
Schoolweging
De schoolweging van Ollie B Bommel is 33,07 , met een spreiding van 5,08 . De schoolweging en spreiding zijn in opdracht van de Inspectie van het Onderwijs door het CBS bepaald. Het CBS kijkt hierbij naar de thuissituatie van de leerlingen en drukt dit uit in een score. Hoe hoger de schoolweging, hoe complexer de leerlingenpopulatie en hoe lager de verwachte leerresultaten. Hoe hoger de spreiding, hoe groter de verschillen tussen de uitgangsposities van leerlingen. De inspectie rondt de scores lager dan 20 af naar 20 en de scores hoger dan 40 naar 40. De gemiddelde schoolweging voor alle scholen in Nederland is 29,77.
Fundamenteel niveau
Alle leerlingen (100%) behalen het fundamentele niveau, ruim boven de landelijke norm van 85% en 6.1% hoger dan vergelijkbare scholen (93.89%). Dit benadrukt de toegankelijkheid van het basisonderwijs, zelfs in een complexe leerlingenpopulatie.
Grafiek
Grafiek laden...
Streefniveau
De school overtreft de inspectienorm voor het streefniveau ruim: 65.08% van de leerlingen behaalt dit niveau tegen een signaleringswaarde van 38.7%. Dit is 14.9% hoger dan het regionaal gemiddelde (50.17%), wat wijst op effectief maatwerk voor hoogpresteerders.
Grafiek
Grafiek laden...
Welk schooladvies kregen de leerlingen van deze school?
Het adviesprofiel is sterk theoretisch gericht: 60% vmbo-(g)t en 40% havo-advies. Dit contrasteert met regionale patronen waar gemiddeld 16.45% vmbo-(g)t en 16.07% havo wordt geadviseerd. Opvallend is de afwezigheid van praktijkonderwijs-adviezen, terwijl dit regionaal 1.01% is.
Grafiek
Grafiek laden...
Eindtoets Resultaten
Grafiek
Grafiek laden...
Toetsscores 2023-2024
Toets | Ollie B Bommel | Gemeente Amsterdam | Nederland |
---|
Groep 8 Toetsen 2023-2024
Hoe gebruikt deze school tussentijdse toetsen?
Vanaf het moment dat uw kind op school komt, worden de ontwikkelingen van uw kind gevolgd op de volgende onderdelen: specifieke ontwikkeling van het jonge kind; sociaal- emotionele ontwikkeling; lezen, waaronder technisch lezen en begrijpend lezen; taal, waaronder ook spelling; rekenen; gedrag en werkhouding. In de kleutergroepen werken de leerkrachten met het kleutervolgsysteem BOSOS. In groep 3 t/m 8 houden wij de ontwikkeling van de kinderen bij door het gebruik van Methode-toetsen in groep 3 op het gebied van rekenen en lezen. Volgsysteem adaptief platform Snappet (gr. 4 t/m 8). Observaties, werkstukken, opstellen en spreekbeurten. Voor het vak Faqta worden toetsen afgenomen vanaf groep 5. IEP Leerlingvolgsysteem. In het midden (januari/ februari) en aan het eind (mei/ juni) van een schooljaar worden er in de groepen 3 t/m 7 IEP- toetsen afgenomen op het gebied van rekenen, spelling, technisch lezen en begrijpend lezen. In groep 8 is dit in november. In groep 7 volgt in juni de NIO. De NIO is een intelligentietest voor onderwijsniveau. Dat wil zeggen dat de NIO op basis van de geteste intelligentie, potentie van de leerling een advies geeft over het juiste niveau van voortgezet onderwijs. Van praktijkonderwijs tot en met VWO. In groep 8 wordt in januari de Doorstroomtoets (IEP) afgenomen. Deze toets geeft een aanvullend beeld over het niveau van de leerling op het gebied van rekenen- wiskunde, taal en studievaardigheden. Rapportage aan ouders. 2 keer per jaar wordt een rapport meegegeven waarop de gegevens van de observaties, het dagelijks werk en de resultaten van de cito LVS toetsen af te lezen zijn. De resultaten die behaald worden op de NIO en doorstroomtoets worden via een aparte rapportage aan u verstrekt. Analyseren van de toetsgegevens. Om de tussenresultaten te analyseren en evalueren maken we een analyse. In de groepsanalyse geeft de leerkracht een analyse op de resultaten op groepsniveau en worden de acties / aanpassingen vermeld n.a.v. deze analyse. We evalueren de resultaten zelf; zijn deze voldoende / onvoldoende, is er door de gehele groep iets opvallends vast te stellen, zijn er opvallende individuele leerlingen? Vervolgens koppelen we dit aan de hierop volgende vragen, bijvoorbeeld m.b.t. de organisatie; wat hebben we de afgelopen periode gedaan, is dit effectief geweest, moet dit veranderen, etc.? Maar ook het lesstof-aanbod, de inrichting van de klas en de tijd die voor een bepaald vak ingepland staat, worden op deze manier geëvalueerd. Tot slot wordt bepaald of het borgingsdocument nog up to date is. Individuele analyse, evaluatie en de bijbehorende acties worden vermeld in het leerlingoverzicht. In de schoolrapportage worden de resultaten op schoolniveau geëvalueerd, en wordt bekeken welke aanpassingen in het schoolbeleid nodig zijn. Voor elk vak beschrijven we in een borgingsdocument per vak de aanpak. De leerlingresultaten en analyses worden 2 keer per jaar besproken met de intern begeleider. Op deze manier volgen we de leerlingen systematisch, evalueren en verantwoorden we onze aanpak en inzet, en is het geborgd. Ook zorgt het voor een eenduidige lijn en aanpak door de hele school. OPP. Wanneer voor een leerling écht andere doelen en dus een afwijkende aanpak en inzet van materialen van de groep geldt voor één of meerdere vakken, of op sociaal-emotioneel gebied of op het gebied van leren leren, noteren we dit in een OntwikkelingsPerspectiefPlan, een OPP. Een leerling volgt dan zogezegd een eigen leerlijn, omdat de groepsdoelen te hoog zijn of juist omdat een leerling veel hogere doelen kan halen dan de groepsdoelen. Het OPP wordt opgesteld door de leerkracht en intern begeleider en wordt altijd met u als ouders besproken en geëvalueerd.
Zitten de oud-leerlingen van deze school in het voortgezet onderwijs boven, op of onder hun schooladvies?
Grafiek
Grafiek laden...
75% van de leerlingen presteert op adviesniveau, wat 12.07% boven het landelijk gemiddelde ligt. Slechts 8.33% zit onder advies (vs. 11.81% landelijk), mogelijk door zorgvuldige adviesprocedure. De school hanteert een 'ontwikkelingsgericht volgsysteem' met NIO-toetsen in groep 7 voor betere voorspelbaarheid.
Sociale ontwikkeling
De sociale ontwikkeling van kinderen is verweven met de cognitieve ontwikkeling. Een goed pedagogisch klimaat waarin kinderen zich prettig voelen, is nodig om te kunnen leren. De manier waarop wij kinderen willen laten leren, is door veel samen te werken en van elkaar te leren. De kinderen krijgen inzicht in hun eigen talenten en vaardigheden, maar ook in die van medeleerlingen. Dan is het nodig dat ze rekening houden met elkaar. Wij baseren ons handelen op het model de preventiepiramide (DeClerck), waarbij we uitgaan van het preventief handelen. De preventiepiramide beschrijft 4 niveaus waarop de school maatregelen of initiatieven neemt om het welbevinden te versterken of op peil te houden: niveau 1: maatregelen / initiatieven die de bedoeling hebben het schoolklimaat te verbeteren of in stand te houden. niveau 2: algemene preventiemaatregelen vanuit bepaalde problemen, bedoeld om de draagkracht van kinderen, ouders, leerkrachten en de school, het schoolklimaat te versterken. niveau 3: specifieke preventiemaatregelen die mikken op welomschreven problemen, hier op een directe manier op inspelen, waardoor het probleem zelf en eventuele doelgroepen in de kijker komen te staan. niveau 4: curatieve of remediërende maatregelen die bedoeld zijn om bestaande moeilijkheden aan te pakken of te helpen oplossen. Niveau 0 is een ondersteunend netwerk van personen of organisaties dat de schooleigen competenties aanvult of versterk, het verwijst naar alle beïnvloedende factoren vanuit de brede, maatschappelijke context. Het bevat geen interventies binnen de muren. Middels deze niveaus beschrijven we wat wij als school doen om te werken aan een veilig schoolklimaat. Een onderdeel hiervan is Sociaal Emotioneel Leren. Om gevoelens bij zichzelf en anderen te leren herkennen, en hier op een goede manier op te reageren, zetten we de methode KWINK in vanaf groep 1. - Vanaf groep 3 zetten alle kinderen 's ochtends een emotie kaartje op hun tafel neer met het gevoel dat ze hebben. Een aantal kinderen mag hierover vertellen. In groep 1 en 2 leren de kinderen de gevoelens aan middels grote emotiekaarten. - Vanaf groep 1 krijgen de kinderen elke week een les uit de KWINK methode. - Vanaf groep 1 is er elke week een KWINK kind; dit kind krijgt complimenten van de anderen en van de leerkracht over wat hij/zij goed kan, over hoe hij/zij is en wat hij/zij heeft. Vanaf groep 3 wordt het schooljaar gestart met de Gouden Weken. Alle aangeleerde vaardigheden op het gebied van sociaal emotionele ontwikkeling, worden actief benoemd, ingezet en geëvalueerd tijdens het leren; tijdens het samenwerken en samenspelen, maar ook binnen het leren leren; inzicht krijgen in het eigen leerproces en hoe hiermee om te gaan. LEES MINDER
samen spelen
samen werken
rekening houden met elkaar
Wat is de werkwijze van Ollie B Bommel voor sociale ontwikkeling?
De sociaal-emotionele ontwikkeling wordt per leerling twee keer per jaar gevolgd aan de hand van de leerlijn. Op het rapport staat hoe de leerling zich ontwikkelt ten opzichte van zichzelf en de leerlijn. Eén keer per jaar wordt de Veiligheidsmonitor ingevuld, vanaf groep 6 ook met een leerlingvragenlijst. In groep 1 en 2 wordt de sociaal-emotionele ontwikkeling bijgehouden in de BOSOS.
Welke registratievorm(en) gebruikt Ollie B Bommel om sociale opbrengsten in kaart te brengen?
Ollie B Bommel gebruikt IEP om sociale opbrengsten in kaart te brengen.
Welke methode(s) voor sociaal-emotioneel leren gebruikt Ollie B Bommel?
Ollie B Bommel gebruikt KWINK als methode voor sociaal-emotioneel leren.