Openbare Basisschool De Dukdalf
Beursplein 6
8253 EA Dronten

Schoolweging

Schoolweging
30.18
Spreiding
5.57

De schoolweging van De Dukdalf Dronten is 30,18 , met een spreiding van 5,57 . De schoolweging en spreiding zijn in opdracht van de Inspectie van het Onderwijs door het CBS bepaald. Het CBS kijkt hierbij naar de thuissituatie van de leerlingen en drukt dit uit in een score. Hoe hoger de schoolweging, hoe complexer de leerlingenpopulatie en hoe lager de verwachte leerresultaten. Hoe hoger de spreiding, hoe groter de verschillen tussen de uitgangsposities van leerlingen. De inspectie rondt de scores lager dan 20 af naar 20 en de scores hoger dan 40 naar 40. De gemiddelde schoolweging voor alle scholen in Nederland is 29,77.

Fundamenteel niveau

97.97% van de leerlingen behaalt het fundamenteel niveau (landelijk gemiddelde: 95.7%). Deze score, ruim boven de inspectienorm van 85%, reflecteert een stevige basiskwaliteit. De school borgt Hiermee dat vrijwel iedere leerling met voldoende taal- en rekenvaardigheden doorstroomt.

Grafiek

Grafiek laden...

Streefniveau

Met 62.9% streefniveau-beheersing overtreft de school ruim de inspectienorm (45.5%). Dit benadrukt de effectiviteit van het adaptieve onderwijs, waarbij leerlingen worden uitgedaagd boven basisvaardigheden. De score ligt 5.6% boven het gemiddelde van vergelijkbare scholen.

Grafiek

Grafiek laden...

Welk schooladvies kregen de leerlingen van deze school?

Het adviesprofiel is sterk theoretisch georiënteerd: 23.5% havo, 23.5% havo/vwo en 17.6% vwo (totaal 64.6%). Dit ligt boven regionale trends (havo/vwo: 10.9%, vwo: 18.6%). Praktijkonderwijs (2.9%) blijft beperkt, maar scoort iets hoger dan landelijk (1.0%). De adviezen sluiten aan bij de hoge streefniveaus.

Grafiek

Grafiek laden...

Eindtoets Resultaten

Grafiek

Grafiek laden...

Toetsscores 2023-2024

ToetsDe Dukdalf DrontenGemeente AmsterdamNederland

Groep 8 Toetsen 2023-2024

Score
58

Hoe gebruikt deze school tussentijdse toetsen?

Naast de gebruikelijke toetsen, behorend bij de diverse methoden, toetsen we de kinderen voor het leerlingvolgsysteem (LVS). Hierdoor krijgen we een onafhankelijk beeld van de ontwikkelingsgroei van elke leerling. We zien of de leerling groeit volgens de lijn der verwachting of dat dit afwijkt. Zo kunnen we het onderwijs afstemmen op de leerling. De intern begeleider, die gespecialiseerd is in de zorg voor leerlingen, spreekt een aantal keer per jaar de leerlingen door met de leerkracht. Leerlingen die opvallen in de ontwikkelingslijn worden nader bekeken: Hoe komt het dat een leerling minder presteert dan verwacht mag worden en wat kunnen we eraan doen om deze leerling weer op de gewenste ontwikkelingslijn te krijgen? Heeft de leerling, die hoger presteert op de ontwikkelingslijn, meer uitdaging nodig? Wat bieden we deze leerling? Ook wordt de voortgang van de zorgleerlingen nogmaals besproken: doet de leerling het goed op de uitgezette manier? Ouders worden áltijd geïnformeerd. Hebben we meer informatie nodig van (bij ons aangesloten) externen, dan kunnen we nader onderzoek laten doen met instemming van de ouders. Te denken valt aan mogelijke dyslexie of dyscalculie (Orthopedagoog), maar ook gedrag dat het leren belemmert (ADHD, ASS, ...). De uitslag van het onderzoek wordt altijd gevolgd. We kunnen daarbij ook ondersteuning van externen inschakelen (IJsselgroep, Intraverte,...). Naast de informatie over de vorderingen bij de vakken, observeren we ook de werkhouding, motivatie, zelfredzaamheid en gedrag. Dit alles bepaalt de ontwikkelingsgroei. Zo kan het zijn dat een kind dat zich onzeker voelt niet belemmering ondervindt bij het leren. Wanneer er zorg is om een leerling, en ouders en school komen er samen niet uit, dan heeft de school de mogelijkheid om de zorgcoördinator in te schakelen. Dit mag ook zonder toestemming van de ouders. De zorgcoördinator neemt de zorg over en bekijkt samen met de ouders wat de beste begeleiding is. Kleuters De meeste kleuters starten de dag nadat zij vier jaar zijn geworden. Kinderen die geboren zijn in de maanden oktober, november en december zijn zogenaamde 'Herfstleerlingen'. Voorheen was het gebruikelijk dat kinderen die vóór 1 oktober jarig waren, naar groep 3 gingen. De kinderen die ná 1 oktober jarig waren bleven in de kleutergroep. Nu kijken we meer naar de ontwikkeling van kinderen. Het tempo waarin kinderen ontwikkelen is verschillend en valt lang niet altijd samen met de overgangen gebaseerd op kalenderleeftijd. Kinderen moeten er aan toe zijn om gericht te leren en het moeten uitvoeren van complexe taken. Niet alle kinderen hebben binnen anderhalf jaar kleuteronderwijs dit bereikt. Het langer kleuteren van de herfstkinderen beschouwen wij dan ook niet als zitten blijven of als een achterstand. We bekijken via ons leerlingvolgsysteem (LVS) goed of de extra tijd die het kind nodig heeft, onder de normale ontwikkeling valt, of dat er sprake is van een werkelijke stagnatie. Het overvragen van jonge kinderen kan leiden tot faalangst en uitval. Ons onderwijs is er dan ook op gericht dat er een doorgaande ontwikkeling plaatsvindt. Zo zijn er kleuters die zichzelf hebben leren lezen, maar ook kleuters die daar nog lang niet aan toe zijn. We sluiten aan bij wat de leerlingen nodig hebben. Om een goede beslissing te kunnen nemen wat het beste traject van een kind is, zijn de volgende aspecten belangrijk: de cognitieve ontwikkeling: wat beheerst een leerling, de werkhouding: hoe taakgericht is een leerling, hoe is de concentratie, de zelfstandigheid en de motivatie? de motorische ontwikkeling: een leerling is in staat om een net en leesbaar handschrift te ontwikkelen, het welbevinden, het zelfvertrouwen en de sociale vaardigheden. In februari bespreken we met de ouders de ontwikkeling van de kleuter, naar aanleiding van het rapport, de resultaten uit de methode en de observaties. In mei besluiten we wat het vervolg gaat worden. Doubleren Bij hoge uitzondering kan de school besluiten een leerling te laten doubleren. De volgende criteria zijn hierbij belangrijk: de verwachting is dat de leerling de achterstanden geheel of gedeeltelijk gaat inhalen, de leerling vertoont op meerdere gebieden een achterstand. Er zijn altijd meerdere gesprekken met ouders/verzorgers, leerkracht en intern begeleider geweest. Bij grote leerachterstanden ligt de beslissing bij school. Communicatie Betrokkenheid van de ouders bij school is noodzakelijk en gewenst. Ouders hebben onze school bewust gekozen. Wij streven ernaar om samen met hen van de schooltijd van hun kind(eren) een fijne tijd te maken. Uiteraard willen ouders op de hoogte gehouden worden van het presteren van hun kind(eren) en het gebeuren in en om de school. Op drie momenten van het schooljaar staan gesprekken gepland, maar ouders kunnen tussentijds altijd een gesprek aanvragen. Ook de leerkracht zal ouders tussentijds informeren als daar aanleiding toe is.

Zitten de oud-leerlingen van deze school in het voortgezet onderwijs boven, op of onder hun schooladvies?

Grafiek

Grafiek laden...

44% van de leerlingen presteert boven het basisschooladvies (landelijk: 25.3%), terwijl slechts 8% onder advies presteert (vs. 11.8% landelijk). Deze cijfers benadrukken dat de school zorgvuldig adviseert én ruimte biedt voor groei. De doorstroommonitoring met het voortgezet onderwijs, zoals beschreven in het schoolplan, lijkt hieraan bij te dragen.

Sociale ontwikkeling

Om te kunnen ontwikkelen op allerlei gebieden, is het belangrijk dat kinderen zich veilig, geborgen en gewaardeerd voelen. Dat betekent ook dat we op een respectvolle manier met elkaar omgaan. Kinderen leren en ontwikkelen op school competenties die nodig zijn om in allerlei situaties op een goede manier met anderen om te gaan en bij te dragen aan de samenleving. Dit zijn vaardigheden zoals samenwerken, conflicten oplossen en zelfredzaamheid. Sociale competenties dragen daarmee bij aan een positief en sociaal veilig klimaat op school, het verbeteren van de leerprestaties en de ontwikkeling van burgerschap door de juiste normen en waarden te ontwikkelen. LEES MINDER

Veiligheid

Wederzijds respect

Onderling vertrouwen

Wat is de werkwijze van Openbare Basisschool De Dukdalf voor sociale ontwikkeling?

In alle groepen van Openbare Basisschool De Dukdalf worden lessen in Kanjertraining gegeven, waarbij kinderen inzicht krijgen in hun eigen gedrag en dat van anderen. Gewenst gedrag wordt gestimuleerd en bij ongewenst gedrag leren de kinderen hoe dat te veranderen. Respect, grenzen aangeven en luisteren zijn belangrijke waarden. Zo leren kinderen goed samen te werken en wordt er bij conflicten teruggegrepen op de Kanjertraining.

Welke registratievorm(en) gebruikt Openbare Basisschool De Dukdalf om sociale opbrengsten in kaart te brengen?

Openbare Basisschool De Dukdalf gebruikt Kanvas om sociale opbrengsten in kaart te brengen.

Welke methode(s) voor sociaal-emotioneel leren gebruikt Openbare Basisschool De Dukdalf?

Openbare Basisschool De Dukdalf gebruikt Kanjertraining als methode voor sociaal-emotioneel leren.