
Schoolweging
De schoolweging van De Klimboom Dronten is 26,98 , met een spreiding van 5,14 . De schoolweging en spreiding zijn in opdracht van de Inspectie van het Onderwijs door het CBS bepaald. Het CBS kijkt hierbij naar de thuissituatie van de leerlingen en drukt dit uit in een score. Hoe hoger de schoolweging, hoe complexer de leerlingenpopulatie en hoe lager de verwachte leerresultaten. Hoe hoger de spreiding, hoe groter de verschillen tussen de uitgangsposities van leerlingen. De inspectie rondt de scores lager dan 20 af naar 20 en de scores hoger dan 40 naar 40. De gemiddelde schoolweging voor alle scholen in Nederland is 29,77.
Fundamenteel niveau
De school scoort uitstekend op het fundamenteel niveau: 96,7% van de leerlingen bereikt dit basisniveau. Dit ligt ruim boven de landelijke signaleringswaarde van 85% en benadrukt de inclusieve aanpak voor alle leerlingniveaus.
Grafiek
Grafiek laden...
Streefniveau
63,7% van de leerlingen behaalt het streefniveau voor taal en rekenen, ruim boven de inspectienorm van 50,1%. Dit reflecteert de nadruk op ontwikkelingsgericht leren in het Jenaplanonderwijs, met name op analytische vaardigheden.
Grafiek
Grafiek laden...
Welk schooladvies kregen de leerlingen van deze school?
De adviezen tonen een sterke oriëntatie op hogere onderwijsniveaus: 78,8% havo/vwo-advies of hoger (30,3% havo, 18,2% havo/vwo, 30,3% vwo). Dit is significant boven het regionale gemiddelde van 45,6%. Wel is er aandacht voor maatwerk, met 3% vmbo-k-advies voor leerlingen die baat hebben bij praktischer onderwijs.
Grafiek
Grafiek laden...
Eindtoets Resultaten
Grafiek
Grafiek laden...
Toetsscores 2023-2024
Toets | De Klimboom Dronten | Gemeente Amsterdam | Nederland |
---|
Groep 8 Toetsen 2023-2024
Hoe gebruikt deze school tussentijdse toetsen?
Onderbouw In de onderbouw wordt er gewerkt met de leerlijnen jonge kind vanuit ParnasSys. De onderbouw werkt per project met een projectplan waarin ze SLO doelen verwerken. Deze doelen worden kritisch bekeken t.o.v. het niveau van de populatie. Eventueel worden doelen weggestreept of worden doelen naar voren gehaald. Er wordt voor gezorgd dat cruciale (focus) doelen voldoende aan bod komen. Elke groep kijkt kritisch naar het projectplan en bepaalt wat de groep en de kinderen specifiek nodig hebben. Het projectplan wordt passend gemaakt voor de groep. Gedurende de gehele week worden de doelen geobserveerd op verschillende plekken (kring, tijdens spel, werk, etc.). De observaties worden geregistreerd en weggezet in ParnasSys. Daarnaast wordt midden groep 2 de screeningstoets dyslexie afgenomen om riscokinderen in beeld te krijgen. Midden- en bovenbouw De stamgroepleider observeert dagelijks de leerlingen en stuurt waar nodig bij. De methodegebonden toetsen worden gehanteerd om te evalueren of de (tussen)doelen behaald zijn. Tevens wordt met de toetsing bekeken of de interventies voldoende hebben bijgedragen aan het behalen van de gestelde doelen. Het onderwijsaanbod wordt daar waar nodig bijgesteld, rekening houdend met de (specifieke) onderwijsbehoeften van het kind. Voor de tussen- en eindmeting wordt de IEP afgenomen. Tevens wordt de DMT van Cito LOVS op deze momenten afgenomen. De resultaten van de (methode en niet-methode) toetsen worden geanalyseerd en de ingezette interventies worden geëvalueerd. Op basis van deze conclusies wordt het onderwijsaanbod gepland en worden waar nodig nieuwe interventies opgesteld en/of een plan van aanpak gemaakt. Voor alle groepen Twee keer per jaar presenteren de intern begeleiders de opbrengsten op schoolniveau. Opvallende punten worden in de expertteams opgepakt zodat deze in kwaliteitskaarten een vervolg krijgen. Het doel hiervan is om de kwaliteit en de doorgaande lijn van het onderwijs te waarborgen. Tevens vindt er drie keer per jaar een groepsbespreking en twee keer per jaar een kindbespreking plaats. De stamgroepleider kan dan zijn/haar ondersteuningsvragen bespreken met de intern begeleider en bouwcollega's. Overgaan/ doubleren en protocol herfstkinderen Normaal gesproken doorloopt een kind alle groepen in acht schooljaren. Voor sommige kinderen is deze periode korter of langer. Kinderen die op 1 januari of daarna 4 jaar worden, worden als ‘instromers’ gerekend en komen in het nieuwe schooljaar in groep 1. Op onze school komt het voor dat kinderen, die voor 1 januari 4 jaar worden lang ‘kleuteren’. Als de ontwikkeling van het kind aanleiding is om het kind mogelijk niet naar groep 3 te laten doorstromen of eerder dan op het gebruikelijke moment, worden ouders van deze mogelijkheid al gedurende het schooljaar op de hoogte gebracht. Ook zal door de stamgroepleider, in samenspraak met de intern begeleider, extra worden gekeken naar het sociaal-emotionele aspect en naar de cognitieve ‘rijpheid’ van het kind. Het oordeel van de stamgroepleider, die het kind goed volgt met een observatielijst en het leerlingvolgsysteem, is van doorslaggevend belang. Wanneer wij kinderen een verlengde kleuterperiode of een vervroegde overstap naar groep 3 geven, gebeurt dit op basis van argumenten. De procedure staat beschreven in het vertragen/versnellen protocol in het zorgplan dat op school is in te zien. Deze werkwijze hanteren wij feitelijk bij alle groepen, dus ook vanaf groep 3. Jaarlijks neemt de school een overgangsbeslissing en betrekt hierbij de ouders steeds tijdig, zeker indien een doublure of snellere doorstroming wordt overwogen. De uiteindelijke beslissing om een kind wel of niet te laten doubleren, wordt altijd door de school genomen. Zie hiervoor ook: www.rijksoverheid.nl/onderwerpen/basisonderwijs/vraag-en-antwoord/wie-bepaalt-of-mijn-kind-blijft-zitten-of-overgaat-naar-de-volgende-klas
Zitten de oud-leerlingen van deze school in het voortgezet onderwijs boven, op of onder hun schooladvies?
Grafiek
Grafiek laden...
69,4% van de leerlingen presteert op adviesniveau, tegen 62,9% landelijk. Opvallend is het lagere percentage 'boven advies' (16,7% vs 25,3% gemiddeld), wat mogelijk duidt op realistische advisering. De school combineert gedegen niveau-inschatting met doorlopende begeleiding, zoals beschreven in hun verticale leerlijnen.
Sociale ontwikkeling
Op De Klimboom begeleiden we de kinderen bij de ontwikkeling van deze vaardigheden. Dit draagt bij aan een fijn en veilig schoolklimaat, wat ook weer een effect heeft op de leerprestaties van de kinderen.
Samen
Ontmoeten
Zelfstandig
Wat is de werkwijze van Katholieke Jenaplan School De Klimboom voor sociale ontwikkeling?
De voortgang van de kinderen wordt bijgehouden in een digitaal Rapportfolio. Middels metertjes wordt weergeven hoe het kind op school wordt gezien op de verschillende gebieden. Tevens worden kwaliteiten benoemd en wordt er middels foto’s en filmpjes een beeld gegeven van activiteiten die het kind in de groep doet. Vanaf groep 3 worden de kinderen actief betrokken bij het Rapportfolio. Jaarlijks vult de stamgroepleider een sociogram in. De kinderen vullen één keer per jaar een vragenlijst in waarin welbevinden, veiligheid en betrokkenheid centraal staan. Er zijn gespreksmomenten in oktober, november (facultatief voor groep 3, 4 en 5), februari en juli (facultatief). Als een ouder of stamgroepleider het van belang vindt om van gedachten te wisselen over het kind, is een afspraak snel gemaakt.
Welke registratievorm(en) gebruikt Katholieke Jenaplan School De Klimboom om sociale opbrengsten in kaart te brengen?
Katholieke Jenaplan School De Klimboom gebruikt de Sociaal Emotionele Vragenlijst om sociale opbrengsten in kaart te brengen.
Welke methode(s) voor sociaal-emotioneel leren gebruikt Katholieke Jenaplan School De Klimboom?
Katholieke Jenaplan School De Klimboom gebruikt de volgende methode(s) voor sociaal-emotioneel leren: Goed gedaan, Leefstijl, Gouden, zilveren en bronzen weken, en sociaal-emotionele uitgangspunten vanuit Jenaplan.