De Troubadour
Maria Van Bourgondielaan 2 D
5616 EE Eindhoven

Schoolweging

Schoolweging
25.68
Spreiding
6.86

De schoolweging van De Troubadour Eindhoven is 25,68 , met een spreiding van 6,86 . De schoolweging en spreiding zijn in opdracht van de Inspectie van het Onderwijs door het CBS bepaald. Het CBS kijkt hierbij naar de thuissituatie van de leerlingen en drukt dit uit in een score. Hoe hoger de schoolweging, hoe complexer de leerlingenpopulatie en hoe lager de verwachte leerresultaten. Hoe hoger de spreiding, hoe groter de verschillen tussen de uitgangsposities van leerlingen. De inspectie rondt de scores lager dan 20 af naar 20 en de scores hoger dan 40 naar 40. De gemiddelde schoolweging voor alle scholen in Nederland is 29,77.

Fundamenteel niveau

96.9% van de leerlingen bereikt het fundamenteel niveau, significant hoger dan zowel de landelijke norm (85%) als vergelijkbare scholen (96.6%). Dit onderstreept een stevige basiskwaliteit.

Grafiek

Grafiek laden...

Streefniveau

64.4% van de leerlingen behaalt het streefniveau, ruim boven de inspectienorm van 53.8%. Dit benadrukt de effectiviteit van het beredeneerd aanbod voor taal en rekenen, zoals beschreven in het schoolplan.

Grafiek

Grafiek laden...

Welk schooladvies kregen de leerlingen van deze school?

De school adviseert opvallend vaak theoretische leerwegen: 15.7% havo en 13.7% vwo-advies (vs. 16.1% en 18.6% regio). Praktijkonderwijs blijft met 0% laag, in contrast met 1.01% regionaal. De brede adviesrange van vmbo-b tot vwo sluit aan bij de relatief complexe leerlingenpopulatie (schoolweging 25.68).

Grafiek

Grafiek laden...

Eindtoets Resultaten

Grafiek

Grafiek laden...

Toetsscores 2023-2024

ToetsDe Troubadour EindhovenGemeente AmsterdamNederland

Groep 8 Toetsen 2023-2024

Score
58

Hoe gebruikt deze school tussentijdse toetsen?

Op de Troubadour streven we ernaar om een omgeving te creëren waarin al onze leerlingen tot bloei kunnen komen en hun volle leerpotentieel kunnen benutten. Een belangrijke benadering die we hierbij omarmen is het werken vanuit hoge verwachtingen. De verwachtingen die leerkrachten van leerlingen hebben spelen een rol in kansengelijkheid. Als een leerkracht hoge verwachtingen van een leerling heeft, gaat deze leerling vaak beter presteren. Werken vanuit hoge verwachtingen betekent dat we geloven in de capaciteiten van alle leerlingen ongeacht hun achtergrond of startpunt. Als leerkrachten blijven wij kritisch op het zo nauwkeurig mogelijk bepalen van het actuele leerniveau en het zo nauwkeurig mogelijk inschatten van het toekomstige leerniveau. Om dit goed te kunnen doen monitoren we de resultaten van ons onderwijs nauwkeurig, systematisch en cyclisch. In dit hoofdstuk informeren we u over hoe we dit doen en welk resultaat dat heeft. Toetsen We vinden het belangrijk om de ontwikkeling van uw kind goed en zorgvuldig te volgen. De leerkracht observeert uw kind en om te volgen of uw kind de lesstof heeft begrepen, maakt uw kind toetsen. We nemen in groep 3 t/m 8 toetsen af die horen bij de lesmethodes die we gebruiken. Dit zijn methodeafhankelijke toetsen. De methodetoets wordt aan het einde van een blok afgenomen en geregistreerd. Bij sommige vakken wordt er ook een pretoets afgenomen, zodat een leerkracht beter kan inschatten aan welke doelen hij of zij meer of minder aandacht moet besteden. We vinden het belangrijk om geen onnodige druk te leggen op leerlingen wanneer er een toets gaat plaatsvinden. Een toets is niet meer dan een afsluiting van een blok waarin we kunnen meten in hoeverre de doelen worden beheerst. Toetsen worden daarom niet aangekondigd in de Roffel. In groep 1-2 worden geen toetsen gebruikt maar volgen we de leerlingen d.m.v. het observatiesysteem van KIJK. Leerlingvolgsysteem Daarnaast nemen we 2x per jaar methodeonafhankelijke toetsen af. We gebruiken hiervoor de toetsen van IEP. Deze toetsen zijn landelijk genormeerd. We krijgen zo een goed beeld van de ontwikkeling van elke leerling, maar ook op groeps- en schoolniveau. Met de IEP toetsen volgen wij de ontwikkeling van taal, rekenen en lezen. Net als wij vindt IEP dat een kind meer is dan taal en rekenen. Met het IEP leerlingvolgsysteem is het ook mogelijk om de ontwikkeling op het gebied van leeraanpak, creatief vermogen en de sociaal-emotionele ontwikkeling te volgen. Dit wordt hoofd, hart en handen genoemd. De toetsen brengen in beeld wat uw kind al kan en wat hij/ zij nog moet leren. We kijken naar de ontwikkeling die uw kind heeft doorgemaakt. IEP vergelijkt uw kind vooral met zichzelf en bekijkt of uw kind gegroeid is. Een landelijk gemiddelde is hierin niet leidend. Rapporten Het ontvangen van het rapport is voor een kind een belangrijk moment in het schooljaar. In het rapport beschrijven we de ontwikkeling van uw kind. We vinden het van belang om u en uw kind hier goed en zorgvuldig over te informeren. Dat doen we door met u in gesprek te gaan over de ontwikkeling van uw kind. Ook in de klassen praten de leerkrachten met de kinderen individueel over het rapport. We praten niet alleen over kinderen, maar juist ook met ze. Uw kind ontvangt het eerste rapport in februari of maart en het tweede rapport in juni of juli. De leerkrachten besteden veel aandacht aan het maken van een gebalanceerd en positief geformuleerd rapport, maar natuurlijk is uw kind niet terug te brengen tot een paar cijfers en woorden op papier. Het gesprek met de leerkracht over de ontwikkeling van uw kind vinden we heel belangrijk. Daarom staan na de uitgifte van de rapporten oudergesprekken gepland. We gaan met elkaar vanuit een open en nieuwsgierige houding in gesprek over uw kind. We werken daarbij graag met u samen als educatieve partners. Referentieniveaus De referentieniveaus taal en rekenen geven aan wat leerlingen moeten kennen en kunnen op het gebied van taal en rekenen. Het referentiekader bestaat uit fundamentele niveaus en streefniveaus. De referentieniveaus lopen op van makkelijk naar moeilijk: 1F en 2F/1S. Op de basisschool is het doel dat ieder kind taal en rekenen op minimaal 1F niveau beheerst (ontwikkelscore 60). 1F is het fundamenteel niveau. Dit moeten alle kinderen in ieder geval aan het einde van de basisschoolperiode beheersen. Dit is het uitstroom niveau voor kinderen die het onderwijs vervolgen op VMBO-basis en VMBO-kader. 2F/1S is in principe het uitgangspunt voor het aanbod in het basisonderwijs voor alle leerlingen, tenzij is vastgesteld dat 1F een passender niveau is voor een kind. 2F/1S (ontwikkelscore 80) is het uitstroomniveau voor leerlingen die het onderwijs vervolgen op VMBO-TL, HAVO en VWO. Op het voortgezet onderwijs wordt verder gewerkt aan de referentieniveau 2F, 3F en 4F.

Zitten de oud-leerlingen van deze school in het voortgezet onderwijs boven, op of onder hun schooladvies?

Grafiek

Grafiek laden...

Slechts 6.7% van de leerlingen zit onder advies (vs. 11.8% landelijk), terwijl 36.7% boven advies presteert. Dit illustreert de zorgvuldige advisering volgens het transparante 'dossier opbouw'-principe uit de schoolgids. De combi van hoge doorstroomcijfers en lage ondermaat wijst op realistische advisering.

Sociale ontwikkeling

De leerkrachten besteden het hele jaar door veel aandacht aan het sociale klimaat in de klas. Dit doen wij door aan het begin van het schooljaar aandacht te besteden aan de ‘Gouden weken en Zilveren weken.’ Tijdens deze periode worden de regels en afspraken met de klas gemaakt. Ook wordt er in de gymlessen aandacht besteed aan de ‘Groene Spelen.’ Daarnaast staat in iedere groep wekelijks de sociokring op het rooster. In de sociokring praten de leerlingen met elkaar over wat er goed gaat en wat er beter kan in de klas en op het plein. Daarnaast stellen de leerlingen zelf doelen op en wordt het doel in de sociokring geëvalueerd. Het doel wordt op een bordje genoteerd en gepresenteerd in de school. In de sociokring leren leerlingen ook hoe je complimenten geeft en ontvangt. Op die manier leren leerlingen zelf verantwoordelijkheid te nemen over hoe je met elkaar omgaat. Daarnaast hanteren we een effectieve manier voor conflicthantering: het driehoeksgesprek en een pestprotocol. De conflicthantering en het pestprotocol staan beschreven in het beleidsplan sociale veiligheid. Alle leerlingen en leerkrachten zijn op de hoogte op onze school van de manier van het oplossen van conflicten en het pestprotocol. We werken graag preventief aan de sociale veiligheid op onze school en zien dat de duidelijkheid die we vooraf geven preventief werkt en dat er weinig gepest wordt op onze school. We scoren al jaren erg hoog op de sociale veiligheidsmonitor die jaarlijks wordt afgenomen onder leerlingen. Het sociale klimaat in de groepen en op het schoolplein is veilig. LEES MINDER

Inclusiviteit

Iedereen heeft het fijn

Wereldburgerschap

Wat is de werkwijze van De Troubadour voor sociale ontwikkeling?

De Troubadour gebruikt de Sociokring om kinderen verantwoordelijk te maken voor de sfeer in de klas en een respectvolle omgang. Elke vrijdag wordt er een Sociokring gehouden, waarbij kinderen en de leerkracht in een kring zitten. Kinderen kunnen verbeterpunten inbrengen via een verbeterdoos. Twee kinderen kiezen wekelijks twee verbeterpunten uit die voor de komende week belangrijk zijn. Er wordt gereflecteerd op het verbeterpunt van de vorige week. Vervolgens wordt er gesproken over het nieuwe verbeterpunt en worden er afspraken gemaakt. Tijdens de complimentenronde geven kinderen elkaar complimenten. Tot slot wordt de groepsyell geroepen. Gedurende de week wordt er dagelijks met de klas gereflecteerd op het verbeterpunt. Tijdens de Sociokring gelden regels zoals: We staan als we praten, we luisteren naar elkaar, de gespreksleider geeft beurten, en we kijken elkaar aan.

Welke registratievorm(en) gebruikt De Troubadour om sociale opbrengsten in kaart te brengen?

De Troubadour gebruikt de volgende registratievorm(en) om sociale opbrengsten in kaart te brengen: Kijk!, Sociaal Emotionele Vragenlijst, WMK vragenlijst sociale veiligheid en IEP Hart.

Welke methode(s) voor sociaal-emotioneel leren gebruikt De Troubadour?

De Troubadour gebruikt de Sociokring als methode voor sociaal-emotioneel leren.