
Schoolweging
De schoolweging van De Borckeshof is 27,47 , met een spreiding van 4,92 . De schoolweging en spreiding zijn in opdracht van de Inspectie van het Onderwijs door het CBS bepaald. Het CBS kijkt hierbij naar de thuissituatie van de leerlingen en drukt dit uit in een score. Hoe hoger de schoolweging, hoe complexer de leerlingenpopulatie en hoe lager de verwachte leerresultaten. Hoe hoger de spreiding, hoe groter de verschillen tussen de uitgangsposities van leerlingen. De inspectie rondt de scores lager dan 20 af naar 20 en de scores hoger dan 40 naar 40. De gemiddelde schoolweging voor alle scholen in Nederland is 29,77.
Fundamenteel niveau
Met 97,33% score ruim boven de signaleringswaarde (85%) toont de school sterke basisvaardigheden. De score ligt 0,9% hoger dan de vergelijkingsgroep (96,45%), opmerkelijk gezien de beperkte formatie mogelijkheden in combinatiegroepen.
Grafiek
Grafiek laden...
Streefniveau
De school overtreft de inspectienorm ruimschoots: 70,67% behaalt het streefniveau tegen een doel van 50,1%. Dit ligt 9,5% boven het vergelijkingsgroepgemiddelde (61,13%), wat wijst op effectieve differentiatie ondanks de kleine populatie.
Grafiek
Grafiek laden...
Welk schooladvies kregen de leerlingen van deze school?
De adviesverdeling reflecteert de complexe populatie: 8,33% praktijkonderwijs (vs. 1,01% regio) naast 33,33% havo/vwo (vs. 10,93% regio). De polarisatie tussen praktijk- en theorichtingen (totaal 66,67% vmbo-(g)t en hoger) suggereert maatwerk in advisering. Dit sluit aan bij de hoge schoolweging-spreiding (4,92).
Grafiek
Grafiek laden...
Eindtoets Resultaten
Grafiek
Grafiek laden...
Toetsscores 2022-2023
Toets | De Borckeshof | Gemeente Amsterdam | Nederland |
---|
Groep 8 Toetsen 2022-2023
Hoe gebruikt deze school tussentijdse toetsen?
Onze school verzamelt vanaf binnenkomst systematisch informatie over de kennis en vaardigheden van onze leerlingen op alle ontwikkelingsgebieden. Voor de kennisgebieden taal en rekenen/wiskunde gebeurt dit met genormeerde toetsen en methodetoetsen. Leerkrachten vergelijken de informatie met de verwachte ontwikkeling van een leerling. Deze signalering en analyses maken het mogelijk om het onderwijs af te stemmen op de onderwijsbehoeften van zowel groepen als individuele leerlingen. Wanneer leerlingen niet genoeg lijken te profiteren gaat de school na waar de ontwikkeling stagneert en wat mogelijke verklaringen hiervoor zijn. Bovendien gaat zij na wat bijvoorbeeld nodig is om eventuele achterstanden bij leerlingen te verhelpen. De school gebruikt deze gegevens in een cyclisch proces van doelen stellen, passend onderwijs bieden (zowel aan leerlingen met achterstanden als aan leerlingen die specifieke talenten hebben) en het evalueren en bijstellen van doelen en onderwijsaanbod. Bij ons op school moeten leerlingen kunnen uitstromen van praktijkonderwijs tot VWO. Wij vinden het dan ook heel belangrijk dat iedere leerling zich optimaal kan ontwikkelen, passend bij zijn/haar mogelijkheden (potentie/cognitie). Om inzichtelijk te maken welke route een leerling vanaf groep 1 tot en met groep 8 moet doorlopen, om uit te kunnen stromen op een voor de leerling passend niveau met het oog op het vervolgonderwijs, werken wij met leerroutes. Er zijn 3 leerroutes voor rekenen-wiskunde, begrijpend lezen en spelling (taalverzorging) die aansluiten op het startniveau van het Voorgezet Onderwijs (pro - vwo). Onderlegger hiervoor is het referentiekader taal en rekenen. Wij werken vanuit onderwijsplannen waarin omschreven staat welk aanbod en instructie passend is in het onderwijs voor elke leerroute. Wij geven leerlingen onderwijs, passend bij hun potentie, zodat de leerlingen in de zone van de naaste ontwikkeling uitgedaagd worden. Om dit inzichtelijk te maken werken we met uitstroomperspectieven (ambitieniveau) en leerroutes (aanbod niveau). Het benoemen van een uitstroomambitie bij een leerling geeft ons, naast onze toetsen en observaties, extra informatie bij het maken van de juiste beslissing over het onderwijsaanbod en begeleiding van de leerling.Het ambitieniveau koppelen we in eerste instantie los van de belemmerende factoren die meespelen bij de ontwikkeling van een leerling. Deze geven ruis en kunnen ons onbewust beïnvloeden. Bij het indelen van de leerlingen kijken we eerst naar de leercapaciteit die een leerling heeft. We geven de leerlingen nog geen VO-advies maar delen in volgens: hoog vaardig (leerroute 3), gemiddeld vaardig (leerroute 2) en lager vaardig (leerroute 1) . Dit laatste doen we alleen vanaf groep 6 of op basis van onderzoeken e.d.Vanaf het moment dat de leerlingen bij ons op school komen (groep 1) nemen we de leerlingen zo lang mogelijk mee in het aanbod voor de gemiddeld en hoog vaardige leerling 1S/2F (+) niveau (zie onderwijsplannen voor rekenen en begrijpend lezen). We geven veruit de meeste leerlingen zeker tot en met leerjaar 6 minimaal het basisaanbod (uitstroom 1S/2F). Het is bij deze manier van kijken mogelijk dat een leerling voor rekenen een andere leerroute volgt dan bijv. voor begrijpend lezen.
Zitten de oud-leerlingen van deze school in het voortgezet onderwijs boven, op of onder hun schooladvies?
Grafiek
Grafiek laden...
Geen enkele leerling presteert onder advies (vs. 11,81% landelijk). Maar liefst 41,67% zit boven advies (25,27% landelijk), wat de kwaliteit van het maatwerkadvies bevestigt. De 58,33% op advies toont realistische inschattingen, gezien de spreiding in schooladviezen.
Sociale ontwikkeling
“Ik ben uniek!” Kinderen mogen zijn wie ze zijn. Ieder kind is uniek en mag dit zijn; ‘Je bent op je best als je bent wie je bent’ op De Borckeshof. Een kind is een holistisch mens: in hoofd, hart en handen schuilen talenten. Op school krijgen zekennis aangereikt en oefenen ze alle vaardigheden die nodig zijn om het maximale uit zichzelf te leren halen. “Leer mij het zelf te doen” Op De Borckeshof leren kinderen ‘het zelf te doen’. Kinderen leren verantwoordelijk te zijn voor hun eigen leven, werken en leren. Ze zijn proactief en onafhankelijk van een ander. Ze hebben het lef om zelfstandig keuzes te maken. Zij kunnen op eigen benen staan. Een kind die het zelf leert doen, durft niet alleen hulp te vragen, maar ook te geven en te accepteren. Ze schatten hun mogelijkheden beter in en kennen zichzelf. Ze kunnen probleem oplossend te werk gaan, samenwerken, doorzetten en weten wat ze willen bereiken. Leren het zelf te doen is inherent aan één van de basisbehoeften van de mens: autonomie. De behoefte dat je mag ervaren dat je iets kan, iets zélf kan, zonder (al te veel) hulp en dat je de vrijheid hebt om iets te kiezen. Het werkt motiverend voor kinderen als ze zelf beslissingen mogen nemen en mogen kiezen. Kinderen nemen actief deel in het onderwijsleerproces en zijn betrokken bij hun eigen leren, werken en leven. “Ik doe ertoe” Een mens heeft er behoefte aan om gezien te worden door een ander mens. Zij wil relaties aangaan en daarin van betekenis zijn: ik doe ertoe. Zij wil het gevoel hebben dat ze gewaardeerd worden en ‘erbij horen’. Kinderen leren op De Borckeshof in een veilige omgeving hoe ze met elkaar om kunnen gaan, proberen eerst te begrijpen dan pas begrepen te worden en hebben respect voor elkaar. Ze horen erbij, zijn welkom en spelen, leren en werken samen. “Ik kan het” Leren is de mogelijkheid nieuwe kennis te verbinden met reeds aanwezige kennis. Kinderen leren het beste als ze bevestigd worden in wat ze goed doen, als ze succes ervaren: ik kan het! Ze worden zelfbewust, vertrouwen op eigen kunnen en voelen zich competent. Met elk bevestigd succes worden ze zelfverzekerder en groeit het vertrouwen in hun intuïtie. Alleen kinderen die zich veilig voelen, komen tot leren. Ons onderwijs is zoveel als mogelijk afgestemd op de cognitieve -, sociaal-emotionele ontwikkeling en (specifieke) onderwijsbehoeften van elke leerling. LEES MINDER
Ik ben uniek!
Ik doe ertoe en ik kan het!
Leer mij het zelf te doen!
Wat is de werkwijze van Basissch De Borckeshof voor sociale ontwikkeling?
Basissch De Borckeshof werkt met het sociaal emotioneel volgsysteem IEP en volgt leerlingen met tevredenheidsonderzoeken. De intern begeleider analyseert de uitkomsten samen met de leerkracht en stelt indien nodig een sociaal groepsplan op. Daarnaast zijn er individuele plannen en worden er met alle leerlingen kindgesprekken gevoerd over het welbevinden in de groep.
Welke registratievorm(en) gebruikt Basissch De Borckeshof om sociale opbrengsten in kaart te brengen?
Basissch De Borckeshof gebruikt de volgende registratievorm(en) om sociale opbrengsten in kaart te brengen: IEP LVS, Tevredenheidsonderzoek Vensters PO, Rovict: burgerschapsmeting.
Welke methode(s) voor sociaal-emotioneel leren gebruikt Basissch De Borckeshof?
Basissch De Borckeshof gebruikt de volgende methode(s) voor sociaal-emotioneel leren: Programma Alternatieve Denkstrategieën (PAD).