
Schoolweging
De schoolweging van De Vlierboom is 31,89 , met een spreiding van 6,08 . De schoolweging en spreiding zijn in opdracht van de Inspectie van het Onderwijs door het CBS bepaald. Het CBS kijkt hierbij naar de thuissituatie van de leerlingen en drukt dit uit in een score. Hoe hoger de schoolweging, hoe complexer de leerlingenpopulatie en hoe lager de verwachte leerresultaten. Hoe hoger de spreiding, hoe groter de verschillen tussen de uitgangsposities van leerlingen. De inspectie rondt de scores lager dan 20 af naar 20 en de scores hoger dan 40 naar 40. De gemiddelde schoolweging voor alle scholen in Nederland is 29,77.
Fundamenteel niveau
Met 89.17% scoort de school voldoende boven de landelijke norm van 85%, wat betekent dat de basisvaardigheden voor vrijwel alle leerlingen gewaarborgd zijn. De score ligt echter iets lager dan het vergelijkingsgemiddelde van 94.82%, mogelijk gerelateerd aan de leerlingdiversiteit.
Grafiek
Grafiek laden...
Streefniveau
Het streefniveau van 56.25% ligt ruim boven de signaleringswaarde van 41.2%, wat aantoont dat de school succesvol inspeelt op verschillen tussen leerlingen. Dit resultaat is opmerkelijk gezien de complexere leerlingenpopulatie (schoolweging 31.89).
Grafiek
Grafiek laden...
Welk schooladvies kregen de leerlingen van deze school?
De adviezen tonen een gebalanceerd beeld: 29.27% vmbo-niveaus, 29.26% havo/havo-vwo en 7.32% vwo. Opvallend is het hoge percentage gecombineerde adviezen (34.14%), wat past bij de relatief grote spreiding in schoolweging. Het praktijkonderwijspercentage (0%) ligt onder het regionale gemiddelde van 1.01%.
Grafiek
Grafiek laden...
Eindtoets Resultaten
Grafiek
Grafiek laden...
Toetsscores 2023-2024
Toets | De Vlierboom | Gemeente Amsterdam | Nederland |
---|---|---|---|
LIB | 173.19 | 174.96 | 175.23 |
Groep 8 Toetsen 2023-2024
Hoe gebruikt deze school tussentijdse toetsen?
Naar aanleiding van de Cito M-toetsen hebben onze professionals gesprekken met elkaar. Data wordt geanalyseerd en onderwijs wordt hierop aangepast. Niet alleen wordt er naar de Cito resultaten gekeken, maar ook naar de methode-gebonden resultaten en naar het dagelijks handelen in de klas van zowel leerkracht als kind. In samenwerking met de intern begeleider worden de plannen omschreven voor de periode tot aan de eindtoetsen. Hiervan worden wederom trendanalyses gemaakt en met elkaar besproken voor een goede en doorlopende overdracht. Op onze school werken we opbrengstgericht (doel-gericht). Per cito-toets is een doel (norm) vastgesteld met behulp van de schoolnormen opbrengsten. In bepaalde gevallen is deze afgeleid van de inspectienormen en waar dat niet het geval is, heeft de school zelf doelen (normen) vastgesteld. Het opbrengstgericht werken wordt ondersteund door ons leerlingvolgsysteem. Bij de bespreking van de groep en de individuele leerlingen wordt de uitslag van de toetsen (gemiddelde vaardigheidsscore en de gewenste gemiddelde vaardigheidsscore) vergeleken met de gestelde norm. Mochten deze niet overeenkomen, dan wordt er in samenwerkingsverband tussen leraren en interne begeleiding een interventie afgesproken. Meer onderwijstijd besteden aan de basisvakken Instructie verbeteren Meer automatiseren en memoriseren Methode-aanbod specificeren en uitbreiden Differentiatie aanpassen en toepassen Leerkrachten maken gebruik van collegiale consultaties en de IB'er en directie doet klassenconsultaties om de good practice te observeren.
Zitten de oud-leerlingen van deze school in het voortgezet onderwijs boven, op of onder hun schooladvies?
Grafiek
Grafiek laden...
Het percentage leerlingen dat onder advies presteert (7.41%) ligt beduidend lager dan het landelijk gemiddelde (11.81%). Tegelijkertijd presteert 29.63% boven advies, wat wijst op zorgvuldige advisering en goede doorstroombegeleiding. Deze cijfers onderstrepen de effectiviteit van het vroege pre-advies en monitoring sinds groep 6.
Sociale ontwikkeling
Om kinderen optimaal te laten leren is er een veilig en duidelijk klimaat nodig. Vanuit rust en orde (protocol) kunnen kinderen zich creatief en in samenwerking ontwikkelen. Deze veiligheid monitoren wij als school door onze eigen kwaliteit binnen het team middel de interne begeleider, een vertrouwenspersoon, een anti-pestcoördinator en een aandachtsfunctionaris. We zijn voornemens om dit team voor sociale zorg uit te breiden met een interne gedragsspecialist. Deze school heeft een beschreven ondersteuningsplan waarin er onderscheid gemaakt wordt in basisondersteuning en extra ondersteuning. Basisondersteuning is op iedere school aanwezig en staat voor de basis die de school ieder kind kan bieden om het leerproces van dit kind te ondersteunen. Over het niveau van de basisondersteuning zijn afspraken gemaakt in samenwerking met SPPOH. Het houdt in dat de basiskwaliteit op orde is en het dagelijks handelen op ieder kind is afgestemd (handelingsgericht werken). Deze interne ondersteuningsstructuur kan een stevig aantal preventieve en licht curatieve interventies bieden. Onder externe ondersteuning verstaan we dat wat een kind extra nodig heeft dan de basisondersteuning. Met de andere scholen binnen het samenwerkingsverband SPPOH zorgen we ervoor dat voor ieder kind de juiste extra ondersteuning beschikbaar is. Dat kan door ambulante begeleiding bij ons op school (IA, Individueel Arrangement) of een (tijdelijke) plaatsing op een andere school. Dit gaat altijd in overleg met ouders en de benodigde deskundigen. Wij zoeken daarbij zoveel mogelijk de samenwerking met het centrum jeugd en gezin (CJG) in ons werkgebied. LEES MINDER
Goed pedagogisch klimaat
Duidelijke structuur
Sociale en fysieke veiligheid
Wat is de werkwijze van De Vlierboom voor sociale ontwikkeling?
De Vlierboom heeft gedragsregels opgesteld voor iedereen in het gebouw, beschreven in het gedragsprotocol. Deze regels worden jaarlijks en gedurende het jaar besproken en uitgevoerd. De sociaal-emotionele ontwikkeling wordt gevolgd met een computerprogramma KWINK, waarin bevindingen en observaties van de leerkracht en het kind worden gevolgd. Binnen de lessen worden sterke punten besproken en versterkt, en ontwikkelpunten worden besproken en aangeboden om vaardigheden te verbeteren. Het anti-pestprotocol beschrijft de aanpak van pesten, dat niet wordt getolereerd. Bij signalering treedt het plan in werking om het ongewenste gedrag te stoppen. Onder bepaalde omstandigheden kan schorsing of verwijdering nodig zijn, wat via dossiervorming duidelijk wordt gemaakt, volgens het schorsings- en verwijderingsprotocol.
Welke registratievorm(en) gebruikt De Vlierboom om sociale opbrengsten in kaart te brengen?
De Vlierboom gebruikt de volgende registratievormen: Kijk!, Sociale Competentie Observatielijst (SCOL).
Welke methode(s) voor sociaal-emotioneel leren gebruikt De Vlierboom?
De Vlierboom gebruikt de volgende methode(s): Kwink.