Kindcentrum St. Joseph
Prof. Lorentzstraat 4
8302 AS Emmeloord

Schoolweging

Schoolweging
28.23
Spreiding
6.02

De schoolweging van St. Joseph Emmeloord is 28,23 , met een spreiding van 6,02 . De schoolweging en spreiding zijn in opdracht van de Inspectie van het Onderwijs door het CBS bepaald. Het CBS kijkt hierbij naar de thuissituatie van de leerlingen en drukt dit uit in een score. Hoe hoger de schoolweging, hoe complexer de leerlingenpopulatie en hoe lager de verwachte leerresultaten. Hoe hoger de spreiding, hoe groter de verschillen tussen de uitgangsposities van leerlingen. De inspectie rondt de scores lager dan 20 af naar 20 en de scores hoger dan 40 naar 40. De gemiddelde schoolweging voor alle scholen in Nederland is 29,77.

Fundamenteel niveau

Het fundamenteel niveau wordt door 92,4% van de leerlingen gehaald, ruim boven de inspectienorm van 85%. Wel scoort de school hier lager dan vergelijkbare scholen (96,4%), wat aansluit bij de diversiteit in adviezen.

Grafiek

Grafiek laden...

Streefniveau

49,2% van de leerlingen behaalt het streefniveau, exact rond de door de inspectie gestelde signaleringswaarde (48,6%). Dit ligt wel onder het gemiddelde van vergelijkbare scholen (60,5%), wat ruimte laat voor groei in uitdagend onderwijs.

Grafiek

Grafiek laden...

Welk schooladvies kregen de leerlingen van deze school?

Kindcentrum St. Joseph geeft met 20,7% vwo-adviezen een sterke focus op theoretische leerwegen (vs. 18,6% regio). Opvallend is het hogere percentage praktijkonderwijsadviezen (6,9% vs. 1,01% regio), passend bij de schoolweging. De brede adviesverdeling – van vmbo-b tot vwo – reflecteert maatwerk in begeleiding.

Grafiek

Grafiek laden...

Eindtoets Resultaten

Grafiek

Grafiek laden...

Toetsscores 2023-2024

ToetsSt. Joseph EmmeloordGemeente AmsterdamNederland

Groep 8 Toetsen 2023-2024

Score
344

Hoe gebruikt deze school tussentijdse toetsen?

We kijken naar onderwijs- en ondersteuningsbehoeften van kinderen en koppelen deze aan onze verwachtingen van de groep of een individueel kind. We hebben hoge, reële verwachtingen van kinderen. Ze krijgen van ons ‘dikke soep’ aangeboden. Welbevinden, betrokkenheid zijn belangrijke indicatoren voor de kwaliteit van ons onderwijs. Maakt een kind het niet goed, is er geen betrokkenheid? Dan is wellicht onze aanpak of ons aanbod niet op orde. Dan onderzoeken we wat we kunnen verbeteren. Wat willen we graag zien? Welbevinden Een belangrijke voorwaarde om je optimaal te kunnen ontplooien is welbevinden. Hiermee bedoelen we dat de kinderen zich veilig, geaccepteerd en gewaardeerd voelen. Maar ook dat ze een positief zelfbeeld hebben. Signalen van welbevinden zijn: spontaniteit, genieten, ontspannen zijn en je open stellen. Het is belangrijk dat kinderen zich goed voelen, want hoog welbevinden zorgt voor een goede emotionele ontwikkeling. Het bevorderen van het welbevinden binnen ons kindcentrum zien wij dan ook als onze kerntaak. Betrokkenheid Optimale betrokkenheid. Daar streven we binnen ons kindcentrum naar. Zijn kinderen betrokken? Dan vindt er diepgaand leren plaats. Kinderen zijn dan geconcentreerd, gemotiveerd, alert, geboeid en vergeten de tijd. Het vergt veel energie en zorgt voor voldoening. Het kind zit in een ‘flow’. Dit is de optimale toestand waarin een kind kan leren. Het wordt alleen bereikt als een activiteit aansluit bij hun drang om te verkennen en aansluit bij hun zone van naaste ontwikkeling. We monitoren welbevinden en betrokkenheid door observaties, groepsbezoeken en betrokkenheidsmeting door Tweemonds. Zicht op ontwikkeling: toetsen en observeren Ons kindcentrum volgt kinderen systematisch met niet-methode toetsen van DIA. Daarnaast hebben medewerkers genoeg vakmanschap om ook met observaties een aanvullend beeld van kinderen te geven. Twee keer per jaar (in januari en juni) vullen we een analyse in van de sociaal emotionele ontwikkeling van de leerling. Dit doen we in Parnassys op het gespreksformulier. In groep 1 en 2 wordt daarnaast het Digikeuzebord gebruikt als volgsysteem voor sociaal emotionele ontwikkeling en de andere leerlijnen. In de midden-bovenbouw gebruiken we ook de Sociale Veiligheidsmonitor om de leerlingen te volgen. Dit hebben we vastgelegd in onze ‘Zo werken wij’: Zicht op ontwikkeling. De overige afspraken, ook op stichtingsniveau, zijn vastgelegd in ons Ondersteuningsdocument. De zorgstructuur binnen de school is helder. De IB-er en directeur monitoren met flitsbezoeken, groepsbezoeken en beeldcoaching. Daarnaast bezoeken de collega’s elkaar en bereiden ze samen lessen voor in het miniteam. Zicht op ontwikkeling: kijken naar het proces Ons kindcentrum werkt opbrengstbewust met doelen en leerlijnen. Hier wordt de groepsaanpak op gebaseerd. Op individueel niveau kan er een kindplan zijn. De kinderen werken met dag- of weektaken waarbij ze de ruimte hebben ook zelf keuzes te maken. We streven naar maatwerk, niet naar individueel onderwijs. De medewerker kan met didactische en organisatorische keuzes zorgen dat kinderen zich ontwikkelen. We stellen elkaar daarbij steeds de vraag: heeft het kind voldoende geprofiteerd van ons onderwijsaanbod? Hoe we dit doen? Door steeds naar het proces te kijken, naar signalen van hoge betrokkenheid en welbevinden. Daarnaast ook naar de output, de resultaten. Wekelijks wordt dit gedeeld binnen het miniteam. Vier keer per jaar zijn er groepsbespreking en bespreken we de ontwikkeling van de kinderen, de groep. En de kwaliteit van ons onderwijs. Op miniteamniveau en schoolniveau. Zicht op ontwikkeling: handelingsgericht werken Opbrengstbewust werken betekent voor ons kindcentrum dat we systematisch, en doelgericht werken aan het maximaliseren van het leervermogen van onze kinderen. Daarbij hanteren we een cyclische, handelingsgerichte werkwijze: Bedenk wat de kinderen nodig hebben (analyseren van de resultaten en het effect van ons handelen, diagnose van de oorzaken) Selecteer een (bewezen effectieve) interventie die daarbij kan helpen (bepaal doelen en de interventie) Probeer deze interventie uit (ga aan de slag!) Evalueer het effect op de kinderen (monitor het proces: meten van opbrengsten en conclusies over de genomen en te nemen maatregelen) Verbeter en borg het resultaat (en begin weer bij 1!) Zicht op ontwikkeling: kindplan en ontwikkelperspectief We betrekken kinderen zoveel mogelijk zelf bij hun ontwikkeling. Bijvoorbeeld door kindgesprekken en ontwikkelgesprekken. Volgt een kind een heel eigen leerroute? Bijvoorbeeld vanwege een specifieke diagnose, lesstof, ondersteuningsbehoefte, uitdaging, of andere sociaal emotionele begeleiding? Dan geven we dit weer in een kindplan. Volgt een kind een heel eigen leerroute waarbij het uitstroomperspectief anders is? Dan spreken we van een ontwikkelingsperspectief. Een uitgebreidere beschrijving vind je in ons beleidsdocument ‘OPP en kindplan’.

Zitten de oud-leerlingen van deze school in het voortgezet onderwijs boven, op of onder hun schooladvies?

Grafiek

Grafiek laden...

Slechts 4,17% van de leerlingen presteert onder advies (landelijk 11,81%), dankzij zorgvuldige advisering. 70,83% blijft op adviesniveau, wat aansluit bij het transparante stappenplan met voorlopige advisering in groep 7 en doorlopende monitoring.

Sociale ontwikkeling

Ons pedagogische klimaat Dit is de basis. We maken geen onderscheid in een groeps- en schoolklimaat. We streven naar hetzelfde pedagogisch klimaat binnen ons kindcentrum. Dus binnen onderwijs en opvang. Een van onze kernwaarden is verbinden. Deze verbondenheid is ook in het pedagogisch klimaat een belangrijk element. Verbinding betekent dat iedereen erbij mag horen. We sluiten niemand buiten. Sámen zijn wij één kindcentrum. Pedagogische Tact 'Op het goede moment de juiste dingen doen. Oók in de ogen van het kind'. We gaan uit van de drie basisbehoeften van een kind: relatie (ik hoor erbij), competentie (ik kan het), autonomie (ik kan het zelf). Dit vraagt van de medewerker pedagogisch tact: met hoofd, handen en hart weten en aanvoelen wat een kind nodig heeft en hiernaar handelen. De ervaringsgerichte dialoog is belangrijk voor een goede relatie met het kind. Dat vraagt van de medewerkers aanvaarding, echtheid en empathie. Door een empatische houding van de meester of juf voelen kinderen zich begrepen. Hierdoor kan de medewerker hen beter begeleiden. Ook raken we kinderen bewust aan. Een goede aanraking werkt relatie-bevorderend, is écht en afgestemd met aandacht. Een goede aanraking is gepast en gewenst. Het bevestigt het kind in zijn zíjn. ‘Ik word gezien. Ik mag er zíjn'. Wanneer er écht pedagogisch contact is, dan is er verbinding. Bron: Nivoz Pedagogisch bondgenootschap De kinderen, ouders en de medewerkers van het kindcentrum vormen samen een drie-eenheid. Zeker wanneer een kind het niet goed maakt. Dan nog meer, is het belangrijk dat er een goede afstemming is tussen ons kindcentrum en thuis. Het kind heeft de ondersteuning van volwassenen nodig om het gewenste gedrag te leren kennen en te laten zien. Dit vraagt van ons dat we zélf het gedrag voorleven en kinderen ondersteunen in hun gedrag. Dit betekent ook dat we elkaar als volwassenen hier op kunnen wijzen. We gaan respectvol met elkaar om. Kinderen, ouders en ons team zijn partners in dit geval. We spreken van een pedagogisch bondgenootschap. Positieve houding: vertrouw er maar op! We gaan uit van een positieve houding. We geloven in het goede van elkaar en we willen goed omgaan met elkaar. We gaan uit van vertrouwen. Hierin hebben we als medewerkers en ouders een voorbeeld naar onze kinderen. Zo werken we aan saamhorigheid, respect en vertrouwen. Dit doen we onder andere door kennismakingsspelletjes, yoga, onderlinge kindermassage en veel groepsdoorbrekende activiteiten. We kennen elkaar. En waarderen elkaar. De eerste weken van het schooljaar (‘de gouden weken’) besteden we hier extra veel aandacht aan. Wordt het ‘goed omgaan met elkaar’ verstoord? Dan gaan we met elkaar in gesprek om te zorgen dat de balans weer wordt hersteld. Zijn er signalen van pesten? Dan handelen we volgens ons Anti-pestprotocol. Laat een kind lange tijd grensoverschrijdend gedrag zien? Dan doen we een ervaringsreconstructie. Wat maakt dat dit kind dit gedrag uit? Wat speelt zich aan de binnenkant van het kind af? Dit is moeilijk te vangen in een protocol. We hanteren de regel: 1 keer is toeval. 2 keer is opvallend. 3 keer is een patroon. Afhankelijk van de impact van het gedrag kunnen we overgaan tot schorsing en/of verwijdering. Hiervoor hanteren we het protocol Schorsing en/of verwijdering van Aves. Maar we hebben de intentie er alles aan doen om te voorkomen dat dit nodig is. Onderstaande documenten ondersteunen ons pedagogisch klimaat: Veiligheidsplan Ongevallenregister Ontruimingsplan Anti-pestprotocol Beleid social media Aves Privacy-beleid Aves Schorsing- en verwijderingsbeleid Aves De sociale veiligheid monitoren we met de Sociale Veiligheidsmonitor. De coördinatie van het anti-pestbeleid is beschreven in het Anti-pestprotocol. LEES MINDER

Autonomie

Competentie

Relatie

Wat is de werkwijze van Kindcentrum St. Joseph voor de sociale ontwikkeling van leerlingen?

De sociale en emotionele ontwikkeling van kinderen is een voorwaarde om tot ontwikkeling te komen. Kindcentrum St. Joseph streeft naar een hoog welbevinden en hoge betrokkenheid, waarbij het kind verbonden is met zichzelf, de ander, zijn omgeving en de wereld. De school gaat uit van de drie basisbehoeften: relatie, competentie en autonomie. Activiteiten zijn gericht op een balans tussen hoofd, handen en hart. De sociale en emotionele ontwikkeling wordt gevolgd met observaties en de betrokkenheidsmonitor. Vanaf groep 6 vullen de kinderen een vragenlijst in over leerlingtevredenheid en sociale veiligheid. Burgerschapsonderwijs is geïntegreerd in de onderwijsvorm. Het doel is de geëmancipeerde mens: emotioneel sterk, kritisch, explorerend en verbonden met mensen en wereld. De kinderen dragen actief bij aan een prettig klimaat. In de leerlingenraad zetten kinderen zich actief in voor een fijn kindcentrum. Er is samenwerking met zorginstellingen en de Kinderboerderij. Er wordt gebruik gemaakt van lessen uit ‘Leren Leven’ en thema's uit wereldoriëntatie.

Welke registratievormen gebruikt Kindcentrum St. Joseph om de sociale opbrengsten in kaart te brengen?

Kindcentrum St. Joseph maakt gebruik van eigen observatielijsten om de sociale opbrengsten in kaart te brengen.