Op onze school werken we opbrengstgericht. Daarbij richten we ons op de gemiddelde scores van de Leerling in Beeld-toetsen (LIB). Per LIB-toets hebben we een norm vastgesteld die de meeste kinderen op onze school moeten halen. We vergelijken de uitslag van de toets (de gehaalde score door het kind) met de norm (de gewenste score). Als de gehaalde score onder of boven de gewenste score is, worden er door de intern begeleider (IB-er) en de leerkracht interventies afgesproken. Deze interventies kunnen zijn: Meer tijd besteden aan dat vak-/vormingsgebied Instructie wijzigen en verbeteren Meer automatiseren Het methode-aanbod verrijken Differentiatie aanpassen De schoolleiding en de IB-ers kijken regelmatig in de klas met de leerkracht mee of het lukt om de afgesproken aanpak uit te voeren. Leerkrachten bereiden samen lessen voor en kijken ook bij elkaar in de klas. Samengevat: We hebben schoolnormen voor de cognitieve tussen- en eindresultaten opgesteld We beschikken ook over schoolnormen voor de sociale resultaten Bij structureel tegenvallende of opvallend afwijkende resultaten richten wij ons op het aanpassen van de manier van lesgeven van de leerkracht en zorgen wij voor bijpassende ondersteuning We beschouwen taal- en rekenonderwijs als de kern van ons onderwijs. We vinden belangrijk dat onze kinderen presteren naar hun mogelijkheden en dat zij uitstromen naar passend vervolgonderwijs en daarin succesvol kunnen zijn. Op onze school gebruiken we een leerlingvolgsysteem om de ontwikkeling van de leerlingen te monitoren (ParnasSys). Tijdens groepsbesprekingen evalueren we of kinderen voor of achter lopen. We streven ernaar om zo min mogelijk kinderen te laten doubleren. Kinderen gaan door met de leerstof die bij ze past.