de voortgang per leerling besproken. Op basis van behaalde prognosescores worden leerlingen ingedeeld in zorgniveau 1, 2 of 3. De leerlingen worden qua studio-onderwijs opnieuw op niveau ingedeeld passend bij hun ontwikkeling. Prognoses worden, waar nodig, bijgesteld na overleg tussen intern begeleider en orthopedagoog. Bij een eventuele bijstelling valt te denken aan langere periode boven of onder de gestelde prognose scoren. Alle evaluaties binnen de OPP's van de leerlingen worden naar aanleiding van de tussenresultaten bijgewerkt. Op schoolniveau worden de tussenresultaten gedeeld met Effectief Onderwijs. Effectief Onderwijs brengt in kaart hoe onze school scoort ten opzichte van andere sbo-scholen in Noord-Nederland. Bij significante verschillen ten opzichte van overige sbo-scholen wordt intern gekeken naar mogelijke verklaringen en waar nodig worden actiepunten opgesteld. Op bestuurlijk niveau worden de tussenresultaten besproken met de bovenschools directeur alsmede de adviseur onderwijs.