
Schoolweging
De schoolweging van De Wissel Born is 28,27 , met een spreiding van 6,18 . De schoolweging en spreiding zijn in opdracht van de Inspectie van het Onderwijs door het CBS bepaald. Het CBS kijkt hierbij naar de thuissituatie van de leerlingen en drukt dit uit in een score. Hoe hoger de schoolweging, hoe complexer de leerlingenpopulatie en hoe lager de verwachte leerresultaten. Hoe hoger de spreiding, hoe groter de verschillen tussen de uitgangsposities van leerlingen. De inspectie rondt de scores lager dan 20 af naar 20 en de scores hoger dan 40 naar 40. De gemiddelde schoolweging voor alle scholen in Nederland is 29,77.
Fundamenteel niveau
96,4% van de leerlingen haalt het fundamenteel niveau, ruim boven de inspectienorm van 85%. Deze score is bijna identiek aan vergelijkbare scholen (96,4% vs. 96,4%), wat een stevige basiskwaliteit aantoont. Opvallend is de consistentie over jaren heen, ondanks de dalende leerlingenaantallen.
Grafiek
Grafiek laden...
Streefniveau
Met 62,1% van de leerlingen dat het streefniveau behaalt, overtreft de school ruimschoots de signaleringswaarde van 48,6%. Dit duidt op effectieve differentiatie in lesaanbod, vooral op rekengebied. De score ligt 1,5% hoger dan bij vergelijkbare scholen, ondanks de complexere leerlingenpopulatie (schoolweging 28,27).
Grafiek
Grafiek laden...
Welk schooladvies kregen de leerlingen van deze school?
De adviezen zijn sterk gericht op theoretische leerwegen: 35,3% vwo (vs. 18,6% regio) en 11,8% havo/vwo. Het praktijkonderwijsadvies blijft met 0% significant onder het regionaal gemiddelde (1,01%). De brede spreiding van vmbo-k (20,6%) tot vwo toont aandacht voor diversiteit, passend bij de schoolweging met hoge spreiding (6,18).
Grafiek
Grafiek laden...
Eindtoets Resultaten
Grafiek
Grafiek laden...
Toetsscores 2023-2024
Toets | De Wissel Born | Gemeente Amsterdam | Nederland |
---|
Groep 8 Toetsen 2023-2024
Hoe gebruikt deze school tussentijdse toetsen?
Iedere basisschool volgt nauwkeurig de ontwikkeling van leerlingen. Wij volgen onze leerlingen ook aan de hand van methode afhankelijke toetsen (toetsen die horen bij de methode). We passen de normering van de methode toe. De toets sluit een hoeveelheid leerstof af en geeft aan of de leerling zich de stof eigen heeft gemaakt en kan toepassen. Ook is het een richtlijn voor de leerkracht of de manier en aanbod van de geboden lessen aansluit bij de leerlingen. Ook gebruiken we methodeonafhankelijke toetsen (IEP-LOVS) en de bijbehorende talentenkaart. Deze laat zien welke doelen er beheerst worden en waar ontwikkeling nodig is en waar dus op ingezet kan worden.? De IEP- toetsen zijn landelijk genormeerde toetsen en worden 2x per jaar afgenomen in groep 3 t/m 8. De leerlingen worden getoetst op spelling/taalverzorging, rekenen, lezen/begrijpend lezen. Voor technisch lezen nemen we de DMT en AVI af. Het IEP LVS bevat toetsen en meetinstrumenten die verder kijken dan taal en rekenen: leeraanpak, sociaal-emotionele ontwikkeling en creatief vermogen. IEP noemt dat hoofd, hart én handen. Ouders krijgen een beeld van wat het kind weet, maakt, hoe het kind zich voelt, oftewel een compleet kindbeeld. IEP staat namelijk voor Inzicht Eigen Profiel. Dit past bij onze visie om naar de ontwikkeling en groei?van het totale individuele kind te kijken. Het resultaat op elke toets in het IEP lvs wordt uitgedrukt in een behaald niveau en ontwikkelscore. In de groepen 3 t/m 6 geeft de toets aan of de leerling het niveau van de toets gehaald heeft, bv 4b. Vanaf eind groep 6 wordt het behaalde referentieniveau genoemd, 1F2F taalverzorging, lezen1S rekenen. Voor de ontwikkelscore geldt bij alle vaardigheden: bij een score van 60 heeft de leerling 1f behaald en bij een ontwikkelscore van 80 heeft de leerling 2F/1S behaald. U wordt minimaal driemaal per jaar geïnformeerd over de voortgang tijdens de oudergesprekken. Hiervoor krijgt u een uitnodiging via ISY. IEP toetsen voor de vaardigheden rekenen, taalverzorging/ spelling, lezen/begrijpend lezen zijn als volgt ingedeeld: 3a toetst de doelen van medio groep 3,3b toetst de doelen van eind groep 3. 4a toetst de doelen van medio groep 4, 4b toetst de doelen van eind groep 4 5a toetst de doelen van medio groep 5, 5b toetst de doelen van eind groep 5. 6a toetst de doelen van medio groep 6, 6b -<1F-1F toetst de doelen van eind groep 6. Vanaf eind groep 6 toetsen we doelen als <1F-1F, <1F-1F-2F/1S, 1F-2F/1S, 2F-3F. Als het kind de doelen nog niet behaald heeft staat er "op weg naar". Aan de ontwikkelpunten kun je zien in hoeverre de doelen behaald zijn. In april wordt de verplichte eindtoets afgenomen. Deze eindtoets (IEP-toets) geeft een bevestiging van de keuze van het juiste brugklastype. De andere functie van deze toets is het verschaffen van informatie over de onderwijsresultaten. De uitkomsten worden gebruikt bij de verdere ontwikkeling van onze school en veranderingen c.q. verbeteringen worden opgenomen in het schoolplan. Deze gegevens worden gepresenteerd in de MR en zijn altijd in te zien bij de directeur. De inhoud van de eindtoets is gebaseerd op algemeen aanvaarde doelstellingen op het gebied van lezen, taalverzorging en rekenen. In de opgaven gaat het vooral om inzicht, kennis en de toepassing van kennis. In de groepen 1 en 2 werken we met het leerlingvolgsysteem (LVS) van het Digikeuzebord om de ontwikkeling van uw kind te volgen en in beeld te brengen. Het LVS maakt de belangrijkste ontwikkelingsdoelen binnen de verschillende leerlijnen inzichtelijk. Aan de hand van deze ontwikkelingsdoelen observeren de leerkrachten, op zowel geplande als niet geplande momenten, de ontwikkeling van uw kind. In het portfolio wordt duidelijk hoe de ontwikkeling van uw kind verloopt in verhouding tot de Didactische Leeftijd. Het portfolio geeft voor u als ouders weer wat via het LVS van het digikeuzebord over de ontwikkeling van uw kind is vastgelegd. Twee keer per jaar bespreken de leerkrachten met behulp van dit portfolio de ontwikkeling van uw kind. Hieronder volgt een toelichting op de leerlijnen zoals die op in het portfolio genoemd staan van rekenen, taal, sociaal emotioneel en motoriek. Rekenen Getallen Kinderen ontwikkelen inzicht in de telrij, hoeveelheid en getallen. Ze leren tellen, getallen ordenen en getalstructuren. Meten Kinderen ontwikkelen verschillende facetten van het onderdeel meten. Ze vergelijken grootte, dikte, maar ook het gewicht van verschillende materialen. Ze maken gebruik van geld in het winkeltje in de themahoek. Met het onderdeel tijd wordt het begrippen van dag en nacht behandeld evenals simpele tijdsaanduidingen. Al vroeg hebben kinderen een gevoel voor opeenvolging; ze ontdekken dat bepaalde gebeurtenissen in een zekere volgorde plaatsvinden. Later in de ontwikkeling maakt het gevoel voor tijd plaats voor het begrip van tijd. Meetkunde Binnen deze leerlijn neemt het kind in het begin het eigen lichaam als uitgangspunt. Later leert het kind relaties leggen tussen elementen die zich in de ruimte bevinden om uiteindelijk relaties te leggen tussen objecten in het platte vlak. Meetkundige begrippen zoals voor, achter, naast spelen hierbij een belangrijke rol. Binnen de leerlijn construeren, wordt gekeken naar het bouwen van kinderen, zijn ze in staat iets na te bouwen wat voor gebouwd is, iets van een tekening nabouwen, waaronder ook vouwen hoort en benoemen van meetkundige figuren zoals cirkel en vierkant. Binnen de leerlijn opereren, spelen het namaken van (meetkundige)patronen, het werken met spiegeltjes en heb begrip schaduw een grote rol. Taal Mondelinge taal Binnen de leerlijnlijn van de mondelinge taalontwikkeling wordt in eerste instantie uitgegaan van spontaan taalgebruik en taalbegrip. Aan de hand van wat een kind spontaan vertelt, wordt een beeld gevormd van de actieve woordenschat, zinsbouw en complexiteit van de zinnen. Daarnaast wordt er gekeken of er gerichte vragen gesteld worden en of er antwoord gegeven wordt op gerichte vragen. Auditieve waarneming In de leerlijn auditieve waarneming moeten kinderen leren luisteren en geluiden, klanken en woorden herkennen, onderscheiden en onthouden. Activiteiten hierop gericht zijn onder andere voorlezen, leren van opzegversjes, verschil horen tussen korte en lange zinnen, onderscheiden (tellen) van het aantal woorden in een zin, plaatjes zoeken of tekenen die beginnen met een bepaalde klank, rijmen, het aantal lettergrepen van een woord onderscheiden (klappen), zinnen nazeggen etc. Beginnende geletterdheid Tijdens deze leerlijn ontwikkelt zich het klankbewustzijn en krijgen kinderen in de gaten dat er een relatie bestaat tussen gesproken en geschreven taal. Geleidelijk aan worden ze zich bewust van het feit dat woorden opgebouwd zijn uit klanken en dat letters de klanken weergeven en proberen we ook al korte woordjes te lezen, stempelen en schrijven beginnend bij hun eigen naam. Ook het hanteren van een boek wordt hier ontwikkeld, voorspellen van een boek, vragen beantwoorden over een boek, etc. Sociaal emotioneel Zelfbeeld De leerlijn zelfbeeld laat zien hoe de kennis of het beeld dat een kind van zichzelf heeft. Zelfkennis is weet hebben van eigen uiterlijk, eigen capaciteiten, gevoelens, gedrag en persoonlijkheidskenmerken. Sociaal gedrag Bij de leerlijn sociaal gedrag ligt de nadruk op het samen spelen en werken, het vertrouwen hebben in een ander, rekening houden met een ander, zich aan de afspraken houden. Zelfstandigheid Binnen deze leerlijnlijn gaat het erom dat jonge kinderen gestimuleerd worden om de aandacht te richten en een korte tijd gericht bezig te kunnen zijn met een activiteit, zodat het kind de leerkracht minder nodig heeft. Naarmate de kinderen ouder worden kunnen zij uiteindelijk zelfstandig een (week)taak uitvoeren. Werkhouding en concentratie Deze leerlijn stimuleert kinderen om de instructie goed op zich te nemen zodat ze een actieve houding kunnen aannemen bij de activiteiten. Kinderen hebben plezier in de taak en leren de taak afmaken. Leren kritisch te kijken naar hun eigen werk, voelen zich verantwoordelijk voor hun eigen taak. Kinderen kunnen omgaan met uitgestelde aandacht. Motoriek Fijne motoriek In de leerlijn kleine motoriek verwijst men naar activiteiten met de vingers, handen, armen en ogen zoals die een rol spelen bij: het hanteren van voorwerpen, construeren, tekenen en schrijven, veters strikken etc. Grove motoriek De leerlijn grote motoriek slaat op bewegingen met het hele lichaam, zoals: lopen, springen, kruipen, klimmen, vangen en gooien en het aannemen van lichaamshoudingen.
Zitten de oud-leerlingen van deze school in het voortgezet onderwijs boven, op of onder hun schooladvies?
Grafiek
Grafiek laden...
40% van de leerlingen presteert boven het schooladvies (vs. 25,3% landelijk), wat wijst op voorzichtige advisering. Slechts 10% zit onder advies (minder dan 11,8% gemiddeld). Deze cijfers onderstrepen de zorgvuldige adviesprocedure zoals beschreven in het schoolplan, met ruimte voor individuele groei.
Sociale ontwikkeling
“Ieder Kind Een Kans” Vanuit onze kernwaarde “Ieder kind een kans” bieden wij vanuit onze talenten, kinderen passend onderwijs, door het ontwikkelen, samenbrengen, inzetten en benutten van hun eigen talenten! Onze gezamenlijke missie Wij zijn er ervan overtuigd dat je kinderen, ongeacht hun godsdienstige, sociale of culturele achtergrond gezamenlijk op school moet laten opgroeien. Wij realiseren een ontmoetingsplaats voor kinderen met een verschillende achtergrond. Wij denken dat kinderen juist daardoor leren begrip op te brengen voor andere meningen en het als vanzelfsprekend ervaren, dat er mensen met andere overtuigingen zijn. We beschouwen het hanteren van goede communicatievormen, een respectvolle omgang met elkaar binnen alle geledingen van de school als een absolute voorwaarde om met elkaar te kunnen samenwerken. Niet alleen je eigen mening naar voren willen brengen, maar ook luisteren en respect tonen voor de ander, zijn onze normen en waarden, die wij hanteren en onze kinderen willen bijbrengen. Uiteraard is de hoofdtaak van onze school het verzorgen van kwalitatief goed onderwijs. Het voldoen aan de wettelijke kaders (o.a. de kerndoelen) vormt daarbij een belangrijke onderlegger. De belangrijkste voortvloeiende opdracht vanuit onze hoofdtaak is “kinderen van nu toerusten en voorbereiden om morgen goed te functioneren oftewel kinderen gedegen voorbereiden op deelname aan de samenleving. Binnen het onderwijsleerproces spelen kennis, vaardigheden en houding een centrale rol. Om groei binnen deze elementen mogelijk te maken in het van belang een leeromgeving te creëren die tegemoetkomt aan de intrinsieke motivatie (de natuurlijk drang om te leren) van kinderen en hun onderlinge verschillen. We willen dit door de aan ons toevertrouwde kinderen een arrangement te bieden op basis van: Een veilig leef/leerklimaat; een hart voor kinderen hebben Een brede ontwikkeling in een rijke en inspirerende leeromgeving; boeiend onderwijs en eigentijds leren bieden Passende onderwijszorg Een hart voor kinderen hebben, hetgeen betekent: Dat de kinderen op onze school zich veilig en geborgen voelen. Dat leerkrachten op onze school respect tonen voor alle kinderen en erop toezien dat de kinderen dit onderling ook tonen. Dat kinderen op onze school zichzelf mogen zijn. Dat we op onze school een luisterend oor hebben voor de kinderen. Dat onze kinderen met plezier naar school komen. Dat we op onze school een veilige omgeving realiseren waarin vertrouwen, respect en plezier in het werk centraal staan. LEES MINDER
Het kind centraal
Identiteit - waarden en normen
Vrijheid in eigenheid
Wat is de werkwijze van Openbare Basisschool de Wissel voor sociale ontwikkeling?
Openbare Basisschool de Wissel gaat uit van de kracht van de socialisering van de groep en streeft naar rechtvaardigheid bij conflicten. Dezelfde regels, normen en manieren van straffen en belonen gelden voor elk kind en elke medewerker. De school zoekt naar patronen in het gedrag van kinderen en probeert deze in samenspraak met ouders en externe partners te doorbreken. Er gelden drie belangrijke regels m.b.t. omgang met elkaar: prettig, correct en actief verbeteren. De school gebruikt een logboek, ruziegesprekken, een verbeterbord, de gouden doos en een conflictleerkracht. Preventief wordt wekelijks een sociokring georganiseerd om de omgang met elkaar te bespreken en te verbeteren. De sociaal-emotionele ontwikkeling wordt gevolgd via het LOVS van IEP, en voor de kleuters via het Digikeuzebord.
Welke registratievorm(en) gebruikt Openbare Basisschool de Wissel om sociale opbrengsten in kaart te brengen?
Openbare Basisschool de Wissel gebruikt Scholen op de Kaart, IEP-LOVS en Digibordkeuze om sociale opbrengsten in kaart te brengen.