De tussen- en eindresultaten worden gemeten met behulp van de toetsen van CITO, afgenomen in januari en juni. Dit gebeurt in de groepen 3 t/m 8 voor de vakgebieden rekenen, technisch en begrijpend lezen, studievaardigheden en spelling. Met de CITO-toetsen meten we de algemene vaardigheid op een bepaald vakgebied. Door het afnemen van deze toetsen krijgen wij een goed beeld van de ontwikkeling van iedere leerling, groep en school. Komend schooljaar zijn wij van plan over te stappen op de vernieuwde versies van de CITO-toetsen ('Leerling in Beeld'), welke in meerdere opzichten een verbetering van vorige versies zijn. In de groepen 1-2 maken we gebruik van het observatie-instrument HOREB. Voor het volgen van de sociaal-emotionele ontwikkeling gebruiken we 'Zien'. In groep 8 wordt in april de CET (Centrale Eindtoets) afgenomen. De resultaten van de kinderen worden op kindniveau, groepsniveau en schoolniveau geëvalueerd en geanalyseerd. Deze worden tijdens zgn. groepsbesprekingen en met het MT besproken. Extra ondersteuning. In sommige gevallen hebben kinderen gedurende korte of langere tijd extra aandacht nodig. Het gaat dan om kinderen met leer-, gedrags- of motorische problemen. Het is een belangrijke taak van de school om deze problemen te signaleren en daar aandacht aan te besteden. We noemen dat zorgverbreding. Als de eerste zorg niet voldoende is, stelt de leerkracht een handelingsplan op. Dit plan van aanpak wordt met de ouders besproken zodat zij op de hoogte zijn van de begeleiding van hun kind. Mocht deze begeleiding niet leiden tot de gewenste resultaten dan kan de school het zorgteam of het SWV De Meierij PO informeren/consulteren. Dit gebeurt altijd in overleg met ouders, dus nooit zonder toestemming. Overigens dient hier niet alleen gedacht te worden aan leerlingen die meer hulp en ondersteuning nodig hebben, omdat zij moeite hebben met de lesstof. Er zijn ook kinderen die behoefte hebben aan extra uitdaging. Wij zijn voor deze meer begaafde kinderen een beleid aan het ontwikkelen, omdat zij even goed behoefte hebben aan extra ondersteuning. Ontwikkelingsperspectief. Mocht de extra ondersteuning, zoals beschreven in een handelingsplan, niet voldoende zijn en heeft de leerling een flinke achterstand oplopen, dan kan een individuele leerlijn noodzakelijk zijn. Dit is bedoeld voor kinderen waarvan vastgesteld wordt dat voor hen voor één of meerdere vakgebieden het eindniveau groep 8 niet haalbaar is. Deze kinderen hebben structureel achterblijvende leerprestaties. Voor deze kinderen wordt een ontwikkelingsperspectief opgesteld. Vervolgens wordt hier een eigen leerlijn aan gekoppeld, waarbij recht wordt gedaan aan de belangen van de leerling en de mogelijkheden die onze school kan bieden. Een individuele leerlijn kan grote gevolgen hebben voor de betreffende leerling nu en in de toekomst (o.a. schoolkeuze Voortgezet Onderwijs). De te zetten stappen worden dan ook zorgvuldig besproken met leerkracht, IBer, externe instantie (bijv. SWV De Meierij PO) en ouders.