Tussentijdse resultaten worden gevolgd via de methodetoetsen rekenen, dictees en gemaakte producten. Presentaties waarin kinderen vertellen en laten zien wat zij geleerd hebben geven meer informatie dan een schriftelijke toets. Verder wordt het leerlingvolgsysteem DIA en CITO ingezet om de leerontwikkeling van kinderen te monitoren met. Indien de toetsen uitwijzen dat een kind extra ondersteuning nodig heeft, dan wordt dit besproken met de intern begeleider en vakcoördinator. Als verlengde instructie onvoldoende blijkt te werken, dan kan tijdelijk ondersteuning buiten de groep worden geboden voor basisvakken door de coördinator die zich gespecialiseerd heeft op het betreffende vakgebied. Slechts in enkele gevallen zal deze begeleiding leiden tot een diagnose (bv. dyslexie) of een eigen leerlijn. Het vastleggen van leerbewijs d.m.v. beeldmateriaal (welke ook wordt gepresenteerd tijdens het portfoliogesprek) gebeurt met Bordfolio. Tot slot wordt Looqin ingezet om aantekeningen vast te leggen over de sociaal-emotionele ontwikkeling van leerlingen. Deze tool wordt eveneens ingezet om de betrokkenheid, competenties, prestaties en het welbevinden van leerlingen te monitoren.